Tips bij valideren
Veel gegevens in de validatietool komen voort uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR), sommige gegevens worden daarnaast nog aanvullend verzameld. De NKR is ontwikkeld en opgebouwd voor het bedrijven van wetenschap en statistiek. Datamanagers verzamelen data uit de epd’s en maken deze uniform voor de NKR. Voor dat traject zijn zorgvuldige afspraken gemaakt over welke data wel en niet geregistreerd worden. Daardoor kunnen de gegevens in de NKR beperkter zijn dan in epd’s.
Tips voor NBCA
Kenmerken
Weergave van aantallen patiënten
Een aantal kenmerken geeft weer hoeveel patiënten aan een bepaald kenmerk voldoen. Door te klikken op een kenmerk, selecteert u de juiste groep patiënten.
Relatie met de NBCA indicatoren
In kenmerk 3 tot en met 8, 10 en 11 staan de aantallen patiënten die volgens onze berekening niet goed scoren in een indicator. Met andere woorden, deze patiënten worden niet meegeteld in de teller van de indicator, maar wel in de noemer. Deze patiënten kunt u snel selecteren door op dit kenmerk te klikken. Alle andere patiënten die aan de betreffende noemer voldoen, voldoen volgens onze berekening ook aan de teller.
Algemeen
Aantekeningen voor eigen gebruik
Aantekeningen voor eigen gebruik of het geven van extra uitleg hoeft niet aangevuld te worden als annotatie in de NBCA validatietool. Het kan zijn dat er een goede reden is waarom een patiënt niet voldoet aan een indicator, maar dit hoeft niet toegelicht te worden door middel van een annotatie. Het gaat er ter slotte om of een patiënt volgens een indicator wel of niet voldoet aan de betreffende noemer/teller.
NAC patiënt, info wordt aangevuld bij definitieve registratie
Bij patiënten die eerst neo-adjuvant worden behandeld, is de registratie in eerste instantie nog niet compleet. In de validatietool vallen deze patiënten onder het kenmerk ‘Chirurgie validatie met NAC’. Op tabblad ‘Patiënt’ staat aangegeven dat de registratie nog niet compleet is, met een datum laatste wijziging.
Een aantal items is daardoor leeg, staat op de default waarde ‘nee’ of ‘Volgt bij definitieve registratie’. De gegevens van deze patiënten worden op een later moment aangevuld. Deze items zijn op dit moment ook niet nodig voor het berekenen van indicatoren.
Tabblad Patient
Toegevoegd:
– Item ‘Registratie compleet’ ja/nee
– Item ‘Datum laatste wijziging’
Hoe te gebruiken: Als een registratie nog niet compleet is, dan worden de gegevens van deze patiënt op een later moment nog aangevuld. Een aantal items is daardoor nog leeg, staat op de default waarde ‘nee’ of ‘Volgt bij definitieve registratie’.
Tip: Het is niet nodig om gegevens van behandelingen, PA uitslagen, etc, aan te vullen in de validatietool als deze ná ‘Datum laatste wijziging bekend’ zijn geworden. Deze gegevens zullen op een later moment nog aangevuld worden.
Tabblad Diagnostiek
Rookstatus
De codering voor rookstatus wordt in de NKR net anders gecodeerd dan in de NBCA. Bijvoorbeeld: in de NKR is bekend of een patiënt gestopt is met roken, maar niet sinds wanneer. Afspraak met DICA hierover: Alle patiënten met rookstatus ‘Gestopt’ worden aangeleverd als ‘Gestopt, onbekend wanneer’.
Tip: Bij het item Rookstatus ‘Gestopt, onbekend wanneer’ is het niet nodig om te specificeren of dit <3 of >3 maanden is geweest.
Datum van het genmutatie-onderzoek
Vanuit de NBCA is besloten om vanaf incidentiedatum 01-05-2024 te stoppen met het item ‘datum genmutatie-onderzoek. Daarom wordt dit item niet aangeleverd in de validatietool en ook niet doorgeleverd aan MRDM.
Tip: Het is niet nodig om datum genmutatie-onderzoek aan te vullen in de validatietool voor patiënten met een incidentiedatum vanaf 01-05-2024.
