Effect toevoegen bevacizumab bij uitgezaaide dunnedarmkanker lijkt beperkt
Het toevoegen van bevacizumab aan de eerstelijns, palliatieve behandeling van patiënten met gemetastaseerd adenocarcinoom van de dunnedarm heeft slechts een beperkt effect (circa twee maanden) op de algehele overleving van deze patiënten. Dat concluderen Laura Legué (Catharina Ziekenhuis) en collega’s in een studie met behulp van gegevens uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). Om de overlevingskansen van deze patiënten te verbeteren zou toekomstig onderzoek gericht moeten zijn op het identificeren van een subgroep van patiënten die mogelijk baat heeft bij therapie met VEGF-remmers.
lees verderPreoperatieve MRI leidt niet tot betere uitkomsten bij ductaal carcinoom in situ
Preoperatieve MRI, als aanvulling op conventionele beeldvorming van de borst, leidt niet tot betere uitkomsten van chirurgie bij patiënten met primair ductaal carcinoom in situ. Dat concluderen Kristien Keymeulen (Maastricht UMC) en collega’s op basis van een studie met gegevens uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). De kans op een borstamputatie was na een MRI zelfs twee keer zo hoog. Ook het risico op positieve resectiemarges na borstsparende chirurgie nam niet af na preoperatieve MRI. De onderzoekers benadrukken dat pas definitieve conclusies getrokken kunnen worden aan de hand van de uitkomsten van langetermijnstudies, waarin ook naar lokale controle van de tumor wordt gekeken.
lees verderVeranderingen en wensen in internetgebruik bij overlevenden van kanker
Een aanzienlijk deel van de overlevenden van kanker in Nederland beschouwt internet als een belangrijke bron van informatie over hun ziekte. Hoewel het internetgebruik onder overlevenden de afgelopen 15 jaar met circa 25% is gestegen, blijkt er weinig te zijn veranderd in de prioriteiten en wensen ten aanzien van dit internetgebruik. Dat concluderen Mies van Eenbergen (IKNL) en collega’s. De wensen die overlevenden in 2005 hadden, blijken nauwkeurig overeen te komen met het feitelijk internetgebruik door de meeste ex-patiënten in 2017. Deze uitkomsten ondersteunen de overtuiging dat zorgverleners hun online diensten kunnen verbeteren en uitbreiden door deze nog beter af te stemmen op de behoeften van hun patiënten.
lees verderVerwijzing voor gamma knife: vaak jongere patiënten met lager stadium NSCLC
Patiënten met niet-kleincellige longkanker (NSCLC) en synchrone hersenmetastasen die verwezen worden voor een gamma-knife-behandeling, zijn doorgaans jonger en hebben een lager tumorstadium. Dat concluderen Deirdre ten Berge (Gamma Knife Center, Tilburg) en collega’s in Clinical Oncology. Doordat met gamma-knife-behandeling een hoog niveau van lokale controle kan worden bereikt, biedt deze techniek aanzienlijke kansen voor aanvullende behandeling van de primaire longtumor. Extra onderzoek is nodig om na te gaan of meer patiënten met niet-kleincellige longkanker en hersenmetastasen potentieel baat kunnen hebben bij een gamma-knife-behandeling.
lees verderNaleving richtlijnen chirurgie nierkanker beter bij groter behandelvolume
De naleving van richtlijnen voor de chirurgische behandeling van patiënten met stadium T1 nierkanker hangt samen met het aantal uitgevoerde operaties. Dat blijkt uit een studie van Britse en Nederlandse onderzoekers met data van ziekenhuizen uit het Verenigd Koninkrijk uit 2012-2016. De onderzoekers stellen vast dat centra met een groter behandelvolume beter voldoen aan de aanbevelingen in de richtlijnen. Patiënten met een T1-tumor die behandeld zijn in een centra met een hoog volume krijgen vaker een partiële nefrectomie. Ook treden bij deze patiënten minder complicaties op.
lees verderStudie naar tabaksrook en risico op ontwikkelen van cutaan melanoom
Mannen die roken hebben geen verhoogd risico op het ontwikkelen van een melanoom. Bij rokende vrouwen werd geen duidelijk relatie gevonden. Dat blijkt uit een studie van Liesbeth Sondermeijer (Radboudumc) en collega’s. Fundamenteel laboratoriumonderzoek is noodzakelijk om vast te stellen of componenten in tabaksrook mogelijk een beschermend effect hebben en in de toekomst een rol kunnen vervullen bij de behandeling van patiënten met een verhoogd risico op het ontwikkelen van melanomen.
lees verderHoger risico op recidief bij 75-79 jarigen met niet-gemetastaseerde borstkanker
Vrouwen van 75-79 jaar met niet-gemetastaseerde borstkanker lopen meer risico op afstandsrecidieven in vergelijking met lotgenoten van 70-74 jaar, ondanks het hogere risico op sterfte door andere oorzaken dan borstkanker in deze oudere groep. Dat concluderen Anna de Boer (LUMC) en collega’s op basis van een studie met gegevens van bijna 18.500 patiënten. Volgens de onderzoekers kunnen deze resultaten duiden op onderbehandeling in de oudste groep. De studie toont echter ook aan dat de kans op overlijden zónder recidief sterk toeneemt op hogere leeftijd en dat bij patiënten met een hoog risico op overlijden door andere oorzaken dan borstkanker snel sprake is van overbehandeling.
lees verderImpact positieve klieren na neoadjuvante chemotherapie op vervolgbehandeling
Bij cT1-3N0 ER+HER2+, cT1-3N0 ER-HER2+ en triple negatieve cT1-2N0 borstkankerpatiënten die behandeld zijn met neoadjuvante chemotherapie, kan een directe borstreconstructie worden overwogen als een acceptabele behandeloptie, vanwege het lage risico op het vinden van positieve schildwachtklieren. Dat concluderen Sanaz Samiei (Maastricht UMC+) en collega’s in Annals of Surgical Oncology. Echter, bij patiënten met cT1-3N0 ER+HER2- en triple negatieve borstkanker dienen risico’s en voordelen van een directe borstreconstructie uitvoerig besproken te worden met de patiënt, omdat het risico op het aantreffen van positieve schildwachtklieren relatief hoog is.
lees verder