Cijfers hemato-oncologie
Onderstaande cijfers zijn gebaseerd op de Nederlandse Kankerregistratie (NKR), die diverse gegevens vastlegt over de diagnostiek en behandeling van alle patiënten met kanker in Nederland. De NKR is sinds 1989 landelijk dekkend. Hieronder beschrijven we de cijfers over incidentie, behandeling, overleving, prevalentie en sterfte van dikkedarm- en endeldarmkanker.
Incidentie
Het totaal aantal diagnoses hematologische kanker is in een periode van ruim 25 jaar meer dan verdubbeld van circa 4.200 in 1989 naar 9.700 in 2016. Hematologische kankersoorten komen veel voor bij ouderen; bijna de helft van alle patiënten is 70 jaar of ouder als zij de diagnose krijgen. Het aantal patiënten met hematologische kanker zal gezien de vergrijzing de komende jaren dan ook aanzienlijk toenemen.
Sinds 2001 zijn een aantal hematologische ziektebeelden (zoals MDS en een aantal vormen van MPN) officieel erkend als kanker en daarom ook opgenomen in de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). Dit verklaart de scherpe toename in het aantal nieuwe patiënten met een hematologische kanker tussen 2000 en 2001.
Overleving
De overleving van hematologische kankers is sinds 1989 toegenomen. Tussen de verschillende hematologische maligniteiten zit wel groot verschil. Waar de 5-jaarsoverleving van bijvoorbeeld non-hodgkinlymfomen tot ruim 80% steeg, is slechts 26% van de mensen met acute myeloïde leukemie na 5 jaar nog in leven. Vanwege deze verschillen zijn overlevingscijfers per individuele maligniteit beschikbaar.
Prevalentie
Er leven ruim 61.000 personen in Nederland die in de 10 jaar daarvoor werden gediagnosticeerd met een hematologische kankersoort en nog in leven waren (10-jaarsprevalentie).
Sterfte
In 2022 overleden in Nederland iets minder dan 4000 mensen aan een hematologische kankersoort.
Hematologische kanker in 2032
Hieronder vindt u de prognoses over de incidentie, sterfte, prevalentie en overleving voor de volgende groepen hematologische maligniteiten opgenomen: myeloïde maligniteiten, lymfomen en lymfatische leukemie, en plasmaceltumoren.
Incidentie
De groep myeloïde maligniteiten omvat meerdere zeer diverse groepen nieuwvormingen van de myeloïde cellijn: myeloproliferatieve nieuwvormingen (MPN), MDS en gemengd myelodysplastische/myeloproliferatieve nieuwvormingen, maar ook AML en gerelateerde nieuwvormingen. Omdat de classificatie van een aantal van deze ziektebeelden in 2000 door de Wereldgezondheidsorganisatie is aangepast (van goedaardig naar kwaadaardig)worden cijfers vanaf 2001 getoond.
De stijging in het risico op myeloïde maligniteiten tot ongeveer 2010 komt voornamelijk door de aanpassing van de classificatie en verbetering van de diagnostiek van deze ziektebeelden. Daarnaast is de compleetheid in de registratie toegenomen. Twee van de meest voorkomende myeloïde maligniteiten zijn myelodysplastische syndromen (MDS)en acute myeloïde leukemie (AML). Deze kunnen veroorzaakt worden door eerdere behandeling met chemotherapie of blootstelling aan bestraling. Omdat een steeds meer kankerpatiënten deze behandelingen krijgen, had dat kunnen leiden tot een toename van myeloïde maligniteiten, maar dit is niet zichtbaar in de cijfers vanaf 2010. Mogelijk heeft een afname in andere (deels onbekende)factoren, zoals roken of blootstelling aan chemische stoffen als benzeen, deze toename gecompenseerd. Het aantal nieuwe diagnoses stijgt naar verwachting van 1.321 vrouwen en 1.754 mannen naar ongeveer 1.600 vrouwen en ongeveer 2.350 mannen.
