Nieuws Hemato-oncologie



Proefschrift geeft inzicht in gezondheidsuitkomsten voor patiënten met chronische lymfatische leukemie in Nederland

voorkant proefschrift Lina van der Straten, die bestaat uit een kleurrijke kaft met twee figuren van achteren gezien die op elkaar leunen In haar proefschrift onderzocht Lina van der Straten (Erasmus MC) o.a. aan de hand van data uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) de epidemiologie en moleculaire kenmerken van patiënten met chronische lymfatische leukemie (CLL) in Nederland. De belangrijkste boodschappen zijn, aldus Van der Straten, dat de levensverwachting van CLL-patiënten enorm is toegenomen door veranderingen in het behandellandschap en dat doelgerichte therapie effectief is in een populatie-gebaseerd cohort maar dat er ook een verhoogd risico is op bijwerkingen op de lange termijn. Ook pleit Van der Straten voor een breder onderzoek voor het vaststellen van de behandeling, met name bij oudere patiënten. lees verder

Overlevingsverschillen tussen jong-volwassenen en kinderen bij non-hodgkinlymfoom

Non-hodgkinlymfoon

Jongvolwassenen (AYA’s) met non-hodgkinlymfoom hebben slechtere overlevingskansen dan kinderen met dezelfde ziekte, blijkt uit Amerikaanse studies. Is in Nederland ook sprake van zo'n overlevingsverschil? Dat onderzochten Maya Schulpen (Prinses Máxima Centrum voor kinderoncologie) en collega’s van o.a. HOVON en IKNL op basis van cijfers uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). Zij gaven specifieke aandacht aan de meest voorkomende subtypen: diffuus grootcellig B-cellymfoom (DLBCL), Burkittlymfoom (BL), T-lymfoblastair lymfoom (T-LBL) en anaplastisch grootcellig lymfoom (ALCL). Uit de studie blijkt dat in Nederland AYA’s met T-LBL en BL slechtere overlevingskansen hebben dan kinderen, maar dat er geen verschil is voor DLBCL.

lees verder

HAPPY: pilot revalidatieprogramma na stamceltherapie bij hematologische maligniteit

revalidatieprogramma HAPPY

Stamceltherapie heeft een grote impact op het fysieke en psychosociale welzijn van patiënten met een hematologische maligniteit, ook op de lange termijn. Daarom ontwikkelden Astrid Lindman (Aarhus University, Denemarken) en collega’s van Aarhus en IKNL het programma ‘HAPPY’: een revalidatieprogramma gericht op het verbeteren van het fysieke en mentale welzijn van patiënten met een hematologische maligniteit die myeloablatieve allogene stamceltherapie ondergingen. Lindman en collega’s onderzochten in een pilot de impact van HAPPY op kwaliteit van leven en fysiek welzijn van deelnemers, de ervaringen van deelnemers en de haalbaarheid van het programma.

lees verder

Geslacht niet van invloed op relatieve overleving oudere DLBCL-patiënt behandeld met R-CHOP

behandeling met R-CHOP

Eerder was het niet duidelijk of geslacht invloed had op de prognose van oudere patiënten met diffuus grootcellig B-cellymfoom (DLBCL) die behandeld waren met R-CHOP. Sommige onderzoeken lijken aan te tonen dat mannen in deze patiëntengroep een kortere algemene overleving hebben. Emma Geerdes (IKNL) en collega’s van IKNL en van diverse Nederlandse ziekenhuizen hebben op basis van data uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) de relatieve 5-jaarsoverleving bij oudere DLBCL-patiënten onderzocht. Uit dit onderzoek blijkt dat geslacht niet van invloed is op de overleving van deze patiëntengroep.

lees verder

Betere overleving bij MYC-R-DLBCL door toevoeging lenalidomide aan R-CHOP-kuur

Een vrouw met hoofdbedekking ligt in een stoel met een koptelefoon op terwijl ze chemokuur krijgt

De overleving van patiënten met een diffuus grootcellig B-cellymfoom (DLBCL) met een MYC-oncogenherschikking (MYC-R) verbetert na behandeling met R-CHOP met daaraan lenalidomide toegevoegd. Dit blijkt uit onderzoek van Vera de Jonge (Amsterdam UMC) en collega’s van diverse ziekenhuizen en IKNL. De Jonge gebruikte data uit de HOVON-130-studie, een fase-II-studie naar de veiligheid en effectiviteit van R-CHOP met lenalidomide, met data van de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) als controlegroep.

lees verder

Verhoogd risico op secundaire primaire tumor onder patiënten met chronische lymfatische leukemie

6 buisjes met blauwe vloeistof met daarvoor liggend een pipet en vaag in de voorgrond 6 microscoopglaasjes met weefsel

De overleving van patiënten met chronische lymfatische leukemie (CLL) is over de jaren gestegen. ‘Gezien deze verbetering, is het belangrijk om langetermijngevolgen voor deze groep patiënten in kaart te brengen,’ aldus Lina van der Straten (IKNL/Erasmus MC). Van der Straten en collega’s van diverse Nederlandse ziekenhuizen en IKNL onderzochten daarom het risico op een secundaire primaire tumor onder patiënten met CLL, met data uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). Het blijkt dat het risico op een secundaire primaire tumor onder CLL-patiënten 63% hoger is ten opzichte van de algemene bevolking.

lees verder

Introductie rituximab gunstig voor uitkomsten patiënten met folliculair lymfoom

Overzicht van de Agnietenkapel, met aan weerzijden van de ruimte publiek zittend op stoelen. Manette staat voor het publiek, achter de katheder, te spreken. Naast haar zitten haar paranimfen.

De introductie van rituximab in 2003 heeft een positief effect gehad op de uitkomsten voor patiënten met folliculair lymfoom (FL). Zowel de relatieve als conditionele overleving namen toe, met name dankzij de introductie van rituximab, en de sterfte nam af. Dat blijkt uit het proefschrift van dr. Manette Dinnessen (IKNL/Universiteit van Amsterdam). Dinnessen onderzocht aan de hand van data uit de Nederlandse Kankerregistratie verschillende epidemiologische aspecten van FL, specifiek gericht op de effectiviteit van rituximab-bevattende therapieën.

lees verder

Overleving behandelde oudere patiënt met non-hodgkinlymfoom vergelijkbaar met jongere patiënten

De overlevingswinst van oudere patiënten met non-hodgkinlymfoom die behandeld worden, is vergelijkbaar met die van jongere patiënten. Dat is een van de bevindingen die dr. Djamila Issa (VU/Jeroen Bosch Ziekenhuis) doet in haar proefschrift, dat eerder dit jaar verscheen. Hoewel de algemene overleving van oudere patiënten met non-hodgkinlymfoom achterblijft ten opzichte van jongere patiënten, verdwijnt dit verschil in overlevingswinst bijna volledig wanneer alleen naar behandelde oudere patiënten gekeken wordt. Issa wil een lans breken voor het behandelen van oudere patiënten.

lees verder