Nederlandse Kankeratlas
In de Nederlandse Kankeratlas is de impact te zien van kanker per regio in Nederland. The Dutch Cancer Atlas shows the impact of cancer per region in The Netherlands (to go the English version of the Dutch Cancer Atlas, click on 'Direct naar Kankeratlas'' below and click on the ‘Change language’ button at the bottom of the screen ones you are in the atlas itself). Deze interactieve digitale atlas toont patronen van hoe vaak bepaalde kankersoorten voorkomen (incidentie), gebaseerd op waar mensen woonden toen ze de diagnose kanker kregen. Dit is in kaart gebracht voor de 24 meest voorkomende kankers in Nederland en voor al deze kankersoorten samen.
Voor een aantal kankersoorten is variatie per regio te zien in de Kankeratlas en voor andere niet. In de atlas staat onder de knop 'Info kankersoorten' per kankersoort beschreven waar de variatie te zien is en vervolgens waar mogelijk wat oorzaken van de variatie kunnen zijn. Daarnaast kan in de atlas per kankersoort worden gefilterd op de aantallen voor mannen en de aantallen voor vrouwen.
Veel gestelde vragen:
Wat wil IKNL met de Kankeratlas bereiken?
Dit staat ook beschreven onder Doel Kankeratlas. In het kort is het doel van de Kankeratlas:
-
Geografische variatie van incidentie van kankersoorten breed kenbaar maken en waar mogelijk begeleiden van de juiste interpretatie/duiding;
-
Aanleiding geven tot verder onderzoek naar oorzaken van variatie;
-
Aanzetten tot preventiemaatregelen om de impact van kanker nog verder te verlagen.
Voor wie is de atlas bedoeld?
-
Voor iedereen die op zoek is naar informatie over het vĆ³Ć³rkomen van kanker in bepaalde regio's;
-
Voor onderzoekers en zorgprofessionals om input te geven voor vervolgonderzoek;
-
Voor overheden, beleidsmakers, zorgorganisaties, zorgprofessionals en burgers om aanleiding te bieden voor preventiemaatregelen.
Hoe komt het dat voor sommige kankersoorten variatie te zien is per regio?
Voor sommige kankersoorten is in de Nederlandse Kankeratlas variatie per regio te zien (zoals bij huidkanker, baarmoederhalskanker, longkanker), voor sommige niet of weinig (zoals bij borstkanker). Variatie kan het gevolg zijn van leefstijl en andere karakteristieken (zoals blootstelling aan schadelijke factoren in het verleden, bijvoorbeeld zonnestraling) en van omgevingsfactoren (zoals luchtverontreiniging door radon of houtstook), diagnostiek, mate van toegang tot gezondheidszorg (bijvoorbeeld door ongelijkheid in sociaal-economische status) en toeval. In de atlas zelf staat onder 'info kankersoorten' per kankersoort een toelichting op wat je ziet op de kaart en waar mogelijk een duiding bij de variatie en wat de oorzaken daarvan kunnen zijn.
Het hebben van een of meer risicofactoren betekent niet per definitie dat iemand kanker krijgt. Omgekeerd kan iemand ook kanker krijgen terwijl deze persoon geen (bekende) risicofactoren heeft. Daarnaast is doorgaans bij een individu niet bekend of en in welke mate een risicofactor heeft bijgedragen aan het ontwikkelen van kanker. De genoemde risicofactoren in de tekst worden genoemd als mogelijke verklaringen van de variatie die te zien is op de kaarten. In veel gevallen is echter niet precies bekend hoe de geografische variatie verklaard kan worden en hoeveel elke afzonderlijke risicofactor heeft bijgedragen.
Als ik in een rood gebied woon, heb ik dan ook meer kans op kanker?