Lymfomen en lymfatische leukemie
Onder lymfomen en lymfatische leukemie vallen meerdere zeer diverse groepen nieuwvormingen van de lymfoïde cellijn; precursor lymfatische nieuwvormingen, vooral acute lymfatische leukemie (ALL) mature nieuwvormingen van B- en T-cellen, onder andere non-hodgkinlymfomen (NHL) en chronische lymfatische leukemie (CLL) alsmede hodgkinlymfoom (HL). Er worden tientallen verschillende ziektebeelden onderscheiden. De plasmaceltumoren, die ook tot de mature B-cel nieuwvormingen behoren, worden vanwege het afwijkende klinisch karakter apart beschreven.
Het risico op lymfomen en lymfatische leukemie is de afgelopen decennia licht stegen, voor mannen iets meer dan bij vrouwen. Op basis van deze trend is de verwachting dat het risico voor mannen nog iets verder toeneemt en voor vrouwen stabiel blijft. Voor de meeste ziektebeelden zijn de risicofactoren niet bekend, maar sommige hangen samen met genetische/erfelijke factoren, virale (o.a. EpsteinBarr) of bacteriële (H. pylori) infecties en immunodeficiëntie (zoals in AIDS of auto-immuunziekten). Het aantal nieuwe diagnoses neemt toe van 2.388 vrouwen en 3.473 mannen in 2019 naar 2.900 vrouwen en 4.500 mannen in 2032, met name door de vergrijzing.
Plasmaceltumoren
Tot de maligne plasmaceltumoren behoren drie ziektebeelden: multipel myeloom, solitair plasmacytoom en extramedullair plasmacytoom. Multipel myeloom (ook wel de ziekte van Kahler genoemd) omvat ongeveer 95% van het totaal.
Het risico op het krijgen van een plasmaceltumor nam de afgelopen decennia iets toe bij mannen en bleef ongeveer gelijk bij vrouwen. Naar verwachting stijgt het aantal diagnoses van 535 vrouwen en 906 mannen in 2019 naar ongeveer 680 vrouwen en ongeveer 1.075 mannen in 2032.
Sterfte
Myeloïde maligiteiten
De groep myeloïde maligniteiten omvat meerdere zeer diverse groepen nieuwvormingen van de myeloïde cellijn: myeloproliferatieve nieuwvormingen (MPN), MDS en gemengd myelodysplastische/myeloproliferatieve nieuwvormingen, maar ook AML en gerelateerde nieuwvormingen. Omdat de classificatie van een aantal van deze ziektebeelden in 2000 door de Wereldgezondheidsorganisatie is aangepast (van goedaardig naar kwaadaardig)worden cijfers vanaf 2001 getoond.
Het risico om te overlijden aan myeloïde maligniteiten is de afgelopen decennia ongeveer gelijk gebleven. In 2019 overleden 487 vrouwen en 640 mannen aan myeloïde maligniteiten. Naar verwachting zijn dat ongeveer 600 vrouwen en 930 mannen in 2032.
Lymfomen en lymfatische leukemie
Onder lymfomen en lymfatische leukemie vallen meerdere zeer diverse groepen nieuwvormingen van de lymfoïde cellijn; precursor lymfatische nieuwvormingen, vooral acute lymfatische leukemie (ALL) mature nieuwvormingen van B- en T-cellen, onder andere non-hodgkinlymfomen (NHL) en chronische lymfatische leukemie (CLL) alsmede hodgkinlymfoom (HL). Er worden tientallen verschillende ziektebeelden onderscheiden. De plasmaceltumoren, die ook tot de mature B-cel nieuwvormingen behoren, worden vanwege het afwijkende klinisch karakter apart beschreven.
Het risico om te sterven aan een lymfoom of leukemie is de laatste twintig jaar gedaald door betere behandelingen en blijft naar verwachting in de komende jaren dalen. Ondanks de daling in het risico neemt door de vergrijzing het aantal sterfgevallen toe: van 709 vrouwen en 1.023 mannen in 2019 tot ongeveer 800 vrouwen en 1.200 mannen in 2032.
Plasmaceltumoren
Tot de maligne plasmaceltumoren behoren drie ziektebeelden: multipel myeloom, solitair plasmacytoom en extramedullair plasmacytoom. Multipel myeloom (ook wel de ziekte van Kahler genoemd) omvat ongeveer 95% van het totaal.
