Monitor oncologische zorg

De monitor oncologische zorg toont alle verrichtingen (de onderdelen van diagnostiek en behandeling) per maand op basis van LBZ-data van DHD. Voor medisch specialisten en ziekenhuismedewerkers zijn deze data voor elke soort kanker toegankelijk voor het eigen ziekenhuis en het gemiddelde profiel van het eigen netwerk en landelijk. Daarnaast kunnen er specifieke analyses getoond worden zoals bijvoorbeeld alle de zorg in de laatste levensfase.

Naar de monitor

Vraag een demo aan

Mail de DHD servicedesk

Effecten COVID-19 pandemie in kaart

Tot eind 2022 monitorde IKNL maandelijkse updates van het aantal diagnoses kanker in Nederland, het betreft hier de pathologisch bevestigde diagnoses. In tegenstelling tot in 2020 zagen we in 2021 geen negatief effect van de corona-epidemie op het aantal nieuwe kankerdiagnoses. Het aantal diagnoses is gestegen in lijn met de gebruikelijke stijging van ongeveer 2% per jaar door de toenemende vergrijzing en de bevolkingsgroei. 
 

In bovenstaande grafieken wordt het aantal nieuwe kankerpatiënten per maand in 2020, 2021 en 2022 vergeleken met de periode 2017-2019. Basaalcelcarcinomen (BCC) en plaveiselcelcarcinomen (PCC) van de huid komen erg veel voor en zijn vrijwel nooit levensbedreigend, daarom zijn deze niet opgeteld bij het totaal van kankerpatiënten.

Behandelingen 

In verband met de COVID-19-uitbraak hebben wetenschappelijke verenigingen voorjaar 2020 de behandelprotocollen voor kankerpatiënten aangepast, zowel om de risico’s op COVID-19-besmetting voor patiënten zo laag mogelijk te houden als om de meest noodzakelijke zorg te prioriteren. In lijn met het gedaalde aantal diagnoses is het aantal operatieve ingrepen bij kanker in het voorjaar 2020 gedaald. Zie bovenstaande grafiek met gegevens van DHD. Vanaf week 12 (eind maart) waren er de helft minder operatieve verrichtingen vergeleken met het gemiddelde van week 2 t/m 11. De daling in het aantal kankergerelateerde operaties was aanvankelijk dus groter dan de daling van het aantal diagnoses, waarschijnlijk doordat operatieve ingrepen werden uitgesteld. Over het gehele jaar genomen was de daling van het aantal operatieve ingrepen echter ongeveer in lijn met de daling van het aantal tumoren dat voor een operatie in aanmerking komt. Er was dus wel uitstel van operaties, maar geen afstel.

Het aantal systemische behandelingen (hormoontherapie, immunotherapie, chemotherapie) is nauwelijks veranderd en laat een vrij stabiel beeld zien. Het kan zijn dat op basis van de aangepaste protocollen de dosering of het aantal giften/fracties of kuren van chemotherapie, immunotherapie, hormoontherapie en radiotherapie anders is geweest dan in de periode voor de coronacrisis.

Lees ook de eerdere update over behandelingen in 2020 van DHD en IKNL.

Voor een aantal tumorsoorten is de impact van de COVID-19-uitbraak op behandelingen beschreven:

Om de druk op de zorg te ontlasten hebben de Nederlandse Vereniging voor Medische Oncologie, de Nederlandse Vereniging voor Chirurgische Oncologie en de Nederlandse vereniging voor Radiotherapie en Oncologie begin 2020 alternatieve behandelstrategieën voor borstkanker opgezet, die vanaf week 12 hun intrede deden. Een analyse van de borstkankerzorg in de eerste coronagolf laat zien dat die strategieën zijn opgevolgd, er vond een verschuiving van behandelingen plaats. Patiënten werden vaker behandeld met neo-adjuvante hormoontherapie, een therapievorm die wordt ingezet om de tumor voor een operatie te verkleinen en eventuele uitzaaiingen te elimineren. Chirurgische ingrepen konden daardoor later worden uitgevoerd. Lees meer. 

De behandeling van patiënten met blaaskanker lijkt tijdens de eerste golf grotendeels ongewijzigd te zijn. Alleen chemotherapie, zowel in de neo-adjuvante setting als bij patiënten met gemetastaseerde ziekte, werd wat minder vaak toegepast in vergelijking met eerdere jaren. Lees meer.

