Herhaalde schildwachtklierprocedure veilig en uitvoerbaar
Herhaling van de schildwachtklierprocedure is een goed uitvoerbare, veilige ingreep bij patiënten met een gerecidiveerd mammacarcinoom die eerder een borst- en/of okselklieroperatie kregen. Dat betekent dat het standaard toepassen van een okselklierdissectie bij deze patiënten achterwege kan blijven, waardoor postoperatieve klachten zoals lymfoedeem kunnen worden voorkomen. Dit is één van de conclusies in het proefschrift waarop Guusje Vugts (Catharina Ziekenhuis, Eindhoven) donderdag 16 juni 2016 promoveerde aan Maastricht University.
lees verderMiltbestraling mogelijk waardevolle behandeloptie kwetsbare CLL-patiënt
Radiotherapeutische behandeling van de milt is weliswaar een oude methode, maar een behandeloptie die zeker niet mag worden vergeten bij kwetsbare (oudere) patiënten met symptomatische, chronische lymfatische leukemie (CLL) die daarnaast te maken hebben met comorbiditeiten. Die conclusie trekken Anna Aalbers (Reinier de Graaf Ziekenhuis) en collega’s in een artikel in The Netherlands Journal of Medicine. Volgens de onderzoekers kan bestraling van de milt bij deze patiënten bijdragen aan langere perioden van hematologische remissie en verbeterd welbevinden met slechts geringe of geen toxiciteit.
lees verderENSURE: studie naar minder intensieve follow-up bij baarmoederkanker
IKNL voert momenteel in samenwerking met ziekenhuizen wetenschappelijk onderzoek uit naar het aantal bezoeken aan de gynaecoloog tijdens de follow-up van patiënten die behandeld zijn vanwege een vroeg stadium van baarmoederkanker. Het doel is na te gaan of patiënten die minder follow-up-bezoeken krijgen even tevreden zijn met de zorg vergeleken met patiënten die de reguliere aantal follow-up bezoeken krijgen. Medisch gezien is een follow-up niet nodig bij een vroeg stadium van baarmoederkanker, omdat de kans op een recidief erg klein is. Daarnaast gaat een recidief bijna altijd gepaard met duidelijke klachten, zoals bloedverlies.
lees verderToename nefronsparende behandelingen bij kleine niertumoren in Nederland
Patiënten met kleine niertumoren (stadium T1, < 7 cm) worden in Nederland overwegend behandeld volgens de actuele richtlijnen. In vergelijking met een recente, Zweedse studie krijgen patiënten in ons land iets vaker een nefronsparende behandeling. In 2014 werd 67% van de Nederlandse patiënten met een T1a (< 4 cm) nefronsparend behandeld, van wie de overgrote meerderheid een partiële nefrectomie kreeg en een klein deel thermische ablatie. Een jonge leeftijd, een niet-centrale tumorlocatie en behandeling in een ziekenhuis met een hoog behandelvolume blijken samen te hangen met een hogere kans op een partiële nefrectomie versus een radicale nefrectomie.
lees verderSteeds meer minimaal invasieve chirurgie bij dikkedarmkanker in Europa
Steeds meer patiënten met dikkedarmkanker krijgen minimaal invasieve chirurgie bij het verwijderen van de tumor, maar er zijn nog wel grote verschillen tussen diverse Europese landen en klinische centra in het toepassen van deze techniek. Dat concludeert een internationale groep onderzoekers in een publicatie in Medicine met behulp van data van onder andere de NKR. De studie ondersteunt de bijdrage die minimaal invasieve chirurgie kan leveren bij het verbeteren van de overleving; ook bij patiënten met een gevorderd stadium en bij oudere patiënten. Extra onderzoek is nodig om de rol van minimaal invasieve chirurgie te bevestigen op de langetermijnoverleving van deze patiënten.
lees verderGebruik chemotherapie bij gen-expressieprofiel borstkanker vrijwel gelijk
Hoewel de richtlijnen zijn aangepast, is het aandeel patiënten met een vroeg stadium van borstkanker (ER+ / HER2) dat chemotherapie krijgt voorgeschreven op basis van een gen-expressieprofiel vrijwel gelijk gebleven in de periode 2012-2014 ten opzichte van 2004-2006. Dat blijkt uit onderzoek van Anne Kuijer (Diakonessenhuis Utrecht) en collega’s. Sinds verbreding van de indicaties worden echter 13% méér patiënten geschikt geacht om in aanmerking te komen voor chemotherapie. Het consistente aandeel chemotherapie duidt erop dat aanpassingen van richtlijnen in de praktijk niet automatisch worden gevolgd. In de discussie gaan de onderzoekers in op mogelijke oorzaken.
lees verderChirurgische complicaties en overleving dikkedarmkanker stadium I-III
Frequent voorkomende complicaties na chirurgie, zoals naadlekkage, (buik)sepsis en overmatig bloedverlies, hebben bij patiënten met dikkedarmkanker ernstige gevolgen voor de uitkomsten op korte en lange termijn. Die conclusie staat te lezen in een publicatie van Anne Breugom (LUMC) en collega’s op basis van een studie in vijf ziekenhuizen in West-Nederland. De studie bevestigt de langdurige effecten van chirurgische complicaties die onder meer leiden tot een verminderde 1-jaarsoverleving, daling van de algehele 5-jaarsoverleving en toegenomen kans op recidieven bij deze patiënten.
lees verderRelatie tussen volume en overleving bij uitgezaaide alvleesklierkanker
Patiënten met gemetastaseerde alvleesklierkanker die palliatieve systeemtherapie krijgen in een medisch centrum met een hoog behandelvolume hebben een betere overleving. Dat blijkt uit een studie van Nadia Haj Mohammad (AMC) en collega’s. De bevindingen liggen in lijn met publicaties over pancreaschirurgie, waarin een relatie tussen volume en uitkomst wordt beschreven. In de discussie gaan de onderzoekers in op een aantal beperkingen van deze population-based studie, waardoor er nog geen aanbevelingen voor de klinische praktijk gedaan kunnen worden.
lees verder