De Nederlandse Kankeratlas laat voor ieder gebied zien of een kankersoort vaker, even vaak of minder vaak voorkomt dan wat er wordt verwacht. Daarmee wordt laten zien wat het gemiddelde risico is op kanker in dat gebied in de onderzochte periode. Dat zegt niet per definitie iets over het risico op kanker van de individuele personen die in dat gebied wonen. Als er meer kankerdiagnoses in een gebied zijn dan verwacht zegt dat waarschijnlijk iets over de algemene gezondheid en leefstijl van personen die in dat gebied leven; er leven bijvoorbeeld meer mensen met een ongezondere leefstijl. Daarnaast kan het verhoogde aantal diagnoses ook komen door omgevingsfactoren, registratie, diagnostiek en mate van toegang tot gezondheidszorg. In veel gevallen is de oorzaak van het hogere aantal diagnoses echter nog onbekend of kan het zijn dat deze door toeval worden veroorzaakt. In de atlas zelf staat onder de knop 'Info kankersoorten' per kankersoort een toelichting op wat je ziet op de kaart en waar mogelijk een duiding bij de variatie per regio.
Wat zegt de Kankeratlas over asbestkanker in het gebied rond Tata Steel?
In de postcodegebieden rondom Tata Steel valt op dat de incidentie van mesothelioom (asbestkanker) hoger is dan verwacht. Ten noorden van Tata Steel is deze vorm van kanker tussen 2011 en 2020 meer dan twee keer zo vaak gediagnosticeerd ten opzichte van wat we verwachten op basis van het gemiddelde in Nederland. Belangrijk om daarbij op te merken is dat mesothelioom een zeldzame vorm van kanker is en het dus om lage aantallen gaat; per jaar krijgen ongeveer 3 op de 100.000 Nederlanders deze diagnose.
Hoe komt het dat de mesothelioom incidentie rondom Tata Steel verhoogd is? En heeft Tata Steel daar iets mee te maken? De belangrijkste veroorzaker van mesothelioom is blootstelling aan asbest. Mesothelioom ontwikkelt zich vaak zo’n 20 tot 30 jaar na de blootstelling aan asbest, en soms zelfs nog veel later. De mensen die nu de diagnose krijgen zijn dus waarschijnlijk meer dan 20 jaar geleden in aanraking gekomen met asbest. In het algemeen komt mesothelioom in Nederland vaker voor bij mannen dan bij vrouwen, en dat is ook het geval rondom Tata Steel. Dit komt doordat blootstelling aan asbest meestal werk gerelateerd was en vooral gebeurde bij mannen die werkten in de zware industrie, de bouw en op scheepswerven.
Het is voor IKNL onduidelijk waar de mensen rond Tata Steel, die de diagnose mesothelioom hebben, precies zijn blootgesteld aan asbestvezels. Het is namelijk niet bekend in welke mate bij de hoogovens/Tata Steel gebruik is gemaakt van asbest. In het gebied rondĆ³m Tata Steel vond veel scheepsbouw plaats. Het is bekend dat in het verleden in de scheepsbouw veel met asbest is gewerkt. Het hogere aantal diagnoses mesothelioom is dus waarschijnlijk niet alleen toe te schrijven aan Tata Steel. Sinds de jaren ’90 zijn er preventieve maatregelen genomen en is het werken met asbest niet meer toegestaan, vanwege de hoge gezondheidsrisico’s.
En de luchtkwaliteit rond Tata Steel? Geeft dat geen verhoogd risico op kanker?
We zien dat longkanker in het gebied rond Tata Steel meer voorkomt: zo'n 14% tot 29% meer dan we verwachten op basis van het Nederlandse gemiddelde. In het algemeen wordt geschat dat gemiddeld 80 procent van alle longkankerdiagnoses wordt veroorzaakt door roken, 10 procent door luchtverontreiniging (waaronder meeroken, radon in huizen, uitstoot van fabrieken, houtstook et cetera bij elkaar opgeteld) en van 10 procent is de oorzaak onbekend. Het is echter niet mogelijk om op basis van alleen de atlas resultaten te bepalen hoeveel extra gevallen van longkanker komen door de luchtkwaliteit in het gebied. Het RIVM meet de luchtkwaliteit rondom Tata Steel, meer hierover is te vinden via https://www.rivm.nl/tata-steel.