In de onderzoeksperiode (week 2-26 van 2020) werd slechts een klein aantal veranderingen in de darmkankerzorg aangetoond, ten gevolge van een hoger percentage symptomatische patiënten tijdens de COVID-19-pandemie. Verklaringen voor dit hogere percentage symptomatische patiënten zijn ten eerste de tijdelijke stopzetting van het bevolkingsonderzoek naar darmkanker tijdens de COVID-19-pandemie, en ten tweede de aanbeveling door de Nederlandse autoriteiten om alleen met ernstige klachten naar de huisarts te gaan. Lees meer.

Daling aantal diagnoses kanker in coronajaar 2020

De eerste golf van de corona-pandemie heeft in het voorjaar van 2020 gezorgd voor een sterke daling van het aantal kankerdiagnoses: 20-25% lager dan gebruikelijk. Bij huidtumoren daalde het aantal nieuwe tumoren zelfs met meer dan de helft. In de zomer van 2020 constateerden we dat minstens vijfduizend diagnoses nog niet waren gesteld. De tijdelijke stopzetting van de bevolkingsonderzoeken voor borst- en darmkanker heeft hier sterk aan bijgedragen.

Bij de tweede golf van de corona-pandemie (vanaf september 2020) bleef een daling van het aantal kankerdiagnoses uit. In het najaar van 2020 was het aantal diagnoses zelfs iets hoger dan in voorgaande jaren. Waarschijnlijk is in die periode een deel van de eerder niet gestelde diagnoses alsnog gesteld. In totaal waren er over heel 2020 4.000 minder diagnoses gesteld dan in 2019.

Een tweede dip in het aantal kankerdiagnoses eind 2020 en begin 2021 is waarschijnlijk voorkomen doordat mensen met klachten op tijd contact hebben opgenomen met de huisarts en dat huisartsen en zorgprofessionals in de ziekenhuizen hun werkwijze hebben aangepast aan de nieuw ontstane situatie. Hierdoor kon de diagnostiek weer als vanouds plaatsvinden. Daarnaast zijn vanaf de zomer 2020 de bevolkingsonderzoeken weer geleidelijk opgestart.

Vanaf september 2020 is te zien dat er sprake is van een inhaalslag, want het aantal diagnoses was in de meeste maanden hoger dan de voorgaande drie jaren. Door het hogere aantal diagnoses in het najaar van 2020 en begin 2021 is de achterstand ten opzichte van de voorgaande jaren bij de meeste soorten kanker grotendeels ingehaald. Dit is onder andere te zien bij prostaatkanker en melanoom. Bij huidkanker en kanker van de vrouwelijke geslachtsorganen startte de inhaalslag al in de zomer. Door de snelle inhaalslag is de vertraging in diagnose voor veel patiënten naar verwachting beperkt gebleven.

Op dit moment is er alleen bij borst- en darmkanker nog een daling in het cumulatieve aantal diagnoses vanaf maart 2020 ten opzichte van voorgaande jaren zichtbaar. Bij beide kankersoorten is dit een gevolg van het tijdelijk stopzetten van de bevolkingsonderzoeken (zie toelichting hieronder). Daarnaast geldt bij darmkanker dat de incidentie een sterk dalende tendens vertoont. De daling die nu rest past in die trend.

Bevolkingsonderzoeken

De bevolkingsonderzoeken zijn voorjaar 2020 ongeveer drie maand stopgezet.

Bij het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker worden met name voorstadia gevonden en daarom is van de onderbreking op korte termijn geen effect te verwachten op de incidentie van baarmoederhalskanker.

Bij borstkanker was er in het voorjaar van 2020 na huidkanker de grootste daling van alle tumoren. Deze daling was het sterkst bij vrouwen van 50-74 jaar, de leeftijdsgroep die voor het bevolkingsonderzoek wordt uitgenodigd.

Bij het bevolkingsonderzoek darmkanker worden vooral voorstadia en T1-tumoren gevonden. De daling van het aantal diagnoses van darmkanker in de screeningspopulatie (55-75 jaar) was in het voorjaar van 2020 duidelijk groter dan in de niet-screeningspopulatie. Medio mei 2020 is het bevolkingsonderzoek darmkanker gefaseerd weer opgestart. Dit heeft ertoe geleid dat het aantal diagnoses in de screeningspopulatie weer toegenomen is. Als gevolg van de invoering van het bevolkingsonderzoek darmkanker in 2014 was er de afgelopen jaren een daling in aantal nieuwe patiënten met darmkanker. Deze dalende trend en de COVID-19-crisis spelen daarom beide een rol in het lagere aantal diagnoses darmkanker in 2020 ten opzichte van voorgaande jaren.

  • Bekijk in de update over darmkanker het aantal nieuwe patiënten per maand naar screeningsleeftijd met het verwachte aantal patiënten op basis van de trend van de jaren 2017-2019.

