Therapie bij uitgezaaide castratie-resistente prostaatkanker blijft uitdaging
Eerstelijnstherapie met de middelen abiraterone en enzalutamide levert het beste bewijs voor verlenging van de progressievrije en algehele overleving bij chemotherapie-naïeve patiënten met gemetastaseerde, castratie-resistente prostaatkanker. Dat blijkt uit de systematische review van Michiel Poorthuis en Robin Vernooij (IKNL) en collega’s van VUmc en AMC. Op basis van wensen en voorkeuren van individuele patiënten kunnen ook andere behandelingen overwogen worden. Het bepalen van de volgorde en combineren van behandelopties blijft volgens de onderzoekers een uitdaging bij deze patiënten.
lees verderGrote variatie in directe borstreconstructies Nederlandse ziekenhuizen
Er bestaat grote variatie tussen ziekenhuizen in Nederland bij het gebruik van directe borstreconstructies na mastectomie, zowel bij patiënten met invasieve borstkanker als bij ductaal carcinoom in situ. Zelfs na correctie voor verschillen in patiënt- en tumorkenmerken blijven deze variaties zichtbaar. Dat blijkt uit een studie van Annelotte van Bommel (LUMC) en collega’s van Erasmus MC, IKNL, Diakonessenhuis Utrecht, NKI-AvL, DBCA, UMC Groningen en UT Twente. De studie omvat data uit alle Nederlandse ziekenhuizen van in totaal 16.953 vrouwen die tussen 1 januari 2011 tot en met 31 december 2013 een mastectomie kregen. Hoewel de onderzoekers diverse factoren vonden, gaven deze nog geen sluitende verklaring voor de waargenomen variatie.
Voor deze studie selecteerden de onderzoekers patiënten die tussen 1 januari 2011 en 31 december 2013 gediagnosticeerd zijn en een borstamputatie kregen vanwege primaire, invasieve borstkanker of ductaal carcinoom in situ. De selectiedata waren afkomstig van de Audit Breast Cancer van het Nationaal Borstkanker Overleg Nederland (NABON).
Vergelijking uitkomst na CRS+HIPEC vs. conventionele darmkankerchirurgie
Bij jonge patiënten met dikkedarmkanker én peritoneale metastasen komen na behandeling met CRS + HIPEC meer complicaties voor dan bij patiënten na conventionele chirurgie. Het gaat hierbij meestal om milde complicaties die veroorzaakt worden door minder gunstige tumoreigenschappen en een uitgebreidere operatie, maar die niet samenhangen met een verhoogde behandelgerelateerde mortaliteit. Dat blijkt uit een studie van Geert Simkens (Catharina Ziekenhuis) en collega’s uit Denemarken en Nederland (IKNL, Erasmus MC). De auteurs benadrukken dat bij vergelijkingen tussen ziekenhuizen in colorectale, chirurgische audits een adequate casemixcorrectie gehanteerd dient te worden.
lees verderGeen overtuigend bewijs voor betere overleving borstkanker met propranolol
Er is geen overtuigend bewijs dat het gebruik van propranolol of andere niet-selectieve bètablokkers leidt tot betere overlevingskansen voor patiënten met borstkanker. Die conclusie trekt een internationale groep onderzoekers uit België, Denemarken, Nederland, Engeland, Ierland, Noord-Ierland, Schotland en Zweden aan de hand van data van ruim 133.000 patiënten. Namens Nederland waren Pauline Vissers (IKNL) en Myrthe van Herk-Sukel (PHARMO) betrokken bij dit onderzoek. Het gaat om de grootste studie ooit uitgevoerd naar het gebruik en effect van propranolol bij de behandeling van patiënten met borstkanker.
Aanzienlijke variatie tussen centra in leverresecties bij colorectale uitzaaiingen
Er bestaat aanzienlijke variatie tussen ziekenhuizen in Nederland in het aandeel leverresecties uitgevoerd bij patiënten met synchrone, colorectale levermetastasen. Uit een landelijke population-based studie van Jorine ‘t Lam-Boer (Radboudumc) en collega’s blijkt dat patiënten in algemene ziekenhuizen minder kans hebben op het krijgen van een leverresectie in vergelijking met patiënten die gediagnosticeerd zijn in een medisch centrum gespecialiseerd in leveroperaties of academisch ziekenhuis. Ook vonden zij interregionale verschillen. De onderzoekers adviseren hepatobiliaire chirurgen te betrekken bij de bespreking van patiënten met colorectale levermetastasen in lokale, multidisciplinaire teams.
Borstkankerspecifieke overleving van borstsparende behandeling en amputatie nader onderzocht
Op 30 januari 2017 presenteren onderzoekers van Erasmus MC, IKNL en Universiteit Twente de resultaten van hun onderzoek naar de behandeling van patiënten met borstkanker zonder uitzaaiingen. Ze concluderen dat een deel van de patiënten in de toekomst mogelijk meer baat heeft bij borstsparende therapie. Dit onderzoek bouwt voort op eerder onderzoek. Nu werd echter ook gekeken naar doodsoorzaken en naar subgroepen, bijvoorbeeld patiënten met bijkomende ziekten.
lees verderWankele balans in diagnostiek en behandeling oudere kankerpatiënten
Het blijft een wankele balans in de diagnostiek en behandeling van oudere patiënten met kanker en wat een patiënt aan kan. Dat concluderen IKNL-onderzoekers en medisch specialisten in het rapport ‘Kankerzorg in beeld, de oudere patiënt’. Oudere patiënten krijgen andere diagnostiek en andere behandelingen dan jongere patiënten. Bij praktisch alle soorten kanker zijn er ook grote verschillen tussen ziekenhuizen. De wankele balans tussen de klinische bevindingen, de zwaarte van een behandeling, de vitaliteit, de sociale omgeving en de wensen van de patiënt vraagt om maatwerk in diagnostiek en behandeling. Aanvullende registratie van gegevens moet dit maatwerk gaan onderbouwen.
lees verderBorstsparende therapie bij T1-2N2 gelijk aan mastectomie & radiotherapie
Patiënten met stadium T1-2N2 borstkanker die borstsparende chirurgie aangevuld met radiotherapie krijgen, hebben een algehele, relatieve en afstandsmetastasevrije 10-jaarsoverleving die minstens gelijk is aan die van patiënten die mastectomie en radiotherapie kregen. Die conclusie trekken Marissa van Maaren (IKNL) en collega’s op basis van de eerste population-based studie naar het resultaat van beide behandelopties in deze specifieke patiëntengroep. De onderzoekers benadrukken dat deze uitkomst voorzichtig geïnterpreteerd dient te worden, maar geven tevens aan dat deze bevinding aansluit bij een eerdere studie gepubliceerd in The Lancet Oncology. Ze adviseren arts en patiënt om samen tot een goed besluit te komen, waarin de risico's en voordelen van beide behandelopties worden meegewogen.
lees verder