Tumorgrootte belangrijkste voorspeller volledige respons bij borstkanker
De tumorgrootte op het moment van diagnose is de belangrijkste voorspeller voor een volledige pathologische respons na neoadjuvante chemotherapie bij invasieve borstkanker. Die conclusie staat te lezen in een studie van Briete Goorts (Maastricht UMC) en collega’s, waarin het effect is onderzocht van de tumorgrootte (klinisch tumorstadium) na behandeling met neoadjuvante chemotherapie op volledige pathologische respons. Patiënten met een kleinere tumorgrootte vertonen een significant hogere kans op een volledige pathologische respons dan patiënten met een grotere tumor, onafhankelijk van de HER2-status, oestrogeen- en progesteronreceptorstatus. Verder hangt een volledige pathologische respons samen met een 20% hogere ziektevrije en algehele 5-jaarsoverleving.
Patiënt met uitgezaaide dikkedarmkanker niet op voorhand ‘onbehandelbaar’
Oudere patiënten met uitgezaaide dikkedarmkanker en patiënten met buikvliesuitzaaiingen mogen op voorhand niet als ‘onbehandelbaar’ worden beschouwd. Uit promotieonderzoek van Lieke Razenberg (Catharina Ziekenhuis, IKNL) blijkt dat operatief verwijderen van alle zichtbare tumorweefsel in combinatie met het spoelen van de buik met verwarmde chemotherapie (CRS-HIPEC) bij geselecteerde patiënten met buikvliesuitzaaiingen een overleving van meer dan 32 maanden kan opleveren. Daarnaast dient volgens de promovenda bij oudere patiënten die niet in aanmerking komen voor combinatie-chemotherapie meer rekening gehouden te worden met alternatieven, zoals doelgerichte therapie.
lees verderKloof in overleving jonge en oudere patiënten met maagkanker neemt toe
De overleving van patiënten met maagkanker is tussen 1989 en 2013 sterk gestegen. Deze verbetering hangt waarschijnlijk samen met de sterke toename van het aandeel patiënten dat een maagoperatie plus chemotherapie kreeg aangeboden. Uit onderzoek van Stijn Nelen (Radboudumc) en collega’s blijkt echter dat jonge patiënten (tot 70 jaar) vaker een operatie en chemotherapie krijgen dan oudere patiënten. Waarschijnlijk is daardoor de overlevingskloof tussen beide patiëntengroepen toegenomen. Volgens de auteurs is er meer onderzoek nodig naar behandelopties voor (kwetsbare) ouderen met maagkanker om hun overlevingskansen te verbeteren.
lees verderGeen verschil in expressie hormoonreceptoren lobulair en ductaal carcinoom
De mate van expressie van oestrogeen- en/of progesteronreceptoren is zeer waarschijnlijk geen verstorende factor in studies naar de cytostaticagevoeligheid van invasief lobulair carcinoom en invasief ductaal carcinoom. Uit een studie met NKR-data door Wilfred Truin (Máxima Medisch Centrum Veldhoven) en collega’s blijkt namelijk dat bij patiënten met een positieve oestrogeen- en/of progesteronreceptorstatus de mate van expressie van deze receptoren niet verschilt tussen invasief lobulair carcinoom of invasief ductaal carcinoom. Volgens de onderzoekers is dit extra bewijs dat het histologische subtype van deze borsttumoren een belangrijke rol dient te spelen bij de besluitvorming rond het gebruik van chemotherapie bij deze patiënten.
lees verderTumoren in bovenste deel maagdarmkanaal: nog altijd moeilijk te verteren
De behandelmogelijkheden en overlevingskansen van patiënten met een tumor in het bovenste deel van het maagdarmkanaal zijn de afgelopen twintig jaar nauwelijks verbeterd. Ondanks het toegenomen gebruik van chemotherapie heeft deze behandeling alleen bij patiënten met uitgezaaide slokdarmkanker geleid tot een verbetering van de overleving. Dat blijkt uit het proefschrift ‘Hard to digest’ waarop Nienke Bernards (Catharina Ziekenhuis, IKNL) donderdag 14 april is gepromoveerd aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam.
lees verderPeritoneale metastasen bij GEP-NET sterk afhankelijk locatie primaire tumor
Een aanzienlijk aantal patiënten met een gastro-enteropancreatische neuro-endocriene tumor (GEP-NET) heeft ook te maken peritoneale metastasen. De frequentie van deze metastasen en de overlevingskansen blijken sterk afhankelijk te zijn van de locatie van de primaire tumor. Dat concluderen Ariana Madani (IKNL, Erasmus MC, MMC) en collega’s van een groot aantal Nederlandse ziekenhuizen op basis van studie met data van de Nederlandse Kankerregistratie. Inzicht in de incidentie en risicofactoren van peritoneale metastasen kan volgens de onderzoekers bijdragen aan het ontwikkelen van geïndividualiseerde behandelstrategieën bij patiënten met heterogene neoplasmen.
lees verderOnderhoudsbehandeling met CAP-B is beter, maar niet kosteneffectief
Onderhoudsbehandeling met capecitabine en bevacizumab bij patiënten met uitgezaaide dikkedarmkanker levert betere gezondheidseffecten op gemeten in quality-adjusted life years (QALY’s) en extra kosten per levensjaar vergeleken met patiënten die observationeel worden gevolgd. Daar staat tegenover dat onderhoudsbehandeling leidt tot relevante verhoging van de medische kosten, zo blijkt uit een studie van M. Franken (UMCU) en collega’s. Hoewel in Nederland geen consensus bestaat over het hanteren van een drempel voor de kosteneffectiviteit van oncologische behandelingen, kan onderhoudsbehandeling met CAP-B volgens de onderzoekers worden beschouwd als niet-kosteneffectief.
lees verderIntroductie minimaal invasieve maagresectie is veilig en haalbaar
Minimaal invasieve maagresecties kunnen op een veilige manier worden ingevoerd in ziekenhuizen in Westerse landen, indien de invoering verloopt aan de hand van een introductieprogramma. Dat stellen Hylke Brenkman (UMCU) en collega’s op basis van een studie met data van ruim 1.900 patiënten uit de Nederlandse Kankerregistratie. De onderzoekers keken hierbij naar oncologische resultaten op korte termijn. Voor een definitief antwoord op de vraag of minimaal invasieve maagresecties ook superieur zijn aan open maagresecties, moeten de uitkomsten van gerandomiseerde trials worden afgewacht.
lees verder