Stadiumverdeling: daling in laag stadium

De gegevens over het stadium bij diagnose geven geen aanwijzingen dat er in 2020 door eventueel uitstel van de diagnose meer patiënten bij diagnose uitzaaiingen hadden. Gevreesd werd dat de daling van het aantal kankerdiagnoses in het voorjaar van 2020 zou leiden tot een latere diagnose met een ongunstiger stadium (d.w.z. dat de ziekte zich verder uitgebreid in de lymfeklieren of uitgezaaid heeft naar andere delen van het lichaam). De daling van het aantal diagnoses in het voorjaar van 2020 was het grootst bij patiënten zonder uitzaaiingen. Ook het aantal nieuwe diagnoses met uitzaaiingen in lymfeklieren daalde, maar minder dan het aantal patiënten met helemaal geen uitzaaiingen. Het aantal patiënten met uitzaaiingen in andere organen (dit zijn de patiënten die de grootste kans hebben om aan de ziekte te overlijden) was in 2020 vrijwel gelijk aan het gemiddelde van 2018/2019.

Hoewel er op populatieniveau geen stijging te zien is, valt niet uit te sluiten dat een latere diagnose bij een relatief klein aantal patiënten wel ernstige gevolgen kan hebben gehad. Ook kunnen we niet uitsluiten dat een ongunstig effect van de COVID-19-epidemie met vertraging zal optreden en pas in 2021 of later zichtbaar zal worden. Stadiumgegevens over 2021 zijn nu nog niet compleet voor alle tumorsoorten en daardoor niet opgenomen in dit bericht. IKNL zal dit de komende jaren blijven monitoren en de verschillen die zijn gevonden tussen de verschillende soorten kanker nader onderzoeken samen met de zorgverleners.

Lees meer over:

 

Monitor Oncologische Zorg voor ziekenhuizen

Ziekenhuizen kunnen gebruikmaken van de Monitor Oncologische Zorg van IKNL en DHD. In de online omgeving kunnen ziekenhuizen de kankerdiagnoses en behandelingen in het eigen ziekenhuis vergelijken met regionale en landelijke gemiddelden. In elk ziekenhuis is een lokaal beheerder aangesteld die u toegang kan geven tot de monitor. De DHD-servicedesk (info@dhd.nl) vertelt u graag wie uw lokaal beheerder is. Met uw inloggegevens logt u vervolgens in op https://monitoroncologie.dhd.nl.  

Voorlopige cijfers

Om het totale aantal diagnoses te kunnen vergelijken met de voorgaande jaren zijn alleen pathologisch bevestigde eerste invasieve tumoren meegenomen. De informatie over de diagnose is grotendeels gebaseerd op uitslagen van de pathologielaboratoria die zijn verkregen m.b.v. het Pathologisch-Anatomisch Landelijk Geautomatiseerd Archief (PALGA). Bij een vermoeden op kanker wordt vaak een biopt of een cytologische punctie genomen op basis waarvan de patholoog beoordeelt of er sprake is van kanker. Bij een deel van de kankerpatiënten wordt de diagnose pas gesteld als na een operatieve ingreep tumorweefsel opnieuw door de patholoog wordt beoordeeld. Hierdoor kunnen de diagnoses van de meest recente periode later nog worden bijgesteld. 

Bij 5-10% van de patiënten wordt geen biopt, punctie of operatie gedaan. Deze zogeheten ‘klinische diagnoses’ worden pas later door de ziekenhuizen via DHD aan de Nederlandse Kankerregistratie aangeleverd en daarom zijn deze voor alle onderzochte jaren niet meegenomen in de berekeningen.

Monitoring effecten van latere diagnose

De gevolgen van de COVID-19-epidemie op het aantal kankerdiagnoses, behandelpatronen en uiteindelijk ook de uitkomsten zal IKNL blijven monitoren, in samenwerking met het PALGA en  DHD, in nauwe afstemming met de partners van de landelijke Taskforce Oncologie. De partijen die hierin vertegenwoordigd zijn, zetten zich in om samen de impact van de coronacrisis voor patiënten met kanker zoveel mogelijk te beperken. De Taskforce Oncologie wordt gevormd door de Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties (NFK), Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ), de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU), het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG), Platform Oncologie - SONCOS van de Federatie Medisch Specialisten (FMS), het Citrienprogramma ‘Naar regionale oncologienetwerken', V&VN oncologie en IKNL.

