Kankerdiagnoses in de coronacrisis
In juni, juli en augustus is het aantal kankerdiagnoses vergelijkbaar met voorgaande jaren. Als gevolg van de COVID-19-crisis was het aantal nieuwe kankerdiagnoses in maart, april en mei 20-25% lager dan gebruikelijk. Dat blijkt uit het voorlopige aantal diagnoses in de Nederlandse Kankerregistratie op basis van de landelijke pathologiedatabase PALGA. De daling is waarschijnlijk veroorzaakt doordat mensen tijdens de COVID-19-crisis minder snel met klachten naar de huisarts gingen, in combinatie met een stagnatie van het verwijzingsproces naar het ziekenhuis en uitgestelde diagnostiek in het ziekenhuis.
Drie maanden lang minder diagnoses
Door drie maanden lang minder diagnoses zijn er inmiddels minstens vijf duizend diagnoses nog niet gesteld. Een aanzienlijk deel van deze diagnoses zal later alsnog gesteld worden, waardoor de druk op de zorg in de komende periode hoger kan zijn dan voor de coronapandemie. Over de effecten van het eventueel later ontdekken op het stadium van de kanker bij diagnose en de daarop volgende mogelijk zwaardere behandeling en overleving is op dit moment nog geen uitspraak te doen. Daarnaast zijn er aanpassingen in de geleverde zorg geweest. Ook deze aanpassingen en eventuele gevolgen hiervan kunnen worden gemonitord met de Nederlandse Kankerregistratie.
Diagnoses deze zomer weer zoals verwacht
In bovenstaande grafiek wordt het aantal nieuwe kankerpatiënten (invasieve kanker) per maand in 2020 vergeleken met het aantal nieuwe kankerpatiënten per maand in 2011 tot en met 2019. De lichtblauwe band geeft de spreiding weer in de periode 2011-2019. Om voorlopige cijfers uit 2020 te kunnen vergelijken met de voorgaande jaren zijn alleen pathologisch bevestigde eerste invasieve tumoren in deze grafiek meegenomen. Van één ziekenhuis kunnen geen voorlopige cijfers worden verkregen en daarom is dit ziekenhuis geheel uit de vergelijking weggelaten. Omdat het absolute aantal kankerdiagnoses in Nederland door de tijd toeneemt als gevolg van bevolkingsgroei en vergrijzing, is de verwachting dat het aantal diagnoses per maand in 2020 aan de bovenkant of boven de blauwe band zou liggen. In maart, april en mei is het aantal nieuwe kankerpatiënten duidelijk lager dan in voorgaande jaren. In juni, juli en augustus is het aantal nieuwe kankerpatiënten op basis van deze voorlopige cijfers weer vergelijkbaar met voorgaande jaren.
Sterkste daling bij huidkanker
Vanaf week 9 daalde het aantal kankerdiagnoses sterk, vergeleken met week 2 tot en met 8. Bij huidtumoren uiteindelijk met meer dan de helft, bij de andere tumoren met 20-25%. In april en mei was de daling in het aantal diagnoses in Zuid- en Oost-Nederland groter dan in Noord- en West-Nederland. Vanaf deze zomer is er geen verschil tussen regio’s. Door de feestdagen in het voorjaar waren er grote verschillen in het aantal diagnoses per week in mei. Pas vanaf juni is het herstel in het aantal diagnoses duidelijk te zien. Om een goed beeld te geven van de impact op de zorg zijn in onderstaande grafiek ook diagnoses van een aantal niet-invasieve tumoren meegenomen en ook meerdere diagnoses van tumoren bij dezelfde patiënt, zoals borstkanker links en rechts, of herhaalde plaveiselcelcarcinomen van de huid. De cijfers van de laatst gerapporteerde weken kunnen in volgende updates bijgesteld worden.
Het meest voorkomende type huidkanker is het basaalcelcarcinoom dat vanwege de grote aantallen niet in de grafieken is meegenomen. We zien bij basaalcelcarcinoom echter hetzelfde verloop als bij andere vormen van huidkanker. De meeste gevallen van huidkanker zijn niet levensbedreigend en komen voor bij ouderen die huisartsbezoek mijden vanwege angst voor COVID-19.
Inhaalslag nog niet bij alle kankersoorten te zien
Bij huidkanker, hoofd-halskanker en kanker van de vrouwelijke geslachtsorganen is een inhaalslag in het aantal diagnoses ingezet. Een inhaalslag is echter niet bij alle kankersoorten te zien.
Bij prostaatkanker is de daling groot en dit aantal diagnoses blijft ongeveer 20% lager dan eerder. Mogelijk wordt dit verklaard door de terughoudendheid bij mannen zonder of met milde symptomen/klachten, die zich eerder wel bij de huisarts meldden voor een PSA-test, maar dit bezoek aan de huisarts vooralsnog uitstellen. Omdat via deze ‘opportunistische’ screening ook langzaam groeiende prostaatkanker wordt gevonden, waarbij vaak een 'actief volgbeleid' wordt geadviseerd, wordt aangenomen dat de gezondheidsschade van uitgestelde diagnose van deze groep mannen (met laag risico prostaatkanker) beperkt zal zijn.