Als ik kijk naar percentages bij ‘mannen’ en ‘vrouwen’,
dan ziet dat er soms helemaal niet logisch uit als ik het vergelijk met ‘alle personen’. Hoe komt dat?
Dit is bijvoorbeeld goed te zien in Lelystad, als het gaat om hoofd-halskanker. Het aantal diagnoses is daar bij mannen 38 procent en bij vrouwen 20 procent boven de verwachting. Je zou verwachten dat de schatting voor alle personen samen ergens tussen die twee percentages in zou liggen. Echter, voor alle personen is de schatting dat het aantal diagnoses 49 procent hoger is dan verwacht.
Dat komt omdat de atlas gebruik maakt van smoothing en hoofd-halskanker relatief weinig voorkomt. Als het gaat om statistiek dan geldt: hoe meer gegevens er zijn, hoe betrouwbaarder je conclusie. Daarom kijkt de atlas niet alleen naar gegevens van het gebied zelf, maar ook van omliggende gebieden. In het voorbeeld van Lelystad kan de atlas bij ‘alle personen’ putten uit meer gegevens ten opzichte van ‘mannen’ of ‘vrouwen’. Dus bij ‘mannen’ en ‘vrouwen’ worden meer gegevens uit omliggende regio’s meegenomen in de berekening. Op het kaartje is zien dat in omliggende postcodegebieden juist minder hoofd-halskankerdiagnoses zijn gesteld. Dat verklaart ook waarom de percentages bij mannen en vrouwen lager zijn.
Kortom: grote aantallen geven meer zekerheid over een gebied en gebieden kunnen in percentage omlaag getrokken worden door omringende gebieden als die omringende gebieden lagere cijfers hebben. De waarde in elk gebied is dus een gewogen gemiddelde van de eigen incidentie Ć©n incidenties van omringende gebieden, waarbij de omringende gebieden meer informatie afgeven (meer gewicht hebben) als er door lagere aantallen meer onzekerheid is in het gebied in kwestie.
Meer weten over smoothing? Lees dan hier verder.
Wie zijn er betrokken geweest bij het schrijven van de teksten?
Voor alle teksten in de atlas is overleg geweest met inhoudsdeskundige wetenschappelijk onderzoekers en waar nodig ook met zorgprofessionals en GGD-en.
Wat betekent de tekst die te zien is als ik op een gebied klik?
Als u in de Nederlandse Kankeratlas op een gebied klikt, verschijnt een venster waarin wordt weergegeven hoeveel procent het aantal diagnoses in dat gebied hoger of lager is dan wordt verwacht op basis van het Nederlands gemiddelde en of er weinig of voldoende zekerheid is dat de incidentie in dit gebied daadwerkelijk afwijkt. Het percentage dat in de atlas getoond wordt is een schatting. Door aan te geven of er weinig of voldoende zekerheid is dat het gebied daadwerkelijk afwijkt, laten we de mate van zekerheid van de SIR zien. Als er bijvoorbeeld staat ‘14% boven de verwachting op basis van het Nederlands gemiddelde, er is voldoende zekerheid dat dit gebied daadwerkelijk afwijkt’, dan betekent dit dat de kans groot is dat de werkelijke onderliggende SIR afwijkt van het Nederlands gemiddelde. Daarentegen, als er staat ‘14% boven de verwachting op basis van het Nederlands gemiddelde, er is weinig zekerheid dat dit gebied daadwerkelijk afwijkt’, betekent dit dat de kans klein is dat de werkelijke onderliggende SIR afwijkt van het Nederlands gemiddelde.
Bij de statistieken wordt het gemiddeld aantal nieuwe diagnoses per jaar weergegeven. Is dit alleen voor mijn eigen regio?
