infuus op voorgrond met patiënt op achtergrond

HOVON-IKNL-data bevestigen waarde van ctDNA-monitoring bij lymfoom

Recent verschenen in the Journal of Clinical Oncology en gepresenteerd tijdens het jaarlijkse congres van de American Society of Hematology (ASH): veelbelovende resultaten over het gebruik van circulerend tumor-DNA (ctDNA) voor het meten van minimale restziekten (MRD) bij responsbeoordeling en monitoring van lymfoom. Twee analyses uit een HOVON-IKNL-studie tonen aan dat ctDNA kan helpen om therapierespons nauwkeuriger te beoordelen en terugkeer van ziekte vroegtijdig te signaleren.

Wat is onderzocht?

In deze studie, uitgevoerd door HOVON (Stichting Hemato-Oncologie Volwassenen Nederland) met datamanagement door IKNL, werd bij patiënten met diffuus grootcellig B-cel lymfoom op elf tijdspunten bloed afgenomen om MRD te bepalen met een ultragevoelige ctDNA-test (CLARITY™).  

De eerste analyse keek naar de waarde van MRD op basis van ctDNA aan het einde van de behandeling. Een positieve test na de eerste behandeling gaf een veel nauwkeuriger beeld van het risico op terugkeer van ziekte dan een PET-CT. 

De tweede analyse onderzocht de MRD-waarden tijdens en na de behandeling (follow-up) bij 166 patiënten. Een negatieve ctDNA-test na één kuur chemotherapie hing samen met een zeer goede prognose: geen van deze patiënten kreeg de ziekte terug. Tijdens follow-up bleek een negatieve test samen te hangen met de kans op slechts 3% terugkeer binnen één jaar, terwijl een positieve test een nagenoeg 80% kans op recidief binnen 30 maanden voorspelde.

Belangrijkste resultaten

  • Snelle daling van ctDNA na één kuur voorspelt een gunstige uitkomst.
  • ctDNA-status na afronding van de  behandeling geeft een nauwkeuriger risico-inschatting dan PET-CT.
  • Negatieve ctDNA-test tijdens follow-up correleert met 97% ziektevrije overleving na 12 maanden.
  • Positieve ctDNA test tijdens follow-up correleert met 79% kans op recidief binnen 30 maanden. 

Waarom is dit relevant? 

Deze bevindingen tonen aan dat ctDNA niet alleen een gevoelige methode is om minimale restziekte op te sporen, maar ook een instrument om behandelstrategieën dynamisch aan te passen. Door ziekte op moleculair niveau te detecteren, kunnen behandelingen beter worden afgestemd op de individuele patiënt. Dit opent de deur naar meer gepersonaliseerde zorg en gerichte follow-up, waardoor sneller kan worden ingegrepen bij risico’s en onnodige behandelingen worden vermeden. Daarmee sluit ctDNA-monitoring aan bij de beweging naar datagedreven en adaptieve zorg, zoals beschreven in het Integraal Zorgakkoord.

Impact voor de praktijk

Het is de verwachting dat de test in 2026 als eerste in de VS beschikbaar komt. Voor hematologen en onderzoekers betekent dit dat ctDNA-monitoring in de toekomst kan worden geïntegreerd in standaardzorg en toekomstige klinische studies. Het biedt dan mogelijkheden voor vroegtijdige risicostratificatie, therapie-intensivering of juist afbouw, en draagt bij aan een betere prognose en minder belasting voor patiënten.

Meer weten?

Neem voor vragen over het onderzoek contact op met internist-hematoloog en klinisch onderzoeker Martine Chamuleau via m.chamuleau@amsterdamumc.nl of senior advisor Corine Korf-Van Vliet via c.korf-vanvliet@iknl.nl.

Lees het volledige artikel: Prospective Validation of Circulating Tumor DNA Measurable Residual Disease After First-Line Therapy in Large B-Cell Lymphoma. Dit artikel is open access gepubliceerd en dus voor iedereen beschikbaar. Of vraag het artikel in zijn volledigheid op via bibliotheek@iknl.nl.

CLARITY™ is ontwikkeld door Foresight Diagnostics, een spin-off van Stanford University en recent overgenomen door Natera. Meer informatie over deze test.

Medewerkers

Avinash Dinmohamed

Portretfoto van Avinash, een bruine man met kaal hoofd en korte zwarte baard. Hij draagt een blauw pak met witte stropdas en kijkt glimlachend de camera in.

senior onderzoeker

lees verder

Corine Korf

portretfoto van Corine Korf, een witte vrouw met half-kort krullend bruin haar. Ze draagt een zwart shirt met een col en kijkt glimlachend de camera in

senior adviseur

lees verder
Gerelateerd nieuws

Onderzoek zeer zeldzaam voorkomende lymfoom door borstimplantaten: een derde van de patiënten ondergaat chemotherapie

operatiekamersetting met alleen handen in beeld van chirurg die met latexhandschoenen aan een borstimplantaat in beide handen toont aan de camera Sommige borstimplantaten kunnen in zeldzame gevallen leiden tot een vorm van lymfeklierkanker (BIA-ALCL). Deze zeldzame ziekte is vaak goed te behandelen als hij tijdig wordt ontdekt. lees verder

Overlevingsverschillen tussen jong-volwassenen en kinderen bij non-hodgkinlymfoom

Non-hodgkinlymfoon

Jongvolwassenen (AYA’s) met non-hodgkinlymfoom hebben slechtere overlevingskansen dan kinderen met dezelfde ziekte, blijkt uit Amerikaanse studies. Is in Nederland ook sprake van zo'n overlevingsverschil? Dat onderzochten Maya Schulpen (Prinses Máxima Centrum voor kinderoncologie) en collega’s van o.a. HOVON en IKNL op basis van cijfers uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). Zij gaven specifieke aandacht aan de meest voorkomende subtypen: diffuus grootcellig B-cellymfoom (DLBCL), Burkittlymfoom (BL), T-lymfoblastair lymfoom (T-LBL) en anaplastisch grootcellig lymfoom (ALCL). Uit de studie blijkt dat in Nederland AYA’s met T-LBL en BL slechtere overlevingskansen hebben dan kinderen, maar dat er geen verschil is voor DLBCL.

lees verder