Variatie in nazorgbehoeften onder overlevenden van kanker vergt maatwerk

Onder Amerikaanse overlevenden van kanker komen veel onvervulde nazorgbehoeften voor. Desondanks geeft een aanzienlijke groep overlevenden aan geen of een lage behoefte te hebben aan (aanvullende) gezondheidszorg na kanker. Dat blijkt uit onderzoek van Belle de Rooij (Tilburg Universiteit, IKNL) en Amerikaanse onderzoekers van Massachusetts General Hospital en Harvard Medical School. Overlevenden met onvervulde nazorgbehoeften kunnen worden verdeeld in voornamelijk fysieke, voornamelijk psychologische of zowel fysieke als psychologische nazorgbehoeften. Deze grote variatie in nazorgbehoeften suggereert volgens de onderzoekers een noodzaak om patiënten te screenen, zodat op maat gemaakte interventies mogelijk zijn. 

Om zorgprofessionals te informeren die betrokken zijn bij klinische screening en bij de ontwikkeling van zorgdiensten voor overlevenden, hebben de onderzoekers geprobeerd patronen van nazorgbehoeften bij kankerpatiënten te karakteriseren door (a) subgroepen te identificeren en te karakteriseren op basis van zelfgerapporteerde nazorgbehoeften en (b) sociaal-demografische, klinische, en psychosociale factoren te identificeren die samenhangen met deze subgroepen.

Vragenlijst onderzoek
De onderzoekers voerden een cross-sectioneel onderzoek uit door een vragenlijst aan te bieden aan Amerikaanse patiënten die het academisch medisch centrum bezochten voor een routinematige follow-up na behandeling van een niet-gemetastaseerde kanker. Met latente klasse clusteranalyses werden groepen overlevenden geïdentificeerd naar gelang de behoeften aan nazorg binnen zeven domeinen. Meerdere logistische regressieanalyses werden gebruikt om de factoren in verband met deze clusters te beoordelen.

Onder de 292 respondenten bleken de hoogste onvervulde behoeften gerelateerd aan bijwerkingen (53%), zelfzorg (51%) en emotioneel omgaan met (de gevolgen van) de ziekte (43%). Uit de analyses kwamen vier clusters van overlevenden naar voren met: 

a. lage behoeften (n = 123, 42%);

b. voornamelijk fysieke behoeften (n = 46, 16%);

c. voornamelijk psychologische behoeften (n = 57, 20% ); en

d. zowel fysieke als psychologische behoeften (n = 66, 23%). 

Vergeleken met het cluster a. waren de respondenten in cluster b, c. en d. jonger; terwijl de deelnemers in cluster c. en d. meer psychische problemen hadden. In cluster b. en d. werd meer vermoeidheid gerapporteerd.

Conclusies en aanbevelingen
Belle de Rooij en collega’s concluderen dat veel onvervulde nazorgbehoeften voorkomen onder overlevenden van kanker. Desondanks geeft een aanzienlijke groep overlevenden aan een lage of geen behoefte te hebben aan (aanvullende) gezondheidszorg. De grote variatie in zorgbehoeften bij overlevenden van kanker suggereert een noodzaak om patiënten te screenen, zodat op maat gesneden interventies mogelijk zijn in klinische zorgverlening en onderzoek. 

De karakterisering van patiënten met weinig behoeften, voornamelijk fysieke behoeften, psychologische behoeften of zowel fysieke als psychologische behoeften kan een nuttig kader bieden voor klinische zorg aan patiënten met kanker. Deze karakterisering kan tevens dienen als leidraad voor verder onderzoek. Aanvullend onderzoek is nodig om op-maat-gemaakte informatie en diensten te ontwikkelen die geschikt zijn voor elke patiëntengroep en tevens optimale screeningsinstrumenten te ontwikkelen om de behoeften van patiënten in de oncologische praktijk zo efficiënt mogelijk te identificeren.
 

  • De Rooij BH, Park ER, Perez GK, Rabin J, Quain KM, Dizon DS, Post KE, Chinn GM, McDonough AL, Jimenez RB, van de Poll-Franse LV en Peppercorn J. : ‘Cluster Analysis Demonstrates the Need to Individualize Care for Cancer Survivors’. Oncologist. 2018 May 8. pii: theoncologist.2017-0558.

  • Meer informatie over deze publicatie is verkrijgbaar via bibliotheek@iknl.nl 

Gerelateerd nieuws

Vermoeidheid als centraal symptoom bij kankeroverlevers

Man wrijft in ogen van vermoeidheid

Uit recent onderzoek onder overlevers van verschillende kankersoorten komt vermoeidheid als centraal symptoom naar voren. Dat schreven IKNL'er Belle de Rooij en haar team vorige maand in het tijdschrift Cancer. Vermoeidheid blijkt ook samen te hangen met andere symptomen zoals pijn of kortademigheid. Revalidatietrajecten kunnen zich dus richten op vermoeidheid, om zo ook gelijktijdig andere klachten te verminderen.

lees verder

Optimistische ziektepercepties gerelateerd aan betere uitkomsten overlevenden

Optimistische ziektepercepties bij overlevenden van kanker hangen samen met een betere gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven en overleving, zelfs wanneer deze percepties onrealistisch-optimistisch lijken te zijn met betrekking tot de prognose, zo blijkt uit onderzoek van Belle de Rooij (Tilburg Universiteit, IKNL) en collega’s. Overlevenden met pessimistische ziektepercepties daarentegen lijken de slechtste uitkomsten te hebben vergeleken met overlevenden met realistische ziektepercepties. Daarom is het belangrijk om patiënten met pessimistische ziektepercepties betere ondersteuning te bieden.

lees verder