Pathologie
Histologisch type, ER, PR, HER2
In de NKR wordt de uiteindelijke definitieve code geregistreerd voor Histologisch type.
Voor ER, PR, HER2 wordt de hoogste waarde geregistreerd. Indien gestart is met neo-adjuvante systemische therapie, worden de waardes voor aanvang van de neo-adjuvante systemische therapie geregistreerd (obv biopt tumor).
Afspraak met DICA hierover: Bij de items Tabblad Diagnostiek – Pathologie en de items Tabblad Pathologie – Pathologie staan de definitieve kenmerken geregistreerd. Er wordt géén onderscheid gemaakt tussen preoperatieve pathologie en postoperatieve pathologie.
Tip: De items Histologisch type, Oestrogeen receptor %, Progesteron receptor %, HER2-bepaling hoeven niet aangepast te worden naar specifieke preoperatieve informatie.
Differentiatiegraad
Bij invasieve tumoren (met of zonder In situ component) gaat het om de differentiegraad van de invasieve tumor. Bij In situ (zonder invasieve component) gaat het om de differentiatiegraad van de In situ tumor.
Multifocaliteit
Multifocaliteit wordt ook gebaseerd op beeldvormende technieken, en niet alleen op de pathologie.
Tabblad Chirurgie
Directe reconstructie
Het gaat hier specifiek om directe reconstructies na een ablatio. Een directe reconstructie na sparende operatie staat op default waarde ‘nee’.
Is de tumor in de borst gelokaliseerd / Hoe is de tumor gelokaliseerd?
Vanuit de NBCA is besloten om vanaf incidentiedatum 01-05-2024 te stoppen met de items ‘Is de tumor in de borst gelokaliseerd?’ en ‘Hoe is de tumor gelokaliseerd in de borst?’. Daarom worden deze items niet meer aangeleverd in de validatietool en ook niet doorgeleverd aan MRDM.
Tip: Het is niet nodig om de items ‘Is de tumor in de borst gelokaliseerd?’ en ‘Hoe is de tumor gelokaliseerd in de borst?’ aan te vullen in de validatietool voor patiënten met een incidentiedatum vanaf 01-05-2024.
Tabblad Pathologie
Pathologie
Histologisch type, ER, PR, HER2
In de NKR wordt de uiteindelijke definitieve code geregistreerd voor Histologisch type.
Voor ER, PR, HER2 wordt de hoogste waarde geregistreerd. Indien gestart is met neo-adjuvante systemische therapie, worden de waardes voor aanvang van de neo-adjuvante systemische therapie geregistreerd (obv biopt tumor).
Afspraak met DICA: Bij de items Tabblad Diagnostiek – Pathologie en de items Tabblad Pathologie – Pathologie staan de definitieve kenmerken geregistreerd. Er wordt géén onderscheid gemaakt tussen preoperatieve pathologie en postoperatieve pathologie.
Tip: De items Histologisch type, Oestrogeen receptor %, Progesteron receptor %, HER2-bepaling hoeven niet te worden aangepast naar specifieke postoperatieve informatie.
Tabblad Radiotherapie
Datum eerste consult radiotherapeut
Deze datum wordt alleen geregistreerd bij patiënten die starten met neo-adjuvante systemische behandeling.
Tip: Het is niet nodig om de ‘Datum eerste consult radiotherapeut’ aan te vullen bij patiënten die primair zijn geopereerd (en geen neo-adjuvante behandeling hebben ondergaan).
Items m.b.t. radiotherapie: type, kliniek, start- en stopdatum
Bij patiënten die starten met neo-adjuvante systemische behandeling komt het vaak voor dat de radiotherapie nog niet is gestart op het moment van registratie (3 maanden na de incidentiedatum) door de datamanager. De items m.b.t. radiotherapie zijn dan leeg. Deze items worden op een later moment door de datamanager aangevuld.
Tip: Als op het tabblad Patiënt bij het item ‘Registratie compleet’ staat: ‘nee’, en de ‘Datum laatste wijziging’ ligt vóór de startdatum radiotherapie: dan is het niet nodig om de items m.b.t. radiotherapie aan te vullen. Deze worden later door de datamanager van IKNL nog aangevuld.