Nee, dit is het gemiddelde aantal diagnoses voor heel Nederland over de periode 2011 tot en met 2020.
Welke leeftijden zijn meegenomen in de atlas?
In de atlas zijn alle leeftijden meegenomen. De geschatte 'Standardised Incidence Ratio' (afgekort SIR) zijn gestandaardiseerd voor leeftijd, door in de analyses leeftijdsgroep tijdens diagnose mee te nemen. Door te standaardiseren voor verschillen in leeftijdsverdeling tussen de gebieden kunnen regionale verschillen niet meer toe te schrijven zijn aan een oudere of jongere bevolking in een gebied.
Kan je selecteren op leeftijd?
Nee, dit is niet mogelijk. In de atlas zijn alle leeftijden meegenomen. In de analyse wordt leeftijdsstandaardisatie uitgevoerd. Door te corrigeren voor verschillen in leeftijdsverdeling tussen de gebieden kunnen regionale verschillen niet meer toe te schrijven zijn aan een oudere of jongere bevolking in een gebied. Door middel van een gegevensaanvraag is het mogelijk om gegevens uit de NKR te ontvangen voor wetenschappelijk onderzoek of statistiek.
Wat betekent ‘er is weinig zekerheid dat dit gebied daadwerkelijk afwijkt’?
‘Er is weinig zekerheid dat dit gebied daadwerkelijk afwijkt’ betekent dat de kans heel klein is dat de werkelijke onderliggende 'Standardised Incidence Ratio' (afgekort SIR) echt afwijkt van het Nederlands gemiddelde.
Wat betekent ‘er is voldoende zekerheid dat dit gebied daadwerkelijk afwijkt’?
‘Er is voldoende zekerheid dat dit gebied daadwerkelijk afwijkt’ betekent dat de kans groot is dat de werkelijke onderliggende 'Standardised Incidence Ratio' (afgekort SIR) echt afwijkt van het Nederlands gemiddelde.
Om hoeveel diagnoses extra gaat het bij een verhoging van het aantal kankerdiagnoses?
Het aantal 'extra' diagnoses in een regio waar de incidentie hoger is dan verwacht, is verschillend per regio. Op basis van de geschatte SIRs (gestandaardiseerde incidentie ratio) in de atlas is het niet mogelijk om te achterhalen over hoeveel extra diagnoses het precies gaat. Twee gebieden met dezelfde SIR kunnen een totaal ander (absoluut) aantal diagnoses hebben. En twee gebieden met hetzelfde aantal 'extra' diagnoses kunnen een verschillende SIR hebben.
Hieronder zie je twee fictieve en versimpelde voorbeelden van gebieden met dezelfde SIR, maar een verschillend aantal extra diagnoses. De voorbeelden dienen alleen ter illustratie en geven een simpele manier van het berekenen van de SIR weer. Voor de atlas is de berekening ingewikkelder, omdat er informatie van aangrenzende gebieden wordt meegenomen (dit wordt smoothing genoemd).
In gebied 1 verwachten we over de 10 jaar tijdsperiode 10 diagnoses (rekening houdend met de bevolkingsgrootte en leeftijdsverdeling van dit gebied). Het werkelijke aantal diagnoses in dit gebied is 15. Er zijn in dit gebied dus 5 patiƫnten meer dan we zouden verwachten op basis van het Nederlands gemiddelde.
In gebied 2 verwachten we over de 10 jaar tijdsperiode 20 diagnoses (rekening houdend met de bevolkingsgrootte en leeftijdsverdeling van dit gebied). Het werkelijke aantal diagnoses in dit gebied is 30. Er zijn in dit gebied dus 10 patiƫnten meer dan we zouden verwachten op basis van het Nederlands gemiddelde.
Voor beide gebieden is de SIR in dit geval 1.50. In de atlas zou dit worden getoond als ‘50% boven de verwachting op basis van het Nederlands gemiddelde’.
Wat betekent ‘hoger’ of ‘lager’ in de atlas?