Met projectfinanciering van Zonmw worden de effecten op het hele zorgpad voor kanker onderzocht om te komen tot concrete aanbevelingen bij het (re)organiseren van zorg in het project Covid Cancer Care NL



Movember: prostaat- en teelbalkanker en de impact van de COVID-19-pandemie

Door de COVID-19-pandemie lag het aantal kankerdiagnoses in de eerste maanden van dit jaar 20 tot 25% lager dan gebruikelijk op basis van voorlopige diagnoses in de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). Gedurende de zomermaanden lag het totaal aantal diagnoses weer grotendeels op een te verwachten peil. Maar, geldt dit ook voor prostaat- en teelbalkanker, de twee tumoren die deze maand centraal staan in het kader van Movember?

lees verder

Update kankerdiagnoses tijdens de COVID-19-epidemie

Update diagnoses

In september is er een inhaalslag in aantal diagnoses kanker geweest. Hiermee is de achterstand door het lagere aantal diagnoses door de COVID-19-crisis in het voorjaar voor een deel ingehaald. In juni, juli en augustus was het aantal kankerdiagnoses vergelijkbaar met voorgaande jaren. Op dit moment waart echter de tweede golf van COVID-19 door Nederland. Het is van het grootste belang dat mensen met klachten naar de huisarts blijven gaan en dat de diagnostiek en behandeling in ziekenhuizen zoveel mogelijk door gaat.

lees verder

Covid-19 en zeldzame kanker

man krijgt mri scan naast dokter

Door de coronacrisis zijn afgelopen voorjaar minder diagnoses kanker gesteld. Al met al zijn er inmiddels minstens vijf duizend diagnoses nog niet gesteld. Dit kan veel verschil maken voor patiënten, zo kan door vertraging in de diagnostiek de kanker in een later stadium worden gevonden, waardoor de behandelmogelijkheden en kans op curatie mogelijk afnemen. Hoe zit het met de aantallen diagnoses voor zeldzame vormen van kanker

lees verder

Kankerdiagnoses in de coronacrisis

In juni, juli en augustus is het aantal kankerdiagnoses vergelijkbaar met voorgaande jaren. Als gevolg van de COVID-19-crisis was het aantal nieuwe kankerdiagnoses in maart, april en mei 20-25% lager dan gebruikelijk. Dat blijkt uit het voorlopige aantal diagnoses in de Nederlandse Kankerregistratie op basis van de landelijke pathologiedatabase PALGA. De daling is waarschijnlijk veroorzaakt doordat mensen tijdens de COVID-19-crisis minder snel met klachten naar de huisarts gingen, in combinatie met een stagnatie van het verwijzingsproces naar het ziekenhuis en uitgestelde diagnostiek in het ziekenhuis.

lees verder

Ook minder hoofd-halskanker diagnoses tijdens COVID-19-crisis

hoofd-halskanker

Op 29 augustus jl. berichtte de NOS op basis van gegevens van IKNL dat er door corona 5000 diagnoses minder gesteld waren dit voorjaar. Ook bij hoofd-halskanker werden minder diagnoses gesteld. Deze week loopt de Make Sense-campaign, de bewustwordingscampagne voor hoofd-halskanker. Een goed moment om te bekijken wat de COVID-19-crisis tot nu toe betekent heeft voor hoofd-halskanker.

lees verder

Drie maanden minder kankerdiagnoses door coronapandemie

Als gevolg van de COVID-19-crisis is het aantal nieuwe kankerdiagnoses in maart, april en mei 20-25% lager dan in de eerste twee maanden van het jaar. Dit blijkt uit de Nederlandse Kankerregistratie op basis van diagnoses uit de landelijke pathologiedatabase PALGA.

lees verder

Aantal diagnoses darmkanker tijdens de COVID-19-pandemie

Als gevolg van de COVID-19-pandemie is het aantal darmkankerdiagnoses vanaf week 9 gedaald. Dit blijkt uit voorlopige cijfers van de Nederlandse Kankerregistratie op basis van voorlopige diagnoses in de landelijke pathologiedatabase.

lees verder

Aandacht voor behoeften overlevenden kanker tijdens COVID-19-pandemie

Aandacht voor behoeften overlevenden kanker tijdens COVID-19-pandemie

Overlevenden van kanker en zorgverleners staan tijdens de coronapandemie voor uitdagingen, die van dag-tot-dag kunnen veranderen. Hoewel er onzekerheid is hoe deze pandemie zich verder gaat ontwikkelen, en welke medische aandachtspunten en technische mogelijkheden zullen ontstaan, staat vast dat veel overlevenden passende, individuele psychosociale zorg nodig hebben. Daarom is het volgens een internationale groep onderzoekers belangrijk dat de ‘cancer survivorship community’ informatie deelt die kan bijdragen aan betere zorg.

lees verder