Fysiek en psychisch

Mensen die kanker hebben (gehad) ervaren een verminderd lichamelijk functioneren in vergelijking met de algemene bevolking. Veelvoorkomende klachten zijn vermoeidheid, neuropathie, verminderde concentratie en geheugen, angst en depressieve klachten.

Vermoeidheid

Driekwart van de (ex-)patiënten, zowel mannen als vrouwen, rapporteert vermoeidheidsklachten. Dit maakt vermoeidheid een van de meest gerapporteerde klachten door patiënten. Patiënten laten vooral vaker ernstige vermoeidheidsklachten zien: zo’n kwart van de patiënten heeft last van ernstige vermoeidheid. Bijna twee keer zoveel als de algemene bevolking. Vermoeidheidsklachten worden in alle leeftijdsgroepen in hoge mate gerapporteerd. Daarnaast nemen deze klachten over tijd nauwelijks af en wordt zowel matige tot ernstige vermoeidheid lang na diagnose gerapporteerd. Hierin is het chronische karakter van deze klachten zichtbaar.

Neuropathie

Neuropathie komt door schade aan de zenuwen die kan worden veroorzaakt door chemotherapie. Denk aan tintelingen of een doof gevoel in handen of voeten. Meer dan een derde van de patiënten die kanker heeft (gehad), geeft aan last te hebben van neuropathie. Neuropathie is vaak blijvend, en heeft grote invloed op het dagelijks functioneren van patiënten. Zij ervaren beperkingen met lopen, schrijven of de knoopjes van een blouse dichtdoen. Mensen met multipel myeloom en eierstokkanker krijgen vaak chemotherapie, waardoor ze vaker neuropathie ervaren dan patiënten die deze therapieën niet krijgen.

Diabetes kan ook neuropathie als gevolg hebben. Mensen die zowel diabetes als kanker hebben (gehad), hebben vaker neuropathie.

Cognitief functioneren

Bijna de helft van de (ex-)kankerpatiënten geeft aan last te hebben van cognitieve klachten, namelijk verminderde aandacht en problemen met het geheugen. Opvallend is dat vooral het aantal patiënten dat ‘veel last’ heeft van deze klachten fors hoger is dan in de algemene bevolking. In alle leeftijdscategorieën tot en met 75 jaar rapporteren patiënten die kanker hebben (gehad) meer cognitieve problemen vergeleken met de algemene bevolking. De verschillen tussen patiënten en de algemene bevolking zijn het grootst bij jongere patiënten. Patiënten van jonge en middelbare leeftijd (<35-65 jaar) rapporteren zelfs meer cognitieve klachten dan mensen van 66-75 jaar die geen kanker hebben (gehad). Hoe hoger patiënten zijn opgeleid, hoe minder last zij hebben van cognitieve klachten. Met name opvallend is dat het aantal patiënten dat ‘veel last’ ervaart lager wordt naarmate het opleidingsniveau toeneemt.

Angstklachten

Het percentage patiënten dat angstklachten ervaart, is fors hoger dan in de algemene bevolking. In de eerste twee jaar na diagnose ervaart bijna de helft van de patiënten angstklachten. Hoewel deze klachten na verloop van tijd afnemen, komen ze gemiddeld meer voor dan bij de algemene bevolking. Opvallend is dat mannelijke patiënten relatief vaak angstklachten ervaren in vergelijking met de algemene bevolking.

Depressieve klachten

In vergelijking met de algemene bevolking ervaren patiënten die kanker hebben (gehad) veel vaker depressieve klachten. In de eerste twee jaar na diagnose ervaart een derde van de patiënten depressieve klachten. Depressieve klachten komen vaker voor bij oudere patiënten die kanker hebben (gehad). In de algemene bevolking komen depressieve klachten ongeveer evenveel voor bij alle leeftijdsgroepen. Oudere patiënten en overlevenden lijken dus kwetsbaarder te zijn voor het ontwikkelen van depressieve klachten dan jongere patiënten en overlevenden.

Meer informatie

Lees meer over klachten na kanker in het rapport ‘Kankerzorg in beeld, over leven met en na kanker'.



Impact chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie op QoL

Bijna de helft van de patiënten die behandeld zijn met oxaliplatine of taxanen kunnen mediaan 6,5 maanden na de beëindiging van de behandeling last hebben van chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie (CIPN). Dit uit zich onder meer in gevoelloosheid en tintelingen in handen en voeten. CIPN kan grote invloed hebben op de kwaliteit van leven van deze mensen en de impact daarvan neemt toe gelet op de gestegen overleving na behandeling van kanker. Volgens Tonneke Beijers (MMC Veldhoven) en collega's is er daarom meer onderzoek nodig om de gevolgen van neurotoxiciteit op de kwaliteit van leven te beoordelen. 

lees verder

Literatuurstudie naar oxaliplatin-geïnduceerde perifere neuropathie

Chronische, oxaliplatin-geïnduceerde perifere neuropathie (O-IPN) komt nog steeds voor bij een groot aantal patiënten tenminste 12 maanden na beëindiging van de behandeling. Een hogere cumulatieve dosis van dit middel heeft waarschijnlijk invloed op de ontwikkeling van O-IPN op lange termijn. Die conclusie trekken drs. A.J.M. Beijers (Máxima Medisch Centrum) en collega's op basis van een literatuurstudie. De uitkomsten daarvan zijn onlangs gepubliceerd in het vakblad Support Care in Cancer.

lees verder

Borstkanker: iets grotere gewichttoename bij gecombineerde chemotherapie

Vrouwen met borstkanker die gecombineerde chemotherapie (anthracyclines + taxanen) kregen toegediend, hadden na de behandeling een iets grotere gewichtstoename dan vrouwen die uitsluitend werden behandeld met anthracyclines. Deze gewichtstoename wordt deels verklaard door de langere duur van de gecombineerde behandeling, aldus een publicatie van Renate Winkels en collega-onderzoekers in e-SPEN Journal.

lees verder

Studie naar klinische relevantie van axillaire reverse mapping (ARM)

Axillaire lymfeklierdissectie (ALND) bij patiënten met borstkanker kan bijwerkingen veroorzaken, waaronder lymfoedeem in de bovenste extremiteit. In april 2013 is een trial gestart in vijf ziekenhuizen in Nederland om de mogelijkheden van axillaire reverse mapping (ARM) te onderzoeken. Hiermee kunnen bijwerkingen mogelijk worden beperkt of voorkomen. Elisabeth G. Klompenhouwer en collega´s beschrijven in een artikel in Trials Journal de opzet van de studie.

lees verder

Lage SES en mentaal welzijn bij (ex-)kankerpatiënt: voor- of nadeel?

Er zijn aanwijzingen dat een lage sociaaleconomische status (SES) de mentale gezondheid kan beïnvloeden, zowel negatief als positief, bij (ex-)patiënten met dikkedarm- en endeldarmkanker. Het is voor het eerst dat dergelijke bevindingen uit een studie naar voren komen. Dat schrijft Prof. Andrykowski van de University of Kentucky College of Medicine (VS) in samenwerking met onderzoekers van het IKZ in de publicatie ‘Low socioeconomic status and mental health outcomes in colorectal cancer survivors: disadvantage? advantage? ... or both?'.

lees verder