Voor elk gebied is met behulp van statistische modellen een schatting gemaakt van het aantal diagnoses ten opzichte van het Nederlands gemiddelde. Deze geschatte maat is de gestandaardiseerde incidentie ratio (SIR), waarbij een SIR met een waarde van 1 gelijk is aan wat verwacht wordt op basis van het Nederlands gemiddelde. Een SIR van 1.30 betekent dat het aantal kankerdiagnoses in een gebied 30% (of 1.3 keer) hoger is dan het verwachte aantal kankerdiagnoses voor dit gebied op basis van Nederlands gemiddelde. Een SIR van 0.70 betekent dat het aantal kankerdiagnoses 30% lager is dan (of 0.7 keer) het verwachte aantal kankerdiagnoses voor dit gebied op basis van Nederlands gemiddelde.
Echter, een gebied met een SIR lager dan 1 wordt niet automatisch bestempeld als 'lager', en een gebied met een SIR hoger dan 1 niet automatisch als 'hoger'. We nemen namelijk ook zekerheid mee en kijken naar hoe waarschijnlijk het is dat het aantal diagnoses Ć©cht afwijkt van wat we verwachten op basis van het Nederlands gemiddelde. Voor meer uitleg zie ‘Statistisch model kankerdiagnoses’.
Is het mogelijk om de achterliggende cijfers uit de atlas te halen?
Nee, dit is niet mogelijk. Voor de atlas zijn gestandaardiseerde incidentie ratios (SIRs) geschat met behulp van statistische modellen. Deze geschatte SIRs geven aan of het aantal kankerdiagnoses in een gebied hoger dan, gelijk aan of lager is dan verwacht op basis van het Nederlandse gemiddelde. Op basis van deze schattingen kunnen de onderliggende data niet worden achterhaald. Door middel van een gegevensaanvraag is het mogelijk om gegevens uit de NKR te ontvangen voor wetenschappelijk onderzoek of statistiek.
Wordt mortaliteit in de atlas getoond?
Nee, de focus is in eerste instantie alleen gelegd op incidentie.
Wordt sociaal-economische status (SES) in de atlas getoond?
Nee, de focus is in eerste instantie alleen gelegd op incidentie.
Wordt afstand tot zorg in de atlas getoond?
Nee, de focus is in eerste instantie alleen gelegd op incidentie
Welke postcode wordt gebruikt in de Kankeratlas?
Een van de items die in de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) wordt vastgelegd is postcode van de woonplaats op het moment van vaststelling van de kanker. Bij de analyses van de Kankeratlas is deze postcode gebruikt. Er zitten meestal tientallen jaren tussen blootstelling aan risicofactoren en een kankerdiagnose. De geografische verschillen in aantallen diagnoses van een bepaalde kankersoort in Nederland worden daarom voornamelijk veroorzaakt door verschillen in blootstelling aan risicofactoren uit het verleden. Aangezien mensen in de loop van hun leven verhuizen kan de plek waar iemand is blootgesteld aan een risicofactor verschillen van de plek waar de kanker is vastgesteld. Het was niet mogelijk om bij de analyse rekening te houden met verhuizingen.
Wat wordt bedoeld met smoothing?
De geschatte SIRs (gestandaardiseerde incidentie ratios) in de Nederlandse Kankeratlas zijn zoals dat heet “gesmooth”. Dit betekent dat voor de berekening van de SIRs niet alleen de informatie uit Ć©Ć©n specifiek gebied, maar ook informatie uit aangrenzende gebieden wordt meegenomen in de analyses.
Door te ‘smoothen’ worden de geschatte SIRs nauwkeuriger en minder beĆÆnvloed door willekeurige schommelingen. Willekeurige schommelingen in de kankerincidentie (aantal nieuwe kankerdiagnoses) hebben vooral veel effect op de SIRs in gebieden waar weinig mensen wonen en/ of weinig kanker voorkomt. Een verschil van bijvoorbeeld 1 kankerdiagnose zorgt in een gebied waar weinig kanker voorkomt voor veel extremere schattingen van de SIR dan een verschil van 1 kankerdiagnose in een gebied waar veel kanker voorkomt.
