Nieuwe behandelmethoden bieden kansen voor patiënten met vergevorderde galwegkanker
Bij patiënten met galwegkanker in de lever is een verstopping van de galwegen een veelvoorkomend probleem. Om de galafvoer te herstellen, is galwegdrainage noodzakelijk. De huidige standaardprocedure is endoscopische galwegdrainage, waarbij een stent via de darm wordt geplaatst om de afvloed van gal te herstellen. Deze procedure brengt echter risico’s met zich mee. ‘Endoscopische galwegdrainage passeert de papil van Vater vanuit de darm, waardoor er kolonisatie van darmbacteriën in de galwegen kan optreden,’ legt Franssen uit. ‘Dit leidt vaak tot complicaties zoals galweg- en alvleesklierontstekingen, waardoor slechts 13% van de patiënten in aanmerking komt voor verdere systemische therapie.’
In zijn proefschrift onderzocht Franssen nieuwe behandelmethoden voor galwegkanker, waaronder het primair plaatsen van galwegstents via de buikwand en intra-arteriële chemotherapie. Voor een deel van zijn onderzoek gebruikte hij data uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) om behandeluitkomsten en overleving te analyseren bij patiënten met galwegkanker in Nederlandse ziekenhuizen.
Nieuwe benadering: galwegstents via de buikwand
Franssen onderzocht een alternatieve drainageprocedure, waarbij galwegstents via de buikwand worden geplaatst, zonder de papil van Vater te passeren. ‘In ons onderzoek bij 67 patiënten hebben we gezien dat deze methode veel minder complicaties oplevert. Er traden geen galweg- of alvleesklierontstekingen op, en de meeste patiënten konden starten met systemische therapie,’ aldus Franssen. Deze nieuwe aanpak zou volgens hem een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de palliatieve zorg voor patiënten met vergevorderde galwegkanker. ‘Adequate drainage is essentieel om het welzijn van de patiënt te verbeteren en de weg vrij te maken voor verdere behandelingen.’
Intra-arteriële chemotherapie: hoopvolle resultaten
Naast de innovatieve drainageprocedure onderzocht Franssen ook de toepassing van intra-arteriële chemotherapie (HAIP) bij patiënten met niet-operabele galwegkanker. Deze behandeling maakt gebruik van een chemopomp die chemotherapie direct via de leverslagader toedient. ‘Met HAIP-chemotherapie kunnen we veel hogere concentraties van de medicatie rechtstreeks in de tumor afleveren, wat leidt tot betere resultaten dan bij de standaard systemische chemotherapie,’ licht Franssen toe. In het onderzoek werd een significante overlevingswinst gezien bij patiënten die deze behandeling ondergingen.
Toekomstige implicaties voor de zorg
De uitkomsten van dit onderzoek bieden hoop voor een bredere toepassing van beide behandelingen in de zorg voor patiënten met galwegkanker. Volgens Franssen zijn gerandomiseerde studies naar deze nieuwe benaderingen al in volle gang. ‘Na afronding van deze studies verwacht ik dat zowel het primair plaatsen van galwegstents via de buikwand als HAIP-chemotherapie zullen worden opgenomen in nationale en internationale richtlijnen voor de behandeling van galwegkanker.’
Meer informatie
Stijn Franssen verdedigt zijn proefschrift op 12 november om 15.30 aan de Erasmus Universiteit. Zijn promotor is prof. dr. B. Groot Koerkamp (chirurg) en copromotoren: dr. ir. M.Y.V. Homs (internist-oncoloog), drs. D.C. Bijdevaate (interventieradioloog) en dr. A. Moelker (in memoriam).