Nazorg



Impact BMI en middelomtrek op kwaliteit van leven na dikkedarmkanker

Overlevers van dikkedarmkanker met een hogere BMI en een verhoogde middelomtrek rapporteren een slechter functioneren, een lagere algehele gezondheidsstatus en meer vermoeidheidssymptomen. Verder blijkt een verhoogde middelomtrek geassocieerd te zijn met een lager fysiek en sociaal functioneren, ongeacht de BMI-status. Dat staat te lezen in een publicatie van Pauline Vissers (IKNL) en collega’s in Nutrition and Cancer. De onderzoekers doen de aanbeveling om bij toekomstig onderzoek naar kwaliteit van leven rekening te houden met de BMI en middelomtrek. In studies ter preventie van overgewicht dient daarom naast gewichtsverlies, ook gelet te worden op de vermindering van het buikvet. 

lees verder

Proefschrift over definitieproblemen borstkanker en beter persoonlijk natraject

In wetenschappelijk studies naar borstkanker worden vaak uitkomstmaten gebruikt als “5-jaarsoverleving” of “kans op een recidief binnen 5 jaar’. Het lijkt logisch dat onderzoekers daarmee hetzelfde bedoelen, maar uit onderzoek van Martine Moossdorff blijkt dat er veel verschillende definities in omloop zijn die vergelijkingen tussen studies kunnen bemoeilijken. Ze beschrijft in haar proefschrift suggesties voor een betere standaardisering van recidieven en uitzaaiingen van borstkanker, maar ook voor een betere bepaling van het individuele risico op terugkeer van de ziekte bij verschillende subtypes en de timing daarvan. Deze informatie is relevant voor patiënten, maar draagt ook bij aan beter, sneller en betrouwbaarder onderzoek naar borstkanker. 

lees verder

Vrouwen met survivorship care plan maken meer gebruik van eerstelijnszorg

Vrouwen met baarmoederkanker die een survivorship care plan ontvangen van hun medisch specialist, maken in het eerste jaar na de behandeling intensiever gebruik van gezondheidszorg in de eerstelijn (huisarts en aanvullende zorg). Dit geldt in het bijzonder voor vrouwen die behandeld zijn met radiotherapie en vrouwen met angstige symptomen, aldus Mette Jeppesen (University of Southern Denmark) en collega’s uit Nederland in een publicatie in de Journal of Cancer Survivorship. Volgens de onderzoekers kan een survivorship care plan bijdragen aan het vroegtijdig zoeken van ondersteunende zorg. Nader onderzoek moet uitwijzen of dit ook leidt tot betere patiëntgerelateerde resultaten op lange termijn. 

lees verder

Intensievere follow-up borstkanker na eerder recidief lijkt niet (kosten)effectief

Hoewel het risico op een later recidief hoog is bij patiënten met stadium I-III invasieve borstkanker, is de absolute incidentie van recidieven laag. Dat concluderen Yvonne Geurts (IKNL) en Annemieke Witteveen (IKNL/Universiteit Twente) en collega’s met behulp van data van de NKR in Breast Cancer Research and Treatment. Volgens de onderzoekers zou een intensievere follow-up om latere recidieven vroegtijdig te detecteren waarschijnlijk niet (kosten)effectief zijn, omdat bijna de helft van de tweede recidieven al in het eerste jaar na een eerder recidief wordt gedetecteerd waarin al meerdere nazorgbezoeken plaatsvinden. En in meer dan 80% van de gevallen gaat het om een metastase, waarbij vroege ontdekking niet leidt tot een betere overleving.

lees verder

Herziene richtlijn adviseert regelmatig monitoren psychosociale problematiek

Er is veel aandacht voor het aanbieden van kwalitatief hoogwaardige oncologische zorg, maar psychosociale oncologische zorg maakt hier in de praktijk niet altijd vanzelfsprekend onderdeel van uit. Dankzij de herziene landelijke richtlijn ‘Detecteren behoefte psychosociale zorg’, die tijdens het jaarcongres van de Nederlandse Vereniging voor Psychosociale Oncologie is aangeboden, kunnen zorgprofessionals betere psychosociale zorg geven aan patiënten met kanker, zowel in het ziekenhuis als in de eerstelijn.

lees verder

Boek over ‘Markov Decision Processes’ en inzet bij follow-up borstkanker

De frequentie en duur van de follow-up na behandeling van borstkanker is nog steeds onderwerp van discussie. Maarten Otten, Annemieke Witteveen en collega’s van Universiteit Twente en IKNL beschrijven in het recent verschenen boek ‘Markov Decision Processes in Practice’ een studie waarin onderzocht is hoe de follow-up van deze patiënten optimaal kan worden ingericht. 

lees verder

Ex-patiënten hebben voorkeur specifieke zorgverlener tijdens follow-up

Ex-patiënten die behandeld zijn vanwege prostaatkanker of een melanoom, hebben uiteenlopende voorkeuren als het gaat om specifieke zorgverleners tijdens de follow-up. Deze voorkeuren hangen onder andere samen met leeftijd, opleidingsniveau, geslacht en tevredenheid met de huisarts. Dat blijkt uit onderzoek van Lotte Huibertse (IKNL) en collega’s met behulp van het patiëntenvolgsysteem PROFILES. Volgens de onderzoekers geeft de gevonden variatie in voorkeuren aan dat er behoefte is aan follow-up-trajecten die meer zijn toegesneden op kankergerelateerde problemen. Daarnaast is er een dringende noodzaak om patiënten beter te informeren over (toekomstige) veranderingen in de nazorg. 

lees verder

Kans op ontwikkelen tweede melanoom vraagt om nader onderzoek follow-up

Patiënten met een hoge nevus-dichtheid, een melanoom in situ, oudere patiënten en patiënten die meer dan tien jaar in de buitenlucht hebben gewerkt, lopen meer kans op het ontwikkelen van een tweede, primair melanoom. Dat staat in een publicatie van Melinda Schuurman (IKNL) en collega’s in de British Journal of Dermatology. Volgens de huidige richtlijn hoeft aan deze patiënten standaard geen follow-up aangeboden te worden. Aangezien deze studie aantoont dat zij een hogere kans hebben op het krijgen van een ander melanoom, zou uitbreiding van de follow-up overwogen kunnen worden. Zo’n besluit leidt wel tot toename van de werkdruk. Om die reden zou de haalbaarheid en kosteneffectiviteit hiervan eerst nader onderzocht moeten worden. 

lees verder