In een hypothetisch voorbeeld: Als in een klein gebied 3 kankerdiagnoses worden waargenomen en er worden er 2 verwacht (SIR= 3/2 = 1.5), dan lijkt de incidentie 50% hoger dan verwacht. Maar in een groter gebied waar 30 kankerdiagnoses worden waargenomen en er 29 worden verwacht (SIR = 30/29 = 1.03) is de incidentie slechts 3% hoger dan verwacht. Kleine gebieden kunnen op deze manier voor extreme uitschieters zorgen, terwijl de verschillen soms simpelweg door willekeur komen. Door te ‘smoothen’ worden dit soort extreme uitschieters minder extreem en wordt de onzekerheid van de geschatte SIR kleiner. Gebieden waarin de incidentie echt afwijkt (hoger of lager aantal diagnoses) van wat er wordt verwacht zullen na ‘smoothing’ nog steeds afwijken. Aangrenzende gebieden die vanwege kleine aantallen afwijken vanwege toeval zullen na ‘smoothing’ meer op elkaar lijken dan voor de ‘smoothing. ‘Smoothen’ leidt tot een stabieler en realistischer beeld van het geografische patroon van de kankerincidentie. Meer uitleg over de statistische methoden is hier te vinden.
Een ander voordeel van ‘smoothen’ is dat hiermee de privacy van de kankerpatiĆ«nten wordt gewaarborgd, omdat individuele gevallen niet meer te achterhalen zijn uit de cijfers in de atlas.
Zie Figuur 7a voor een hypothetisch voorbeeld van het verschil tussen resultaten die niet ‘gesmooth’ zijn en resultaten die wel ‘gesmooth’ zijn.
Figuur 7a. Links: geobserveerde incidentie. Rechts: incidentie met smoothing.
Zijn de kaarten in de atlas ook zonder smoothing te bekijken?
Nee, de cijfers in de atlas worden alleen ‘gesmooth’ getoond. Dit is gedaan om twee redenen. De eerste is dat door ‘smoothing’ de privacy van de individuele kankerpatiĆ«nten wordt gewaarborgd. De tweede is dat de ‘smoothing’ ervoor zorgt dat de schattingen van de gestandaardiseerde incidentie ratios's (SIRs) stabieler en nauwkeuriger zijn. Willekeurige schommelingen in de kankerincidentie in gebieden waar weinig mensen wonen hebben dan minder grote effecten op de SIRs. ‘Gesmoothe’ schattingen zijn bedoeld om de werkelijke verschillen in kankerdiagnoses tussen gebieden weer te geven.
Op welke manieren wordt in de atlas rekening gehouden met (on)zekerheid?
In de Nederlandse Kankeratlas wordt op verschillende manieren informatie gegeven over de zekerheid van de gestandaardiseerde incidentie ratio's (SIRs). De atlas geeft twee maten van zekerheid weer. De eerste is de mate van waarschijnlijkheid dat de SIR echt afwijkt van het Nederlands gemiddelde, en de tweede is het zogenaamde ‘waarschijnlijkheidsinterval’, wat aangeeft hoe precies de SIR is.
De mate van waarschijnlijkheid dat de SIR echt afwijkt van het Nederlands gemiddelde is weergegeven in de V-diagram en door middel van kleurgebruik op de kaart (transparantie). Het waarschijnlijkheidsinterval is weergegeven in het zogenaamde golf-diagram.
Meer uitleg hierover is hier te vinden.
Hoe kan ik voor een gebied wisselen naar een andere kankersoort?
