Behandeling met obinutuzumab is kosteneffectief bij patiënten met CLL

Behandeling van nieuw gediagnosticeerde patiënten met chronische lymfatische leukemie (CLL) met de combinatie obinutuzumab en chloorambucil is een kosteneffectieve behandeling in vergelijking met andere behandelopties, zoals chloorambucil monotherapie, of chloorambucil in combinatie met rituximab of ofatumumab. Dat concludeert een groep Nederlandse onderzoekers van de Erasmus Universiteit, UMC Groningen, Reinier de Graaf (Delft), Roche en IKNL. Ter bevestiging van de huidige studie is een directe vergelijking wenselijk tussen de kosten en effecten van chloorambucil in combinatie met obinutuzumab of ofatumumab.

Behandeling van nieuw gediagnosticeerde patiënten met CLL met obinutuzumab gecombineerd met chloorambucil blijkt, op basis van de CLL11 trial, superieur wat betreft extra overlevingswinst te zijn aan behandeling van deze patiënten met de combinatie rituximab met chloorambucil of uitsluitend chloorambucil. In deze studie is de kosteneffectiviteit van de verschillende therapieën vergeleken voor Nederlandse patiënten.

Vergelijking van kosten
Voor het berekenen van de kosteneffectiviteit van deze therapieën in Nederland werd een Markov-model uit het Verenigd Koninkrijk aangepast naar de Nederlandse context; er werden Nederlandse kosten per eenheid gebruikt en voor het bepalen van de achtergrondsterfte en overleving na progressie van de ziekte werden Nederlandse databronnen gebruikt, waaronder de PHAROS-registry en het CBS.

Volgens schatting was de incrementele winst voor obinutuzumab en chloorambucil 1,06 voor kwaliteit gecorrigeerde levensjaren (quality-adjusted life years (QALY’s)) in vergelijking met chloorambucil en 0,64 QALY’s voor rituximab en chloorambucil. De extra kosten voor obinutuzumab en chloorambucil ten opzichte van chloorambucil monotherapie bedroegen € 23.208. De meerkosten ten opzichte van chloorambucil en rituximab bedroegen € 7.254 per patiënt. De corresponderende incrementele kosteneffectiviteitsverhouding per QALY was € 21.823 bij obinutuzumab en chloorambucil versus chloorambucil en € 11.344 voor obinutuzumab en chloorambucil versus rituximab en chloorambucil.

Naast de directe vergelijking met rituximab en chloorambucil en chloorambucil monotherapie is er een indirecte vergelijking  gemaakt met ofatumumab en chloorambucil. De incrementele effecten van obinutuzumab en chloormabucil ten opzichte van ofatumumab en chloorambucil varieerde afhankelijk van de methode tussen de 0,44-0,77 QALY's. De extra kosten varieerden van € 7.041 tot € 5.028 per patiënt. De corresponderende incrementele kosteneffectiviteitsratio’s lagen tussen € 6.556 tot € 16.180 per QALY. De sensitiviteitsanalyse die de onderzoekers uitvoerden, toonde de robuustheid aan van deze uitkomsten.

GCLB kosteneffectief
Hedwig Blommestein (Erasmus Universiteit en IKNL) en collega’s concluderen dat, hoewel de huidige studie enige beperkingen kent, behandeling van patiënten met chronische lymfatische leukemie met obinutuzumab gecombineerd met chloorambucil een kosteneffectieve behandelstrategie is in vergelijking met behandelopties zoals chloorambucil, al dan niet in combinatie met rituximab of ofatumumab. De uitkomsten van deze studie kunnen bijdragen aan de besluitvorming rondom om klinische richtlijnen en geneesmiddelenvergoedingen en uiteindelijk het kiezen van een optimale behandeling. 

Aangezien er geen directe vergelijking beschikbaar was tussen behandeling met chloorambucil met obinutuzumab en ofatumumab, voerden de onderzoekers een indirecte vergelijking uit. Om de resultaten voor obinutuzumab gecombineerd met chloorambucil in de huidige studie te bevestigen, zou er een directe vergelijking uitgevoerd moeten worden tussen de twee behandelcombinaties. 
 

  • Blommestein HM, de Groot S, Aarts MJ, Vemer P, de Vries R, van Abeelen AF, Posthuma EF, Uyl-de Groot CA: ‘Cost-effectiveness of obinutuzumab for chronic lymphocytic leukaemia in The Netherlands’.

  • Meer informatie over deze publicatie is verkrijgbaar via bibliotheek@iknl.nl

Gerelateerd nieuws

Betere overleving bij MYC-R-DLBCL door toevoeging lenalidomide aan R-CHOP-kuur

Een vrouw met hoofdbedekking ligt in een stoel met een koptelefoon op terwijl ze chemokuur krijgt

De overleving van patiënten met een diffuus grootcellig B-cellymfoom (DLBCL) met een MYC-oncogenherschikking (MYC-R) verbetert na behandeling met R-CHOP met daaraan lenalidomide toegevoegd. Dit blijkt uit onderzoek van Vera de Jonge (Amsterdam UMC) en collega’s van diverse ziekenhuizen en IKNL. De Jonge gebruikte data uit de HOVON-130-studie, een fase-II-studie naar de veiligheid en effectiviteit van R-CHOP met lenalidomide, met data van de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) als controlegroep.

lees verder