Thesis klinische en pathologische aspecten dunnedarm- en appendixkanker
Patiënten met zeldzame dunne darm- en appendixkanker krijgen in de klinische praktijk vaak nog eenzelfde behandeling als patiënten met maag- en dikkedarmkanker. De onderbouwing hiervoor ontbreekt grotendeels concludeert Laura Legué in haar proefschrift. Daarin toont ze aan dat dunne darm- en appendixkanker unieke kankersoorten zijn, met elk een zeer verschillend ziektebeloop. Verder blijkt dat bij gemetastaseerde dunnedarmkanker slechts een minderheid van de patiënten palliatieve chemotherapie ontvangt. En bij appendixkanker met uitzaaiingen naar het buikvlies heeft het histologisch subtype een belangrijke prognostische waarde.
lees verderIncidentie acute promyelocyten leukemie lijkt hoger bij Spaanse achtergrond
Acute promyelocyten leukemie lijkt vaker voor te komen bij mensen met een Spaanse achtergrond. Dat blijkt uit onderzoek van Avinanash Dinmohamed en Otto Visser (IKNL) met behulp van gegevens van RARECAREnet, een Europese databank waarin informatie over zeldzame vormen van kanker is opgeslagen. Extra onderzoek is volgens de onderzoekers nodig om de etiologisch factoren tussen groepen met verschillende genetische achtergronden en leefomgevingsfactoren nader te specificeren.
lees verderOverleving van kankerpatiënten vijf jaar na diagnose stijgt met ongeveer 1% per jaar
De overleving vijf jaar na een diagnose kanker is gestegen naar 65%. Dat blijkt uit de Nederlandse Kankerregistratie op basis van het diagnosejaar 2013 en de overleving in 2018. Een jaar eerder was de relatieve overleving na 5 jaar nog 64%. Deze 5-jaarsoverleving van patiënten met kanker stijgt met gemiddeld ongeveer 1% per jaar, dankzij verbeterde diagnostiek en behandelingen. Helaas blijft de overleving van een aantal kankersoorten laag, zoals maagkanker en alvleesklierkanker.
lees verderGebruik meerdere (signalerings)bronnen verhoogt compleetheid registratie
Individuele bronnen waarin informatie over kanker is vastgelegd, zijn niet altijd volledig en accuraat, maar als verschillende bronnen worden gecombineerd verhoogt dat de compleetheid en kwaliteit van de registratie. Dat blijkt uit een studie van Kimberly van der Willik (NKI, Erasmus MC) en collega’s, waarin een vergelijking is gemaakt tussen gegevens uit de Rotterdam Studie en de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). Hoewel de volledigheid van de pathologisch bevestigde diagnoses in beide registraties hoger was dan 95%, zijn er ook verschillen zichtbaar. Dit onderstreept dat bronnen over kanker complementair aan elkaar zijn en gecombineerd zouden moeten worden om een betrouwbaarder beeld te krijgen over de incidentie van kanker.
lees verderGrote verschillen in uitzaaiingspatronen stadium IV inflammatoire borstkanker
Bij patiënten met stadium IV inflammatoire borstkanker worden belangrijke verschillen waargenomen in uitzaaiingspatronen en algehele overleving samenhangend met de verschillende subtypen (HR/HER2-status) van deze ziekte. Dat concluderen Dominique van Uden (Radboudumc) en collega’s in een publicatie in Breast Cancer Research and Treatment. Volgens de onderzoekers heeft dit inzicht belangrijke consequenties voor het adviseren van patiënten over hun prognose en eventuele behandelopties. De studie onderstreept tevens de mogelijkheid tot gerichtere stadiëring afgestemd op het subtype.
lees verderOverleving na dikkedarm- en borstkanker verbeterd tussen ’03-‘12 in Nederland
De overleving van patiënten met dikkedarm- en borstkanker is tussen 2003 en 2012 in Nederland verbeterd, maar er zijn wel opmerkelijke verschillen te zien tussen oudere en jongere patiënten, met name bij borstkankerpatiënten. Dat concluderen Doris van Abbema (Universiteit Maastricht & Amsterdam) en collega’s. Bij oudere vrouwen met borstkanker is een opvallende toename te zien van endocriene therapieën en daling van het aandeel operaties. De onderzoekers vragen zich af of de richtlijnen bij deze groep patiënten consistent worden gevolgd. De gestegen overleving bij ouderen met dikkedarmkanker is vooral toe te schrijven aan ruimere inzet van adjuvante chemotherapie en verbeterde preoperatieve behandeling en chirurgie.
lees verderRol beeldvorming bij bepalen van tumorstadium prostaatkanker
De eerste vereiste bij de behandeling van prostaatkanker is het classificeren van patiënten in prognostische groepen ter ondersteuning van de besluitvorming over de beschikbare behandelingsopties. Van alle prognostische factoren die de uitkomst bepalen na behandeling van prostaatkanker, is de anatomische omvang van de ziekte een van de belangrijkste, maar zeker niet de enige factor. Eenduidigheid van klinische stadiëring maakt vergelijkingen van patiëntenpopulaties mogelijk en is daarom cruciaal binnen de volksgezondheid en epidemiologie. Dat geldt ook voor klinische trials en de dagelijkse, klinische praktijk.
lees verderImpact van blaaskanker neemt komende decennia wereldwijd fors toe
Blaaskanker staat wereldwijd in de top tien van meest voorkomende vormen van kanker met circa 550.000 nieuwe gevallen per jaar. Tot nu toe is de impact van blaaskanker het grootst in ontwikkelde landen, maar de verwachting is dat dit de komende decennia gaat verschuiven naar ontwikkelingslanden (vooral in Afrika) onder invloed van demografische veranderingen (bevolkingsgroei en vergrijzing) en toegenomen blootstelling aan risicofactoren, zoals het roken van tabak. Dat blijkt uit een publicatie van Anke Richters en Katja Aben (IKNL) in samenwerking met Bart Kiemeney (Radboudumc) in World Jourmal of Urology.
lees verder