Tabblad Systeemtherapie
Aantal kuren neo-adjuvant / adjuvant (daadwerkelijk gegeven)
Vanuit de NBCA is besloten om vanaf incidentiedatum 01-05-2024 te stoppen met de items ‘aantal kuren neoadjuvant’ en ‘aantal kuren adjuvant’. Daarom worden deze items niet aangeleverd in de validatietool en ook niet doorgeleverd aan MRDM.
Tip: Het is niet nodig om aantal kuren aan te vullen in de validatietool voor patiënten met een incidentiedatum vanaf 01-05-2024.
Stopdatum hormonale therapieën
In de NKR is de stopdatum van hormonale therapie niet verplicht (i.v.m. de lange duur van de behandeling).
Afspraak met DICA hierover: stopdatum is niet verplicht en kan leeg geleverd worden.
Tip: Het is niet nodig om stopdatum hormonale therapie aan te vullen in de validatietool.
Trastuzumab / Start- en stopdatum immunotherapie
Volgens de NBCA datadictionary wordt het item Trastuzumab gevuld voor: “immunotherapie, zoals bijvoorbeeld trastuzumab”. Het item Trastuzumab kan dus worden gevuld als er andere immunotherapie is gegeven. De start- en stopdatum geldt ook voor alle mogelijke immunotherapie. De stopdatum van immunotherapie kan leeg zijn (i.v.m. de lange duur van de behandeling), terwijl de trastuzumab zelf al wel is gestopt.
1. Alle patiënten die aan de in- en exclusiecriteria van de DHNA worden voldoen, worden geselecteerd.
Inclusie:
Alle patiënten met een eerste primaire maligniteit in het hoofd-halsgebied, te weten:
• Mondholte (ICD-O-3 code: C00, C02-C04, C05.0, C5.8-9, C06.0-8)
• Orofarynx (ICD-O-3 code: C01, C05.1- 2, C09, C10.0, C10.2-4, C10.8-9, C14)
• Nasofarynx (ICD-O-3 code: C11)
• Hypofarynx (ICD-O-3 code: C12-C13)
• Larynx (ICD-O-3 code: C32.0-2, C32.8-9, C10.1)
• Neusholte en neusbijholten (ICD-O-3 code:C30-C31)
• Maligne speekselklieren (ICD-O-3 code: C6.9, C07-C08)
• Lymfkliermetastasen plaveiselcelcarcinoom van onbekende origine (ICD-O-3 code: C80)
Exclusie:
• Carcinoma in situ (CIS).
• Patiënten die gediagnosticeerd zijn met:
o een tweede primaire invasieve tumor in het hoofdhalsgebied (in het verleden of synchroon) bij een eerdere of gelijktijdige invasieve tumor OF
o een tweede primaire invasieve tumor in het hoofdhalsgebied na een eerder CIS dat behandeld is met radiotherapie OF
o een recidief of een residu van een eerder invasief hoofd-halscarcinoom.
• Mucosale melanomen, schildkliertumoren, huidtumoren, sarcomen, neuroendocriene tumoren en hematologische maligniteiten
2. Een patiënt wordt geleverd aan elk ziekenhuis waar die patiënt bekend is.
Bij de specifieke behandeling staat aangegeven of die plaatsvond in dit ziekenhuis of elders.
3. Kenmerken zijn geen indicatoren, maar een hulpmiddel om bepaalde records inzichtelijk te maken, waarvan verstandig wordt geacht deze te controleren. Kenmerken worden niet geleverd; wel de onderliggende informatie (bijvoorbeeld de datums, dus als die kloppen is het in orde). De gegevens die aan MRDM geleverd worden, kunt u ook terugvinden in de downloadbare Excel.
4. Follow-up – levering: De gegevens over de follow-up worden gegenereerd voor de patiënten waarover wij eerder informatie hebben aangeleverd aan de DHNA. Daarom is het niet mogelijk ontbrekende patiënten aan te leveren. Deze gegevens worden 1* per jaar uitgedraaid en dit betreft direct de definitieve levering.