Als u in de Kankeratlas op een gebied klikt, verschijnt een venster waarin verschillende kankersoorten staan. Door in dit venster op het blokje naast de kankersoort te klikken, verspringt de kaart naar deze kankersoort. Op deze manier kunt u in een postcodegebied alle kankersoorten bekijken. Aan de kleur van het blokje kunt u zien voor welke kankersoorten in het postcodegebied het aantal diagnoses lager dan (blauw), gelijk aan (geel) of hoger is dan (oranje/rood) verwacht op basis van het Nederlandse gemiddelde. In het venster kunt u ook kiezen voor een rasterweergave (rechtsboven in het venster naast het kruisje). In de rasterweergave wordt voor alle kankersoorten in een overzicht aangegeven of het aantal diagnoses lager dan, gelijk aan of hoger is dan verwacht op basis van het Nederlandse gemiddelde. Ook hier kunt u op een blokje klikken, waardoor de kaart verspringt naar deze kankersoort.
Ik zie geen volledige tekst bij ‘info kankersoorten’.
Onder het tekstveld staat ‘Meer informatie’. Door in de tekst naar beneden te scrollen, of door op het pijltje onder ‘Meer informatie’ te klikken wordt de rest van de tekst zichtbaar.
Waarom verandert de beschrijvende tekst niet automatisch mee als ik een andere kankersoort in het rechter menu selecteer?
Dit is in de atlas helaas niet mogelijk. Als u de beschrijvende tekst van een andere kankersoort wilt lezen, kunt u in het linker menu een andere kankersoort selecteren. Als u dat doet, verandert de kaart wel mee.
Hoe is de selectie van kankersoorten tot stand gekomen?
Bij de selectie van kankersoorten is gekeken of er voldoende aantallen diagnoses gesteld zijn om een betrouwbare schatting te kunnen maken. De kankersoorten die in de atlas getoond worden zijn daarom de meest voorkomende kankersoorten. Het gaat hierbij om primaire tumoren, niet om metastasen (uitzaaiingen).
Waarom zie je soms zwarte kruisjes op de kaart?
In de atlas ontbreken soms stukjes van de kaart. Deze gebieden worden weergegeven als zwarte gebieden met lichte kruisjes. Dit zijn gebieden waar geen of te weinig mensen wonen om een betrouwbare schatting te maken. Dit is bijvoorbeeld het geval voor de haven van Rotterdam en de Maasvlakte op de kaart met 3-cijferig postcodeniveau. Maar ook op de kaart met 4-cijferig postcodeniveau zie je dat bijvoorbeeld aan de zuidkant van Eindhoven of op Schokland in de Noordoostpolder.
Is de atlas ook toegankelijk voor mensen die kleurenblind zijn?
In de Nederlandse Kankeratlas wordt de geografische spreiding van kanker door middel van een range aan kleuren weergegeven op de kaart. Het gebruikte kleurenschema is geselecteerd door de makers van de Dat vergt namelijk een nieuwe en zeer arbeidsintensieve analyse.Australische Kankeratlas. Bij het maken van de kleurselectie, is rekening gehouden met de behoeften van mensen met verschillende vormen van kleurenblindheid. Een kleurenblindheidssimulator (https://www.color-blindness.com/coblis-color-blindness-simulator/) leverde substantieel bewijs dat het gekozen kleurenschema nog steeds interpreteerbaar was door de meeste vormen van kleurenblindheid, afgezien van monochromatisme.
Voor sommige kankersoorten is de incidentie toegenomen. Is dit zichtbaar in de atlas?
In de huidige versie van de atlas is geen informatie opgenomen over trends in de afgelopen jaren. Dat vergt namelijk een nieuwe en zeer arbeidsintensieve analyse. Er is eind 2022 wel een IKNL-rapport verschenen over de nationale trends in Nederland: ‘Rapport Kanker in Nederland. Trends en prognoses tot en met 2032’.
Hoe mag ik gegevens van de atlas gebruiken?
Op de website van IKNL staat bij disclaimer uitgelegd hoe u informatie van de atlas kunt gebruiken. Daarbij beschouwen we de Nederlandse Kankeratlas als onderdeel van de IKNL website.