Impact chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie op QoL
Bijna de helft van de patiënten die behandeld zijn met oxaliplatine of taxanen kunnen mediaan 6,5 maanden na de beëindiging van de behandeling last hebben van chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie (CIPN). Dit uit zich onder meer in gevoelloosheid en tintelingen in handen en voeten. CIPN kan grote invloed hebben op de kwaliteit van leven van deze mensen en de impact daarvan neemt toe gelet op de gestegen overleving na behandeling van kanker. Volgens Tonneke Beijers (MMC Veldhoven) en collega's is er daarom meer onderzoek nodig om de gevolgen van neurotoxiciteit op de kwaliteit van leven te beoordelen.
Doel studie
Chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie (CIPN) is een belangrijke dosis-limiterende toxiciteit bij het gebruik cytostatica. Met de verbeterde overleving van patiënten met kanker, kan CIPN een grote impact hebben op de kwaliteit van leven van overlevenden van kanker. Het doel van deze studie was het optreden van CIPN te onderzoeken die veroorzaakt wordt door toediening van oxaliplatin en taxanen en om de impact van deze middelen op de kwaliteit van leven te bepalen mediaan 6 maanden na beëindiging van de chemotherapie.
Vragenlijsten
Voor deelname aan de studie kwamen in aanmerking alle patiënten die in het Máxima Medisch Centrum in Veldhoven hun laatste behandeling kregen met oxaliplatine of taxanen gedurende twee opeenvolgende jaren. De neurotoxiciteit en het effect daarvan op de kwaliteit van leven werd gemeten met de recent ontwikkelde ‘Chemotherapy Induced Neurotoxicity Questionnaire' (CINQ) en de Functional Assessment of Cancer Therapy/Gynecologic Oncology Group-Neurotoxicity (FACT/GOG-Ntx) mediaan 6 maanden na beëindiging van de behandeling.
Van de 58 patiënten die in aanmerking kwamen om deel te nemen, vulden 43 patiënten (74,1%) de vragenlijst in. Na een mediane follow-up van 6,5 maanden na beëindiging van de behandeling hadden de meeste, deelnemende patiënten last van neurotoxiciteit in de bovenste en onderste ledematen (78.8% respectievelijk 89.7%).
Klachten door CIPN
De vaakst gerapporteerde klachten waren gevoelloosheid en tintelingen in handen en voeten, koude voeten en problemen met het onderscheiden van objecten in de handen. Moeilijkheden bij huishoudelijke activiteiten werden gemeld door 12,8% van de patiënten, terwijl 20,5% van de patiënten meer afhankelijk werden van anderen vanwege de neurotoxiciteit. Over het geheel genomen werd de kwaliteit van leven van bijna de helft van deze patiënten (48.6%) negatief beïnvloed door de impact van CIPN.
Tonneke Beijers en collega's tekenen aan dat niet uitgesloten kan worden dat door de kleine steekproef in deze studie sprake kan zijn van vertekening van de uitkomsten. Mede omdat er geen data beschikbaar waren over CIPN tijdens de behandeling.
Meer onderzoek nodig
Echter, tijdens een mediane follow-up van 6,5 maanden na beëindiging van de behandeling met oxaliplatine of taxanen, komt CIPN veel voor bij de deelnemende groep patiënten hetgeen leidt tot een verslechtering van kwaliteit van leven. Om de gevolgen van neurotoxiciteit op de kwaliteit van leven op deze patiënten beter te beoordelen is er volgens de onderzoekers meer onderzoek nodig.
-
Antoinetta Beijers, Floortje Mols, Wouter Dercksen, Chantal Driessen, and Gerard Vreugdenhil: 'Chemotherapy-induced peripheral neuropathy and impact on quality of life 6 months after treatment with chemotherapy'.
Meer informatie over deze publicatie is verkrijgbaar via bibliotheek@iknl.nl