Toegenomen inzet HER2-test en trastuzumab bij slokdarm- en maagkanker
Patiënten met uitgezaaide slokdarm- of maagkanker zijn tussen 2010 en 2016 aanzienlijk vaker getest op HER2-status en kregen ook significant vaker palliatieve chemotherapie met toevoeging van trastuzumab. Willemieke Dijksterhuis (IKNL & Amsterdam UMC) en collega’s constateren echter ook dat er grote verschillen zijn tussen ziekenhuizen in het aandeel HER2-geteste patiënten (29% tot 100%) en het voorschrijven van trastuzumab. Ze pleiten daarom voor meer bewustwording en frequenter testen met biomarkers.
Eerder is in de TOgA-trial aangetoond dat het toevoegen van trastuzumab aan eerstelijns palliatieve chemotherapie bijdraagt een betere overleving van patiënten met maagkanker met een HER2-overexpressie. Tot dusver ontbreken population-based gegevens over de evaluatie van HER2 en het geven van trastuzumab. In deze studie is daarom het testen op HER2 geëvalueerd, het voorschrijven van trastuzumab en de algehele overleving van patiënten met uitgezaaide slokdarm- of maagkanker in een landelijk cohort.
Studieopzet
De onderzoekers verzamelden data van patiënten met een synchroon uitgezaaid adenocarcinoom van de slokdarm of maag (n= 2.846) die in de periode 2010-2016 zijn gediagnosticeerd en een behandeling kregen met palliatieve chemotherapie. Deze gegevens waren afkomstig uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) en het Pathologisch-Anatomisch Landelijk Geautomatiseerd Archief (PALGA).
De criteria van de ToGA-trial werden gebruikt om de HER2-overexpressie te determineren. Het aandeel op HER2-geteste patiënten tussen ziekenhuisvolumes werden geanalyseerd met behulp van Chi-kwadraattesten en veranderingen over de tijd met trendanalyses. Ook werd de algehele overleving vastgesteld met de Kaplan Meier-methode en met multivariabele proportionele Cox-regressie.
Resultaten
Uit de analyses blijkt dat het percentage patiënten bij wie overexpressie van HER2 in de tumorcellen was getest steeg van 18% in 2010 naar 88% in 2016. De mediane, algehele overleving steeg van 6,9 maanden in de periode 2010-2013 naar 7,9 maanden in de periode 2014-2016. Het aandeel op HER2-geteste patiënten varieerde sterk tussen ziekenhuizen en lag tussen 29% en 100%. Over het geheel genomen ontving 77% van de HER2-positief geteste patiënten trastuzumab.
De mediane algehele overleving was hoger (8,8 maanden) bij patiënten met een positieve HER2-status en bij patiënten met een negatieve HER2-status (7,4 maanden) ten opzichte van niet-geteste patiënten (5,6 maanden).
De onderzoekers stellen dat het opmerkelijk is dat 23% van de HER2-positieve patiënten geen trastuzumab kregen voorgeschreven, ondanks het feit dat deze patiënten wel systemische therapie ontvingen en geen aanvullende toxiciteit werd verwacht op basis van resultaten uit de ToGA-trial.
Mannelijke patiënten en behandeling in een ziekenhuis met een lager behandelvolume hingen samen met een geringere kans op een HER2-test. Mogelijke oorzaken zijn contra-indicaties voor trastuzumab en onderbewustzijn bij artsen. Daarnaast is niet uitgesloten dat financiële redenen ook een rol spelen bij patiënten die niet in aanmerking komen voor behandeling met cisplatin, capecitabine of 5-FU, aangezien trastuzumab enkel wordt vergoed in combinatie met deze systemische therapie.
Conclusie en aanbevelingen
Willemieke Dijksterhuis en collega’s concluderen dat het testen op de HER2-status tussen 2010 en 2016 in Nederland is gestegen en dat het toevoegen van trastuzumab de palliatieve behandeling van patiënten met uitgezaaide slokdarm- en maagkanker heeft veranderd. Mogelijk hebben deze veranderingen bijgedragen aan verbetering van de overleving van deze patiënten. Meer bewustzijn op testen op HER2, met name in laagvolumeziekenhuizen, en het toevoegen van trastuzumab kan mogelijk bijdragen aan verdere verbetering van de uitkomsten voor deze patiënten.
De onderzoekers merken in dit verband op dat het verontrustend is dat in 2016 nog steeds meer dan 10% van de systemisch behandelde patiënten niet getest is op HER2-status. In verband met de verwachte komst van veelbelovende doelgerichte therapieën en biomarkers voor EpsteinBarr Virus en MSI, wordt geadviseerd het testen met biomarkers in de klinische praktijk serieus op te pakken.
Over deze studie
Dit is de eerste studie waarin het testen op HER2-status is onderzocht in een landelijk cohort patiënten met slokdarm- en maagkanker. De aanname van de onderzoekers dat er niet op HER2 is getest, was gebaseerd op ontbreken van informatie hierover in pathologieverslagen in de landelijke database van PALGA. Mogelijk heeft deze aanname geleid tot een onderschatting van het werkelijk aantal geteste patiënten. Een andere beperking is het ontbreken van informatie over redenen waarom er geen HER2-test is uitgevoerd of geen trastuzumab is verstrekt. Tot slot is niet uitgesloten, gelet op het retrospectieve karakter van deze studie, dat niet voor alle potentieel verstorende factoren is gecorrigeerd.
- Dijksterhuis WPM, Verhoeven RHA, Meijer SL, Slingerland M, Haj Mohammad N, de Vos-Geelen J, Beerepoot LV, van Voorthuizen T, Creemers GJ, van Oijen MGH, van Laarhoven HWM. Increased assessment of HER2 in metastatic gastroesophageal cancer patients: a nationwide population-based cohort study. Gastric Cancer. 2020 Jan 11.
- Meer informatie over deze publicatie is verkrijgbaar via bibliotheek@iknl.nl