Kans op ontwikkelen tweede melanoom vraagt om nader onderzoek follow-up
Patiënten met een hoge nevus-dichtheid, een melanoom in situ, oudere patiënten en patiënten die meer dan tien jaar in de buitenlucht hebben gewerkt, lopen meer kans op het ontwikkelen van een tweede, primair melanoom. Dat staat in een publicatie van Melinda Schuurman (IKNL) en collega’s in de British Journal of Dermatology. Volgens de huidige richtlijn hoeft aan deze patiënten standaard geen follow-up aangeboden te worden. Aangezien deze studie aantoont dat zij een hogere kans hebben op het krijgen van een ander melanoom, zou uitbreiding van de follow-up overwogen kunnen worden. Zo’n besluit leidt wel tot toename van de werkdruk. Om die reden zou de haalbaarheid en kosteneffectiviteit hiervan eerst nader onderzocht moeten worden.
Patiënten met een melanoom hebben een verhoogd risico op het ontwikkelen van nieuwe, primaire melanomen. De kennis over risicofactoren die hierbij een rol spelen is schaars. Meer inzicht over deze risico’s kan artsen helpen bij het opstellen en afstemmen van volgschema’s en het selecteren van patiënten die baat kunnen hebben bij geïntensiveerd toezicht. In deze studie zijn risicofactoren geïdentificeerd die van invloed kunnen zijn op het ontstaan van tweede, primaire melanomen.
Opzet en resultaten
De onderzoekers beoordeelden mogelijke risicofactoren voor tweede, primaire melanomen met behulp van data van 1.127 patiënten die tussen 2003 en 2011 zijn gediagnosticeerd met een melanoom. Allen kregen een vragenlijst toegezonden. Daarnaast werden extra gegevens geëxtraheerd uit de databank van de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) en uit medische dossiers van de deelnemende patiënten. Uit de analyses blijkt dat bij 53 patiënten een tweede melanoom werd gediagnosticeerd gedurende een mediane follow-up van 7,3 jaar.
Het cumulatieve 5-jaarsrisico was 3,7% en het conditionele, cumulatieve risico lag op 4,6% in de periode 5 tot 10 jaar na de initiële diagnose. Met behulp van multivariabele analyses toonden de onderzoekers aan dat het risico op het ontwikkelen van een tweede melanoom toenam bij patiënten met een oudere leeftijd bij diagnose, bij een hoge dichtheid van de nevus en bij patiënten die meer dan 10 jaar buiten hebben gewerkt.
In de huidige studie blijkt een hoge nevus-dichtheid de grootste risicofactor te zijn voor een tweede, primair melanoom. Patiënten met een invasief melanoom groter dan 1 mm hadden een lager risico vergeleken met patiënten met een melanoom in situ. In tegenstelling tot andere studies vonden de onderzoekers geen significant verband tussen personen met een familiegeschiedenis met huidkanker en het ontstaan van tweede, primaire melanomen.
Verruimen follow-up?
Melinda Schuurman en collega’s concluderen dat, naast fenotypische kenmerken, cumulatieve blootstelling aan zonlicht een risicofactor vormt voor het ontwikkelen van een tweede melanoom. Bij patiënten met melanomen in situ vonden de onderzoekers bijvoorbeeld een verhoogd risico op een tweede melanoom en een verhoogde kans op een tweede primair melanoom.
Volgens de bestaande richtlijn wordt bij patiënten met een Breslow-dikte van meer dan 1 mm een follow-up van maximaal 5 jaar geadviseerd. In de discussie wijzen de onderzoekers er op dat verruiming van de follow-up ertoe kan leiden dat het aantal patiënten dat in aanmerking komt voor een follow-up snel kan oplopen met als gevolg een enorme toename van de werkdruk van dermatologen. Om die reden is het wenselijk om eerst de haalbaarheid en kosteneffectiviteit van eventuele verruiming van de follow-up te bepalen.
Voorzichtig interpreteren
Vanwege het beperkt aantal vragen in de huidige studie over langdurig werken in de buitenlucht, dient het mogelijke verband tussen buiten werken en het ontstaan van een tweede, primaire melanoom voorzichtig geïnterpreteerd te worden. Verder is volgens de onderzoekers voorzichtigheid geboden ten aanzien van het generaliseren van deze resultaten naar andere populaties.
-
Schuurman MS, de Waal AC, Thijs EJ, van Rossum MM, Kiemeney LA, Aben KK: ‘Risk factors for second primary melanoma among Dutch melanoma patients’. * Meer informatie over deze publicatie is verkrijgbaar via bibliotheek@iknl.nl