Nieuws Borstkanker



Disciplines verschillen van inzicht over contra-indicaties directe borstreconstructie

In Nederland bespreken zowel oncologisch chirurgen als plastisch chirurgen de mogelijkheid van een directe borstreconstructie met hun patiënten. Beide disciplines verschillen wel van mening over mogelijke contra-indicaties voor een directe borstreconstructie, zo blijkt uit een studie van Annelotte van Bommel (LUMC/DICA) en collega’s in Annals of Plastic Surgery. Plastisch chirurgen rapporteren vaker patiëntgerelateerde risicofactoren over wondgenezing, terwijl oncologisch chirurgen frequenter oncologische factoren noemen. Volgens de onderzoekers kan consensus over deze contra-indicaties bijdragen aan betere begeleiding van patiënten en verdere optimalisatie van gedeelde besluitvorming met patiënten over het wel of niet uitvoeren van een directe borstreconstructie.

lees verder

Aandeel borstsparende operaties ’89-’15 sterk gestegen; grote regionale variatie

Het aandeel patiënten met borstkanker dat een borstsparende operatie kreeg, is tussen 1989 en 2015 sterk toegenomen in Nederland. Wel bestonden er grote regionale variaties die, hoewel gedaald, nog steeds voortduren. Dat blijkt uit een landelijke studie van Marissa van Maaren (IKNL) en collega’s. De gevonden variatie duidt volgens de onderzoekers op het ontbreken van volledige consensus over de indicaties voor initiële chirurgie en onderstreept de noodzaak van implementatie van een uniforme behandel- en besluitvormingsstrategie. Andere factoren die meespelen zijn persoonlijke ervaringen van chirurgen en -zeker niet als laatste- persoonlijke voorkeuren en psychologische overwegingen van patiënten. 

lees verder

Borstkankerbehandelingen en prognoses geëvalueerd met de NKR

Met gegevens uit de Nederlandse Kankerregistratie zijn de uitkomsten van borstkankerbehandelingen vergeleken. Daaruit blijkt dat bij borstkanker in een vroeg stadium een borstsparende behandeling even veilig is als een borstamputatie. Ook blijkt dat snel starten met radiotherapie (bestraling) na een borstsparende operatie niet leidt tot betere overleving. Marissa van Maaren promoveert 28 september op dit onderzoek naar uitkomsten van verschillende borstkankerbehandelingen en het zo goed mogelijk voorspellen van de prognose van een patiënt. Het onderzoek had als doel om bij te dragen aan gepersonaliseerde behandeling en risicovoorspelling.

lees verder

Verschillen in bestraling bij borstkanker tussen ziekenhuizen

De diagnostiek en behandeling van borstkanker is de afgelopen jaren sterk verbeterd. Dit heeft geleid tot hogere overleving en kwaliteit van leven. Door gerichte inzet van behandeling kunnen bijwerkingen steeds vaker worden beperkt. Dit is ook steeds meer het geval bij radiotherapie (bestraling). Aanbevelingen voor het minder vaak inzetten van een extra dosis bestraling op de plek waar de tumor is verwijderd, genaamd boost-bestraling, zijn echter nog niet overal ingevoerd. 

lees verder

Verschillen in borstkankerzorg tussen ziekenhuizen

De diagnostiek en behandeling van borstkanker is de afgelopen jaren sterk verbeterd. Dit heeft geleid tot gestegen overleving en kwaliteit van leven. De toepassing van nieuwe mogelijkheden in de diagnostiek en behandeling van borstkanker verschilt echter tussen ziekenhuizen. Voorbeelden hiervan zijn verschillen in de toepassing van borstreconstructie direct na amputatie en de inzet van boost-radiotherapie. Ook worden genexpressieprofiel-testen, die de noodzaak van chemotherapie kunnen bepalen, niet bij alle patiënten ingezet die daarvoor in aanmerking komen.

lees verder

Significante variatie in behandeling en overleving ouderen met borstkanker EU-5

Er bestaat significante variatie in behandelstrategieën en overleving van oudere vrouwen met borstkanker in Nederland, België, Ierland, Engeland en de regio Groot-Polen. Die conclusie staat te lezen in een publicatie van Marloes Derks (LUMC) en collega’s in de British Journal of Cancer. De onderzoekers constateren onder meer grote variatie in het aanbieden van hormoontherapie bij patiënten met vroege stadia van borstkanker, maar dit heeft niet geleid tot een betere relatieve overleving. Dit wijst op mogelijke overbehandeling. Bij patiënten met gevorderd borstkanker, zagen zij een hogere overleving in landen waar minder vaak chirurgie wordt onthouden. Dit wijst volgens de onderzoekers op mogelijke onderbehandeling. 

lees verder

Minder vaak gevorderde borstkanker door deelname aan bevolkingsonderzoek

Bij vrouwen die deelnemen aan het bevolkingsonderzoek naar borstkanker wordt beduidend minder vaak gevorderde borstkanker bij diagnose gevonden,  in vergelijking met vrouwen die niet of onregelmatig deelnemen aan dit landelijke bevolkingsonderzoek. Dat blijkt uit een grote studie van Linda de Munck (Integraal Kankercentrum Nederland; IKNL) gepubliceerd in de International Journal of Cancer. De studie werd in samenwerking met academische centra, het Landelijk Evaluatieteam Bevolkingsonderzoek en het Landelijk Referentiecentrum voor Bevolkingsonderzoek uitgevoerd. 

lees verder

Goed geïnformeerde patiënt kiest vaker voor een directe borstreconstructie

Elke vrouw die geadviseerd wordt over een borstamputatie dient vooraf ook informatie te ontvangen over de mogelijkheid van een directe borstreconstructie naast eventuele, andere behandelopties. Het ontvangen van informatie over een optionele, directe borstreconstructie heeft namelijk een positief effect op het uiteindelijk krijgen van een directe borstreconstructie, zo blijkt uit onderzoek van Kelly de Ligt (IKNL) en collega’s. De onderzoekers stellen tevens vast dat de informatievoorziening over borstreconstructies in de dagelijkse praktijk nog beter kan, omdat patiënten die géén borstreconstructie hebben gehad niet in alle gevallen over deze mogelijkheid waren geïnformeerd.
 

lees verder