Nieuws
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
Voor mannen met een hoog-risico prostaatkanker zijn er twee veelgebruikte behandelingen: robot-geassisteerde verwijdering van de prostaat en uitwendige bestraling (meestal in combinatie met hormoontherapie). Vaak kunnen patiënten kiezen tussen beide opties. Alleen is het niet bekend wat de beste behandeling is voor individuele patiënten. De RECOVER-studie, een gezamenlijk project van IKNL, de Nederlandse Vereniging voor Urologie en de Nederlandse Vereniging voor Radiotherapie en Oncologie, moet daar verandering in brengen.
lees verderEén op de drie mannen die na een operatie of bestraling voor prostaatkanker urineverlies heeft, ervaart altijd of vaak negatieve invloed van urineverlies op het gebied van seksualiteit en intimiteit en bij onderweg zijn. Daarnaast maakt het urineverlies een kwart van de mannen onzeker en een op de vijf mannen schaamt zich ervoor. Dit blijkt uit de Doneer Je Ervaring-peiling van de Prostaatkankerstichting onder 974 mannen die na een operatie of bestraling voor prostaatkanker te maken kregen met urineverlies.
lees verderVan complexe chirurgische ingrepen is aangetoond dat de uitkomsten van de operatie beter zijn in een ziekenhuis waar een bepaalde operatie vaker wordt uitgevoerd. In Nederland gelden er daarom minimum volumenormen voor hoogcomplexe chirurgie, zoals de blaasverwijdering (radicale cystectomie). Onderzocht is of het minimum ziekenhuisvolume voor cystectomieën bij blaaskanker een ongewenste prikkel geeft om meer te opereren, zoals soms wordt gedacht.
lees verderBij meer dan de helft van de patiënten met hoofd-halskanker kan niet binnen de door de SONCOS-normering gestelde 30 dagen na binnenkomst bij een hoofd-halscentrum gestart worden met de behandeling. Dat blijkt uit het proefschrift van Rosanne Schoonbeek (UMCG), waarbij ze onder andere gebruik maakte van data uit de Nederlandse Kankerregistratie. Schoonbeek onderzocht welke factoren bijdragen aan extra wachttijd en wat de effecten zijn van die extra vertraging. Het blijkt dat vertraging niet tot een slechtere overleving leidt. Schoonbeek: ‘Het is waardevol om te weten dat een langere wachttijd niet in alle eindpunten tot een slechtere uitkomst leidt, want soms is er gewoon meer tijd nodig.’
lees verderIn Nederland werd meer dan een derde van de patiënten met verdenking op longkanker geopereerd zonder preoperatieve bevestiging door een klinisch patholoog. Het aandeel geopereerde patiënten zonder voorafgaande pathologische- of PA-diagnose verschilde significant tussen de ziekenhuizen. Het is onduidelijk of dit iets zegt over de chirurgische kwaliteit van zorg. De verwachte komst van screening en de toegenomen aandacht voor sublobaire resecties rechtvaardigen meer onderzoek naar de gevolgen van de variatie in beleid. Prof. dr. Ad Verhagen, hoogleraar cardio-thoracale chirurgie aan het Radboud UMC, reflecteert op de meest recente cijfers.
lees verder