Vroege detectie lokaal recidief belangrijk na borstsparende behandeling

De zorg voor jonge vrouwen met een lokaal recidief na borstsparende therapie kan verder worden verbeterd door meer aandacht te besteden aan vroege detectie. Dat blijkt uit een studie van M. van der Sangen en collega´s naar de prognose van jonge vrouwen met een lokaal recidief na borstsparende therapie. De uitkomsten van deze studie zijn onlangs verschenen in de European Journal of Surgical Oncology.

Tot dusver zijn er weinig studies verricht naar de prognose van jonge vrouwen met een lokaal recidief na borstsparende therapie en de factoren die een rol spelen om de prognose van deze patiënten te voorspellen. Om daar meer inzicht in te krijgen, bestudeerden Maurice van der Sangen en collega's de uitkomst en aanverwante prognostische factoren bij 124 patiënten met een geïsoleerd lokaal recidief in de borst na een borstsparende operatie en radiotherapie voor een vroeg stadium van borstkanker gediagnosticeerd in de leeftijd van 40 jaar of jonger.

Resultaten
De mediane follow-up van de patiënten na diagnose van het lokale recidief was 7 jaar. Tien jaar vanaf de datum van de curatieve behandeling bedroeg de totale overleving 73 procent (95% BI, 63 - 83) en de metastasenvrije overleving 61 procent (95% BI, 53-73). De locale controle, dat willen zeggen de overleving zonder daaropvolgend lokaal recidief of lokale progressie, was 95 procent (95% BI, 91-99). 

Uit de multivariatie analyse kwam naar voren dat het risico van metastasen op afstand hoger was voor patiënten met een lokaal recidief met een diameter groter dan 2 cm in vergelijking met patiënten met een lokaal recidief van 2 cm of kleiner (HR, 2,88, p = 0,007). Een slechtere metastasenvrije overleving werd ook waargenomen bij patiënten met een lokaal recidief dat gepaard ging met symptomen of palpabel was in vergelijking met patiënten bij wie het recidief uitsluitend zichtbaar was op het mammogram (HR 3,70, p = 0,03). 

Conclusie
Deze resultaten suggereren volgens van der Sangen en collega's dat door vroege detectie van een lokaal recidief na borstkankerbehandeling de prognose van jonge vrouwen verder kan worden verbeterd.

  • M.J.C. van der Sangen, P.M.P. Poortmans, S.W.M. Scheepers, B.M.D. Lemaire, C.L.H. van Berlo, V.C.G. Tjan-Heijnen, A.C. Voogd: ‘Prognosis following local recurrence after breast conserving treatment in young women with early breast cancer'.