Radium-223 vooral in 2e & 3e lijn uitgezaaide castratie-resistente prostaatkanker
Radium-223-therapie is in Nederland tussen 2014-2018 voornamelijk ingezet als tweede- en derdelijnsbehandeling bij patiënten met uitgezaaide castratie-resistente prostaatkanker na doelgerichte therapie. Dat blijkt uit onderzoek van Malou Kuppen (Erasmus School of Health Policy and Management) en collega’s. Derdelijnsbehandeling met radium-223 hing samen met een slechtere overleving. Later starten met radium-223 had geen invloed op compleetheid van de behandeling en optreden van symptomatische skelet-gerelateerde gebeurtenissen.
Het bepalen van het juiste moment van behandeling met radium-223 blijft een uitdaging bij patiënten met uitgezaaide castratie-resistente prostaatkanker vanwege alternatieve behandelopties en het korte tijdsbestek waarbinnen radium-223-behandeling kansrijk is.
Resultaten
In de CAPRI-registratie is informatie vastgelegd van in totaal 3.616 patiënten afkomstig van twintig ziekenhuizen. Voor de huidige studie zijn hieruit 285 patiënten (8%) geselecteerd die behandeld zijn met radium-223. Van deze patiënten ontving 49% radium-223 als derdelijnsbehandeling. De helft van deze patiënten (51%) voltooide zes radium-223-injecties en 34% kreeg een symptomatische skelet-gerelateerde gebeurtenis (SSE) na de eerste radium-223-injectie zonder verschillen tussen de subgroepen.
De mediane follow-up was 8,5 maanden (bereik 0,2 – 45 maanden). Aan het einde van de studie waren 161 patiënten (57%) overleden, 63 patiënten (22%) ‘lost to follow-up’ en 61 patiënten (21%) zaten nog steeds in de follow-up met een mediane follow-up-periode van 10,5 maanden (bereik 1,3 – 45 maanden). De belangrijkste reden om vroegtijdig te stoppen was progressie van de ziekte op basis van de PSA-waarde en/of radiologisch dan wel klinisch vastgestelde progressie.
De mediane overleving was 12,2 maanden. Na correctie voor bekende prognostische factoren hadden patiënten die radium-223 als derdelijnsbehandeling kregen een kortere algehele overleving (10,4 maanden) in vergelijking met patiënten na eerstelijnsbehandeling met radium-223 (23,8 maanden). Vooral laag Hb en hoog PSA hingen samen met een slechtere overleving. Dit geldt ook voor een slechtere ECOG-score en hoog ALP.
Conclusie en aanbevelingen
Malou Kuppen en collega’s concluderen dat radium-223-therapie in Nederland in de periode 2014-2018 voornamelijk is ingezet als tweede- en derdelijnsbehandeling bij patiënten met uitgezaaide castratie-resistente prostaatkanker na eerdere doelgerichte therapie met docetaxel en/of androgeenblokkers. De overleving was significant slechter na derdelijnsbehandeling met radium-223 vergeleken met eerdere lijnsbehandeling. De waargenomen slechtere overleving was maar gedeeltelijk te verklaren op basis van slechtere kenmerken bij aanvang van de behandeling. Het later starten van radium-223-behandeling had geen invloed op de mate van compleetheid van de behandeling of het optreden van symptomatische skelet-gerelateerde gebeurtenissen, maar bijwerkingen traden wel vaker op.
Volgens de onderzoekers is aanvullend, prospectief onderzoek nodig om de beste timing en monitoring te bepalen voor behandeling met radium-223 tegen de achtergrond van diverse andere behandelmogelijkheden voor patiënten met uitgezaaide castratie-resistente prostaatkanker. In dit verband wijzen zij op de registratie van nieuwe levensverlengende medicijnen voor uitgezaaide, hormoongevoelige prostaatkanker en de beperkingen in de huidige richtlijnen van de European Medicines Agency.
- Malou Cp Kuppen, Hans M Westgeest, Maarten J van der Doelen, Alphonsus Jm van den Eertwegh, Jules Llm Coenen, Katja Kh Aben, Alphons Cm van den Bergh, Andries M Bergman, Joan van den Bosch, Filiz Celik, Mathijs P Hendriks, Jules Lavalaye, Saskia van der Meer, Marco B Polee, Diederik M Somford, Inge M van Oort, Carin A Uyl-de Groot, Winald R Gerritsen. Real-world outcomes of radium-223 dichloride for metastatic castration resistant prostate cancer. Future Oncol. 2020 Jul;
- Meer informatie over deze publicatie is verkrijgbaar via bibliotheek@iknl.nl