Nieuws Borstkanker



Evaluatie gebruik en impact genprofieltest bij vroege borstkanker in Nederland

De genprofieltest wordt in Nederland zowel binnen als buiten de kaders van de richtlijn Mammacarcinoom ingezet. Dat concluderen Kay Schreuder (IKNL, UTwente) en collega’s aan de hand van onderzoek met data uit de Nederlandse Kankerregistratie. In alle klinische risicocategorieën werd een meerderheid van de patiënten ingedeeld in een genomisch laag of intermediair risicoprofiel en was de naleving van het resultaat van de genprofieltest hoog. In geval van een discrepantie tussen het genomisch en klinisch risico, werden de patiënten behandeld in overeenstemming met de uitslag van de test. De onderzoekers signaleren dat het gebruik van de genprofieltest heeft geleid tot een afname van het gebruik van chemotherapieën.

lees verder

Variatie in extra dosis bestraling bij borstsparende behandeling in Nederland

De variatie in het geven van een extra dosis radiotherapie is bij patiënten met invasieve borstkanker gedaald na herziening van de landelijk richtlijn Mammacarcinoom in 2011. Bij patiënten met niet-invasieve borstkanker (ductaal carcinoom in situ; DCIS) bleef deze variatie wel aanwezig. De waargenomen variatie bij patiënten met DCIS kan volgens Kay Schreuder (IKNL, University of Twente) en collega’s niet volledig worden verklaard op basis van tumor- en patiëntkenmerken en/of kenmerken van behandelcentra. De onderzoekers achten het waarschijnlijk dat persoonlijke voorkeuren binnen de behandelcentra de oorzaak zijn van deze variatie.

lees verder

Verminderde arbeidsparticipatie 5 tot 10 jaar na borstkanker nog aanwezig

Werkgerelateerde factoren, zoals ondersteuning ervaren op het werk, werken naar eigen vermogen of mogelijkheid om werkuren aan te passen, hangen bij overlevenden van borstkanker 5 tot 10 jaar na diagnose nog steeds samen met beperkte werkparticipatie, terwijl klinische factoren hierbij geen significante rol lijken te spelen. Dat blijkt uit een cross-sectionele studie van Sietske Tamminga (Amsterdam UMC) en collega’s. Volgens de onderzoekers kunnen nog te ontwikkelen werkgerelateerde interventies mogelijk bijdragen aan het voorkomen of beperken van deze effecten. Hierbij kan gedacht worden aan hulpmiddelen voor werkgevers, ondersteuning van zorgprofessionals tijdens het gehele zorgtraject en instrumenten voor huisartsen.

lees verder

Correlatie tussen volledige tumorrespons en afwezigheid okselmetastasen

Het bereiken van een volledige pathologische respons in de borst na neoadjuvante systemische therapie hangt sterk samen met de afwezigheid van metastasen in de okselklieren ten tijde van de operatie bij patiënten met klinisch negatieve lymfeklieren; vooral bij de subtypes ER+HER2+, ER-HER2+ en triple negatieve borstkanker. Dat blijkt uit onderzoek van Sanaz Samiei (Maastricht UMC) en collega’s met gegevens uit de Nederlandse Kankerregistratie. De uitkomsten van deze studie bieden aanknopingspunten voor toekomstig klinisch onderzoek om na te gaan of okselklieroperaties in de toekomst veilig achterwege kunnen blijven bij geselecteerde subgroepen patiënten.  

lees verder

Kans op terugkeer van ziekte binnen tien jaar na borstkanker per subtype

De kans op een lokaal of regionaal recidief is in het algemeen klein bij patiënten met borstkanker in Nederland. Toch blijken specifieke subtypen borstkanker belangrijke voorspellers te zijn voor de recidiefvrije 10-jaarsoverleving. Marissa van Maaren (IKNL) en collega’s tonen met gegevens uit de Nederlandse Kankerregistratie aan dat patiënten met subtype ‘luminal A’ de laagste recidiefpercentages vertonen, maar dat dit subtype samen met ‘luminal B’ ook later in de follow-up nog terugkeert. Bij subtype ‘HER2-positief’ of ‘triple-negatief’ is de neiging tot recidivering het grootst in het tweede jaar na diagnose, waarna dit sterk afneemt. Deze informatie is belangrijk voor het bespreken van de meest optimale behandeling en inrichting van de follow-up.

lees verder

Studie naar risico regionale metastasen na borstoperatie & adjuvante therapie

Hoewel op basis van bekende vals-negatieve percentages van de schildwachtklierprocedure (5% tot 7%)  een vergelijkbaar percentage patiënten het risico loopt op een regionaal recidief in de oksel blijkt die laatste kans na 5 jaar 50% lager te liggen. Dat blijkt uit een studie van Marleen Roos (Diakonessenhuis Utrecht) en collega’s met gegevens uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). Om de invloed van aanvullende behandelingen op de regionale recidiefkans uit te schakelen werd het onderzoek uitgevoerd in een groep patiënten, bij wie radiotherapie en systemische therapie geen rol konden spelen.

lees verder

PREDICT voorspelt goed bij meeste patiënten met borstkanker in Nederland

Het PREDICT-model (versie 2.0) geeft een betrouwbare prognose van de algehele 5- en 10-jaarsoverleving bij de meeste patiënten met borstkanker in Nederland. De prognose van de algehele 5- en 10-jaarsoverleving bij patiënten met een negatieve oestrogeenreceptor vergt echter wel een zorgvuldige interpretatie. Dat concluderen  Marissa van Maaren (IKNL, Universiteit Twente) en collega’s uit Nederland, Verenigd Koninkrijk en Frankrijk in de European Journal of Cancer. Ook ten aanzien van de algehele 10-jaarsoverleving bij patiënten van 75 jaar en ouder, patiënten met T3-tumoren en patiënten bij wie endocriene therapie en chemotherapie wordt overwogen is omzichtige interpretatie wenselijk.

lees verder

Kankersterfte onder vrouwen in Nederland hoog blijkt uit Europese studie

De kankersterfte onder vrouwen in Nederland is de hoogste van alle landen in West-Europa. In Europa scoren maar liefst 34 landen beter als het gaat om de kankersterfte onder vrouwen. Slechts in zes Europese landen is deze sterfte hoger dan in Nederland. Dat blijkt uit een publicatie in het European Journal of Cancer. De kankersoorten waar de meeste vrouwen aan overlijden zijn longkanker, darmkanker en borstkanker. Deze kankersoorten komen bij vrouwen in Nederland vaker voor dan elders. Om de kankersterfte terug te dringen zijn daarom verdergaande preventieve maatregelen nodig.

lees verder