PRO-RCC: evalueren patiëntuitkomsten en behandelkeuzes niercelcarcinoom

Een landelijke infrastructuur voor onderzoek naar niercelcarcinoom moet leiden tot sneller inzicht in klinische uitkomsten van behandelingen, maar ook patiëntgerapporteerde bijwerkingen en kwaliteit van leven van patiënten. In samenwerking met de Werkgroep Immunotherapie Nederland voor Oncologie (WIN-O) en IKNL is binnen het NiercelKanker Netwerk Amsterdam (NKNA) gestart met het project ‘Patient-Reported Outcomes – Renal Cell Carcinoma (PRO-RCC)’. Hierna volgt landelijke uitrol.
lees verderGevorderde eierstokkanker: afwijken richtlijn vooral door persoonlijke voorkeuren

Oudere vrouwen met gevorderde eierstokkanker krijgen vaker zorg die afwijkt van de richtlijn. Persoonlijke voorkeuren van de patiënt worden het vaakst als reden genoemd om te kiezen voor ondersteunende zorg in plaats van behandeling. Dat blijkt uit onderzoek van Inez van Walree (Diakonessenhuis Utrecht) en collega’s. Omdat behandelvoorkeuren vooral gebaseerd zijn op de informatievoorziening en het vertrouwen in de gynaecoloog, is het cruciaal dat patiënten zo volledig mogelijk worden geïnformeerd.
lees verderChemotherapie met rituximab bij CLL: effectiviteit in tweedelijn minder duidelijk

Eerstelijnsbehandeling met rituximab-bevattende chemotherapie is effectief bij patiënten met chronische lymfatische leukemie (CLL), maar dit effect lijkt minder duidelijk bij tweedelijnsbehandeling van patiënten zónder signalen van rituximab-resistentie. Dat concluderen Lina van der Straten (IKNL, Albert Schweitzer Ziekenhuis, Dordrecht) en collega’s op basis van population-based onderzoek.
lees verderBetere overleving na chirurgie stadium IV primaire, inflammatoire borstkanker

Chirurgie van de borsttumor bij primaire stadium IV inflammatoire borstkanker hangt samen met een verbeterde algehele overleving en zou dus onderdeel kunnen zijn van de behandelstrategie bij deze patiënten. Dat concluderen Dominique van Uden (Rijnstate Ziekenhuis, Arnhem) en collega’s. Het onderliggende mechanisme van dit effect is vooralsnog niet bekend. Ook zijn er nog allerlei onbeantwoorde vragen, zoals de kans op complicaties na chirurgie en de kwaliteit van leven van patiënten na of zonder chirurgie.
lees verderPraktijkvariatie in postoperatieve radiotherapie bij cN+ borstkanker

Bij patiënten met stadium cT1-2N+ borstkanker is een substantiële afwijking van de studierichtlijn waargenomen ten aanzien van het geven van postoperatieve radiotherapie na primaire systemische therapie. Deze afwijking is vooral zichtbaar bij patiënten met een ypN1 na primaire systemische therapie mét of zónder okselklierdissectie, zo blijkt uit de RAPCHEM-studie.
lees verderLandelijke trial: preoperatieve chemoradiatie bij resectabel pancreascarcinoom

Preoperatieve chemoradiotherapie levert geen significante verbetering van de overleving van patiënten met resectabele of mogelijk resectabele alvleesklierkanker ten opzichte van eerst opereren. Dat blijkt uit een studie van Eva Versteijne (Amsterdam UMC, AMC) en collega’s. Preoperatieve chemoradiotherapie levert wel voordeel op voor de secundaire uitkomstmaten, zoals ziektevrije overleving en het percentage microscopisch volledige (R0) resecties, maar voor het definitieve bewijs van het voordeel zijn meer trials nodig.
lees verderSamenhang spiermassa en mortaliteit verschilt per sekse bij dikkedarmkanker

De samenhang tussen spiermassa en mortaliteit verschilt tussen mannen en vrouwen met dikkedarmkanker. Dat concluderen Harm van Baar (WUR) en collega’s in Cancer Epidemiology, Biomarkers & Prevention. Welk mechanisme hier achter schuilgaat, moet nog worden opgehelderd. De uitkomsten van dit onderzoek geven aan dat het belangrijk is om meer aandacht te besteden aan seksegerelateerde verschillen en uitkomsten van oncologische behandelingen.
lees verderVariatie in chemotherapie gedaald bij uitgezaaid pancreasadenocarcinoom

Hoewel de variatie in het voorschrijven van FOLFIRINOX en nab-paclitaxel plus gemcitabine aan patiënten met gemetastaseerd ductaal pancreasadenocarcinoom in Nederland is gedaald, kreeg tussen 2007 en 2016 nog circa een kwart van de patiënten monotherapie met gemcitabine. Dat tonen Anouk Latenstein (Amsterdam UMC, locatie AMC) en collega’s aan met behulp van data uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). Zij pleiten voor een meer gestructureerde aanpak bij de implementatie van nieuwe middelen.
lees verder