Borstkanker nacontrole kan minder intensief
Uit het promotieonderzoek van Annemieke Witteveen aan de Universiteit Twente blijkt dat het aantal nacontroles voor vrouwen behandeld voor borstkanker in Nederland met meer dan 9.000 nacontrole bezoeken per jaar omlaag zou kunnen. De nacontrole kan meer op maat worden aangeboden gebaseerd op het risico van terugkeer van ziekte, zodat de vrouwen met een laag risico mogelijk minder vaak naar het ziekenhuis hoeven voor een borstfoto (mammogram). Nacontrole op maat voorkomt onnodige belasting van zowel de patiënt, de zorgverleners als ook het zorgbudget.
lees verderPrimary-Secondary Cancer Care Registry: inzicht in langetermijneffecten kanker
Door patiënten in de eerstelijn gedurende een langere termijn te monitoren, kunnen gegevens over de late effecten van kanker en behandelingen worden opgespoord. Dankzij een koppeling tussen de Nederlandse Kankerregistratie en de NIVEL Zorgregistraties Eerstelijn zal meer inzicht ontstaan in het volledige zorgpad van mensen met kanker. De gedeeltelijke samenvoeging van deze registraties heeft de naam ‘Primary-Secondary Cancer Care Registry’ (PSCCR). Momenteel bevat de PSCCR alleen gegevens over borstkanker, maar in de toekomst kan dit uitgebreid worden naar andere soorten kanker.
lees verderOptimistische ziektepercepties gerelateerd aan betere uitkomsten overlevenden
Optimistische ziektepercepties bij overlevenden van kanker hangen samen met een betere gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven en overleving, zelfs wanneer deze percepties onrealistisch-optimistisch lijken te zijn met betrekking tot de prognose, zo blijkt uit onderzoek van Belle de Rooij (Tilburg Universiteit, IKNL) en collega’s. Overlevenden met pessimistische ziektepercepties daarentegen lijken de slechtste uitkomsten te hebben vergeleken met overlevenden met realistische ziektepercepties. Daarom is het belangrijk om patiënten met pessimistische ziektepercepties betere ondersteuning te bieden.
lees verderVariatie in nazorgbehoeften onder overlevenden van kanker vergt maatwerk
Onder Amerikaanse overlevenden van kanker komen veel onvervulde nazorgbehoeften voor. Desondanks geeft een aanzienlijke groep overlevenden aan geen of een lage behoefte te hebben aan (aanvullende) gezondheidszorg na kanker. Dat blijkt uit onderzoek van Belle de Rooij (Tilburg Universiteit, IKNL) en Amerikaanse onderzoekers van Massachusetts General Hospital en Harvard Medical School. Overlevenden met onvervulde nazorgbehoeften kunnen worden verdeeld in voornamelijk fysieke, voornamelijk psychologische of zowel fysieke als psychologische nazorgbehoeften. Deze grote variatie in nazorgbehoeften suggereert volgens de onderzoekers een noodzaak om patiënten te screenen, zodat op maat gemaakte interventies mogelijk zijn.
lees verderENSURE: studie naar kortere follow-up bij vroeg stadium baarmoederkanker
In samenwerking met 46 ziekenhuizen in Nederland verricht IKNL momenteel een klinische trial naar een aangepaste, lagere frequentie van de follow-up bij patiënten die eerder zijn behandeld vanwege een vroeg stadium van baarmoederkanker. Nicole Ezendam (IKNL) en collega’s verwachten dat patiënten in de interventiegroep (met een lagere frequentie van de follow-up) een vergelijkbare tevredenheid over de ontvangen nazorg en resultaten zullen hebben in combinatie met een lager zorggebruik en tegen minder kosten in vergelijking met de controlegroep.
lees verderKanker Nazorg Wijzer biedt inzicht en aanbevelingen voor (ex-)patiënten
In Nederland zijn veel psychosociale interventies in studieverband ontwikkeld. Van een aantal van deze interventies is de evidentie vastgesteld, maar heeft nog geen of beperkte implementatie plaatsgevonden. Met het door KWF Kankerbestrijding gesubsidieerde project ‘Implementatie evidence-based psychosociale interventies voor mensen met kanker’ zet IKNL zich in voor de implementatie van vijf evidence-based interventies (EBI’s) op het gebied van psychosociale oncologische zorg in de klinische praktijk.
lees verderImpact BMI en middelomtrek op kwaliteit van leven na dikkedarmkanker
Overlevers van dikkedarmkanker met een hogere BMI en een verhoogde middelomtrek rapporteren een slechter functioneren, een lagere algehele gezondheidsstatus en meer vermoeidheidssymptomen. Verder blijkt een verhoogde middelomtrek geassocieerd te zijn met een lager fysiek en sociaal functioneren, ongeacht de BMI-status. Dat staat te lezen in een publicatie van Pauline Vissers (IKNL) en collega’s in Nutrition and Cancer. De onderzoekers doen de aanbeveling om bij toekomstig onderzoek naar kwaliteit van leven rekening te houden met de BMI en middelomtrek. In studies ter preventie van overgewicht dient daarom naast gewichtsverlies, ook gelet te worden op de vermindering van het buikvet.
lees verderProefschrift over definitieproblemen borstkanker en beter persoonlijk natraject
In wetenschappelijk studies naar borstkanker worden vaak uitkomstmaten gebruikt als “5-jaarsoverleving” of “kans op een recidief binnen 5 jaar’. Het lijkt logisch dat onderzoekers daarmee hetzelfde bedoelen, maar uit onderzoek van Martine Moossdorff blijkt dat er veel verschillende definities in omloop zijn die vergelijkingen tussen studies kunnen bemoeilijken. Ze beschrijft in haar proefschrift suggesties voor een betere standaardisering van recidieven en uitzaaiingen van borstkanker, maar ook voor een betere bepaling van het individuele risico op terugkeer van de ziekte bij verschillende subtypes en de timing daarvan. Deze informatie is relevant voor patiënten, maar draagt ook bij aan beter, sneller en betrouwbaarder onderzoek naar borstkanker.
lees verder