Het risico om te sterven aan plasmaceltumoren is de afgelopen jaren gedaald. Het aantal mensen dat overlijdt aan een plasmaceltumor neemt toe van 359 vrouwen en 477 mannen in 2019 naar ongeveer 400 vrouwen en 600 mannen in 2032.
Prevalentie
Myeloïde maligiteiten
De groep myeloïde maligniteiten omvat meerdere zeer diverse groepen nieuwvormingen van de myeloïde cellijn: myeloproliferatieve nieuwvormingen (MPN), MDS en gemengd myelodysplastische/myeloproliferatieve nieuwvormingen, maar ook AML en gerelateerde nieuwvormingen. Omdat de classificatie van een aantal van deze ziektebeelden in 2000 door de Wereldgezondheidsorganisatie is aangepast (van goedaardig naar kwaadaardig)worden cijfers vanaf 2001 getoond.
Naar verwachting stijgt de 10-jaarsprevalentie van myeloïde maligniteiten van 7.338 vrouwen en 8.030 mannen in 2019 naar ongeveer 11.850 vrouwen en bijna 12.300 mannen in 2032.
Lymfomen en lymfatische leukemie
Onder lymfomen en lymfatische leukemie vallen meerdere zeer diverse groepen nieuwvormingen van de lymfoïde cellijn; precursor lymfatische nieuwvormingen, vooral acute lymfatische leukemie (ALL) mature nieuwvormingen van B- en T-cellen, onder andere non-hodgkinlymfomen (NHL) en chronische lymfatische leukemie (CLL) alsmede hodgkinlymfoom (HL). Er worden tientallen verschillende ziektebeelden onderscheiden. De plasmaceltumoren, die ook tot de mature B-cel nieuwvormingen behoren, worden vanwege het afwijkende klinisch karakter apart beschreven.
De 10-jaarsprevalentie van lymfomen en lymfatische leukemie blijft de komende jaren stijgen door de combinatie van hogere incidentie en lagere sterftekansen. De 10-jaarsprevalentie neemt toe van 15.713 vrouwen en 21.742 mannen in 2019 naar ongeveer 21.500 vrouwen en 31.750 mannen in 2032.
Plasmaceltumoren
Tot de maligne plasmaceltumoren behoren drie ziektebeelden: multipel myeloom, solitair plasmacytoom en extramedullair plasmacytoom. Multipel myeloom (ook wel de ziekte van Kahler genoemd) omvat ongeveer 95% van het totaal.
De komende tien jaar zal de 10-jaarsprevalentie naar verwachting stijgen van 2.876 vrouwen en 4.080 mannen in 2019 tot 4.200 vrouwen en 5.800 mannen in 2032.
Overleving
Myeloïde maligiteiten
De relatieve overleving van alle myeloïde ma - ligniteiten tezamen verbeterde in de afgelopen twintig jaar. Het percentage vrouwen dat één jaar na diagnose nog in leven is nam toe van 68% naar 81%. Bij mannen steeg dit van 65% naar 77%. De 5-jaarsoverleving steeg van 48% naar 63% bij vrouwen en van 41% naar 55% bij mannen. De verbetering in overleving is grotendeels het gevolg van effectievere behandelingen en gerichtere inzet van behandelingen.
Lymfomen en lymfatische leukemie
De relatieve overleving van alle lymfomen en lymfatische leukemie tezamen nam de afgelopen twintig jaar toe bij zowel vrouwen als mannen. Het percentage vrouwen dat vijf jaar na diagnose nog in leven is, steeg van 58% naar 78%. Bij mannen gaat het om een stijging van 51% naar 76%. Met name de gerichtere inzet en verbetering van behandelingen zorgden voor een verbetering in overleving.
Plasmaceltumoren
De relatieve overleving van plasmaceltumoren verbeterde vooral na de millenniumwisseling door verbeterde behandelingen. De 1-jaarsoverleving steeg tussen 1990-1994 en 2015-2019 van 75% naar 86% bij vrouwen en van 72% naar 86% bij mannen. De 5-jaarsoverleving verdubbelde in deze periode ongeveer, van 32% naar 60% bij vrouwen en van 29% naar 60% bij mannen.
Lees hier het hele rapport 'Kanker in Nederland, trends en prognoses tot en met 2032'