Vaker tweedelijnstherapie bij slokdarm- of maagkanker in hoogvolumecentra

Patiënten met uitgezaaid adenocarcinoom van slokdarm of maag die behandeld zijn met palliatieve eerstelijns systemsche therapie in ziekenhuizen met een hoog behandelvolume, krijgen vaker tweedelijnstherapie. Dat blijkt uit onderzoek van Willemieke Dijksterhuis (Amsterdam UMC en IKNL) en collega’s. Deze studie toont verder aan dat patiënten na tweedelijnsbehandeling met paclitaxel/ramucirumab een langere overleving hebben vergeleken met patiënten die monotherapie met taxanen ontvingen.
lees verderInclusie REBACARE-studie afgerond met ondersteuning IKNL-trialbureau

Recent is de 190e patiënt geïncludeerd in de REBACARE-studie. Daarmee is het totale beoogde aantal inclusies voor de de studie behaald dankzij deelname van 18 ziekenhuizen. Binnen de REBACARE-studie wordt de effectiviteit onderzocht van een eenmalige blaasspoeling met chemotherapie voorafgaand aan een operatie voor een tumor van het nierbekken of urineleider ter voorkoming van terugkeer van een tumor in de blaas. Eerder was al te lezen dat het IKNL-trialbureau deze studie ondersteunde en om welke ondersteuning dat exact ging. Nu de inclusie van de studie is voltooid, vertelt dr. Joost Boormans, uroloog bij het Erasmus MC en onderzoeker in de REBACARE-studie, over de samenwerking met het IKNL-trialbureau.
lees verderProBCI observationeel en interventieonderzoek blaaskanker breidt uit

ProBCI (Prospectieve Blaaskanker Infrastructuur) bestaat uit een infrastructuur, waarin multidisciplinaire data van patiënten met blaaskanker, een biobank en patiënt-gerapporteerde uitkomsten zijn samengebracht. Doel is klinisch, wetenschappelijk onderzoek te faciliteren om de prognose en kwaliteit van leven van patiënten met blaaskanker te verbeteren. Om de mogelijkheden van ProBCI optimaal te benutten, wordt deze infrastructuur de komende tijd verder uitgebreid over extra ziekenhuizen.
lees verderKans op radicale cystectomie verschilt tussen diagnoseziekenhuizen

Sinds de invoering van volumenormen voor blaasverwijdering (radicale cystectomie) is de behandelvariatie tussen ziekenhuizen in Nederland afgenomen. Maar de kans op het krijgen van een radicale cystectomie verschilt nog steeds tussen diagnoseziekenhuizen en heeft invloed op de algehele 2-jaarsoverleving van deze patiënten. Dat blijkt uit onderzoek van Dorien Ripping (IKNL) en collega’s. Factoren die een rol spelen zijn leeftijd, tumorstadium, sociaaleconomische status, ziekenhuistype en het cystectomievolume van per ziekenhuis.
lees verderRadium-223 vooral in 2e & 3e lijn uitgezaaide castratie-resistente prostaatkanker

Radium-223-therapie is in Nederland tussen 2014-2018 voornamelijk ingezet als tweede- en derdelijnsbehandeling bij patiënten met uitgezaaide castratie-resistente prostaatkanker na doelgerichte therapie. Dat blijkt uit onderzoek van Malou Kuppen (Erasmus School of Health Policy and Management) en collega’s. Derdelijnsbehandeling met radium-223 hing samen met een slechtere overleving. Later starten met radium-223 had geen invloed op compleetheid van de behandeling en optreden van symptomatische skelet-gerelateerde gebeurtenissen.
lees verderBlaZIB-studie biedt inzicht in zorg voor patiënten met blaaskanker in Nederland

November 2017 is de BlaZIB-studie officieel van start gegaan met het includeren van blaaskanker patiënten. Doel van dit onderzoek is inzicht te geven in de stand van zaken van de blaaskankerzorg in Nederland met behulp van data uit de dagelijkse, klinische praktijk en knelpunten en verbeterpunten op te sporen die kunnen bijdragen aan het verbeteren van de blaaskankerzorg in Nederland. De uitkomsten van deze studie zullen naar verwachting ook aanknopingspunten bieden voor betere blaaskankerzorg elders in Europa.
lees verderThesis over bijdrage zorgpaden aan verbetering oncologische zorg in Nederland

Zorgpaden voor patiënten met kanker leveren een belangrijke bijdrage aan het verbeteren van de kwaliteit van zorg en uitkomsten van deze zorg. Dat concludeert Jolanda van Hoeve in het proefschrift dat zij 29 oktober 2020 verdedigde aan de Universiteit Twente. De ontwikkeling en implementatie van zorgpaden kan echter niet los worden gezien worden van andere ontwikkelingen. “Sterker nog: een zorgpad dient juist gebaseerd te zijn op actuele landelijke richtlijnen en beroepsnormen.”
lees verderGepersonaliseerde follow-up: betere risico-inschatting & lagere zorgkosten

De follow-up baseren op de individuele risico-inschatting van locoregionale recidieven kan bijdragen aan verlaging van het aantal follow-up-afspraken en levert een besparing op de zorgkosten. Teresa Draeger (Universität Regensburg, Universiteit Twente) geeft aan dat in de gebruikte simulatiemodellen, waarbij het INFLUENCE nomogram is gebruikt, een beperkt risico op vertraagde detectie van locoregionale recidieven wordt geaccepteerd.
lees verder