Diagnostiek



Vroeg stadium tumor bij diagnose van vitaal belang overleving borstkanker

Een vroeg stadium van borstkanker op het moment van diagnose blijft, ondanks de beschikbaarheid van effectieve aanvullende hormonale-, chemo- en antiher2neu-therapieën, van vitaal belang voor de overleving. Dat blijkt uit een uitgebreide studie die is uitgevoerd door S. Saadatmand en M. Tilanus-Linthorst (Erasmus MC) en R. Bretveld en S. Siesling van IKNL en Universiteit Twente met behulp van gegevens van bijna 174.000 patiënten die tussen 1999 en 2012 werden gediagnosticeerd en behandeld. Het onderzoek toont verder aan dat de relatieve 5-jaarsoverleving van vrouwen met borstkanker tussen 2006-2012 steeg tot 96 procent en verbeterde voor alle tumor- en lymfeklierstadia ten opzichte van 1999-2005.

lees verder

Onderzoekers: ‘Gepast gebruik van preoperatieve MRI bij borstkanker’

Het gebruik van preoperatieve MRI is significant geassocieerd met uitgebreidere operaties bij borstkanker. Een uitzondering hierop zijn jonge vrouwen (tot 40 jaar) en patiënten met invasieve, lobulaire borstkanker. Dat blijkt uit onderzoek van Elvira Vos (Erasmus MC) en collega’s van IKNL. Bij patiënten met invasieve borstkanker of een ductaal carcinoom in situ werd geen verband gevonden tussen het gebruik van MRI en de kans op een positieve resectiemarge of een re-excisie na een borstsparende operatie. Volgens de onderzoekers is gepast gebruik van MRI bij deze subgroepen op zijn plaats en dient ruime inzet van preoperatieve MRI in het algemeen ontmoedigd te worden.

lees verder

KRAS-variant rs61764370 geen voorspeller eierstok- of borstkanker

Er is geen relatie tussen de KRAS-variant rs61764370 en het risico op het krijgen van eierstok- of borstkanker. Ook is er geen verband gevonden tussen deze variant en de overleving van deze patiënten. Dat concluderen Antoinette Hollestelle (Erasmus MC) en collega’s aan de hand van een uitgebreid onderzoek. Hoewel genetische testpanels veelbelovend zijn voor de ontwikkeling van geïndividualiseerde geneeskunde, draagt genotypering van deze KRAS-variant niet bij aan het voorspellen van het risico of klinisch verloop van beide tumorsoorten.

lees verder

Kiembaandeleties FOCAD-gen geassocieerd met polyposis en kanker

Kiembaandeleties in het FOCAD-tumorsuppressor-gen zijn geassocieerd met een gematigde, erfelijke aanleg voor het ontwikkelen van polyposis en dikkedarmkanker. Alle patiënten met deleties in het FOCAD-gen, vertoonden een persoonlijke of familiaire voorgeschiedenis van polyposis. Dat blijkt uit onderzoek van Robbert Weren (Radboudumc, Afdeling Human Genetics, Nijmegen) in samenwerking met collega’s in binnen- en buitenland. 

lees verder

Vroege detectie lokaal recidief belangrijk na borstsparende behandeling

De zorg voor jonge vrouwen met een lokaal recidief na borstsparende therapie kan verder worden verbeterd door meer aandacht te besteden aan vroege detectie. Dat blijkt uit een studie van M. van der Sangen en collega´s naar de prognose van jonge vrouwen met een lokaal recidief na borstsparende therapie. De uitkomsten van deze studie zijn onlangs verschenen in de European Journal of Surgical Oncology.

lees verder

Pathologische bevestiging alvleesklierkanker wenselijk; niet altijd noodzakelijk

De huidige richtlijn adviseert pathologische bevestiging van alvleeskliertumoren alvorens tot behandeling met chemotherapie wordt overgegaan. Echter het verkrijgen van weefsel kan moeilijk zijn, met name in het geval van lokaal voortgeschreden tumoren. De mediane overleving van patiënten zonder pathologische bevestiging suggereert dat een ruime meerderheid ook invasieve alvleesklierkanker had. Nienke Bernards en collega’s stellen daarom dat behandeling in een geselecteerde groep patiënten zonder pathologische bevestiging gerechtvaardigd lijkt.

lees verder

Ziektevrij interval en prognose bij locoregionaal recidief borstkanker

Het ziektevrij interval, voorafgaand aan een locoregionaal recidief van borstkanker, is een onafhankelijke, prognostische factor voor het voorspellen van de overlevingskansen. Naarmate het ziektevrije interval langer is op het moment dat een locoregionaal recidief wordt vastgesteld, des te beter de prognose van deze patiënten. Die conclusie trekken Annemieke Witteveen (MIRA Institute, Universiteit Twente) en collega’s op basis van een landelijke studie met data van de Nederlandse Kankerregistratie, waarin de gegevens van ruim 37.000 vrouwen met borstkanker zijn meegenomen.

lees verder

Wachttijden bij plaveiselcelcarcinoom hoofd-halsgebied lang in Nederland

De wachttijden voor patiënten met een plaveiselcelcarcinoom in het hoofd-halsgebied zijn lang in Nederland. Uit een studie van Michel van Harten (NKI-AvL) en collega’s blijkt dat een langere wachttijd tot aan de behandeling een negatief effect heeft op de overlevingskansen van deze patiënten. Het is wereldwijd de eerste studie over hoofd-halskanker, waarin is aangetoond dat wachttijden patiëntenlevens kosten. De onderzoekers adviseren patiënten met kanker of verdachte afwijkingen zo vroeg mogelijk te verwijzen naar een oncologisch centrum dat gespecialiseerd is in hoofd-halstumoren. Daarnaast is er behoefte om de zorgpaden voor deze patiënten te optimaliseren.

lees verder