Bevolkingsonderzoeken
Bij borstkanker en darmkanker is een daling van het aantal diagnoses te zien in de leeftijdsgroep die gescreend wordt bij het bevolkingsonderzoek. Vanwege de tijd tussen het bevolkingsonderzoek en de pathologische bevestiging van de tumor is dit effect met een vertraging van enkele weken te zien. Bij borstkanker is na huidkanker de grootste daling van alle tumoren. Deze daling is vanaf week 14 het sterkst bij vrouwen van 50-74 jaar, de leeftijdsgroep die voor het bevolkingsonderzoek wordt uitgenodigd, en is waarschijnlijk het gevolg van het stopzetten van het bevolkingsonderzoek. Bij het bevolkingsonderzoek darmkanker worden veel voorstadia en T1-tumoren gevonden. Vanaf week 18 is de daling van het aantal diagnoses van darmkanker in de screeningspopulatie (55-75 jaar) duidelijk groter dan in de niet-screeningspopulatie. Bij het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker worden met name voorstadia gevonden en hiervan is op korte termijn geen effect te verwachten op het aantal diagnoses. Medio mei is het bevolkingsonderzoek darmkanker gefaseerd weer opgestart, medio juni het bevolkingsonderzoek borstkanker en medio juli het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. Vanwege de maatregelen rondom Covid-19 kunnen er echter minder mensen worden gescreend dan gebruikelijk.
Monitoring
Niet alleen diagnostiek is uitgesteld, maar ook daar waar uitgebreide ingrijpende behandelingen, die druk leggen op de reeds overbelaste capaciteit van de zorg of de IC, of behandelingen waar de afweer van de patiënt wordt beïnvloed (bijvoorbeeld chemotherapie) wordt uitstel gezien. De gevolgen van de COVID-19-crisis op het aantal kankerdiagnoses, behandelpatronen en uiteindelijk ook de uitkomsten zal IKNL monitoren, in samenwerking met Dutch Hospital Data (DHD), en in nauwe afstemming met de partners van de landelijke Taskforce Oncologie en de Nederlandse Zorgautoriteit. Met overzichten vanuit de Nederlandse Kankerregistratie draagt IKNL bij aan het in kaart brengen van uitgestelde oncologische zorg.
Voorlopige diagnoses
De huidige cijfers betreffen voorlopige diagnoses uit het Pathologisch-Anatomisch Landelijk Geautomatiseerd Archief (PALGA). Bij een vermoeden op kanker wordt vaak een biopt of een cytologische punctie genomen op basis waarvan de patholoog beoordeelt of er sprake is van kanker. Bij een deel van de kankerpatiënten wordt de diagnose pas gesteld als na een operatieve ingreep tumorweefsel naar de patholoog wordt gestuurd. Bij 5-10% van de patiënten wordt geen biopt, punctie of operatie gedaan. Deze zogeheten ‘klinische diagnoses’ worden pas later door de ziekenhuizen via DHD aan de Nederlandse Kankerregistratie aangeleverd en zijn in deze voorlopige cijfers nog niet meegenomen. Om een goed beeld te geven van de impact op de zorg zijn herhaalde diagnoses van tumoren bij dezelfde patiënt meegenomen, zoals borstkanker links en rechts, en herhaalde plaveiselcelcarcinomen van de huid. In deze voorlopige cijfers zitten ook diagnoses van een aantal niet-invasieve tumoren die normaal gesproken niet mee worden gerekend bij de incidentie van kanker.
Tijdslijn
- Week 9, donderdag 27 februari: bevestiging 1e patiënt met COVID-19 in Nederland.
- Week 10, zondag 8 maart: 1e week na bevestiging eerste geval COVID-19 in Nederland. Opschaling IC nodig, waardoor prioritering in ziekenhuizen.
- Week 12, maandag 16 maart: tijdelijke stopzetting bevolkingsonderzoek borstkanker, darmkanker en baarmoederhalskanker door RIVM in opdracht van het ministerie van VWS.
- Week 14 en 15: Oproep in media om naar huisarts te gaan met klachten, met als eerste 3 april in de Volkskrant en op 10 april een gezamenlijk persbericht van kankerorganisaties.
- Week 16, vrijdag 17 april: NHG nieuws geleidelijk hervatten zorg aan niet-coronapatiënten
- Week 20: op maandag 11 mei maakte het RIVM bekend dat de bevolkingsonderzoeken gefaseerd weer op worden gestart. Het bevolkingsonderzoek darmkanker start medio mei als eerste. Het bevolkingsonderzoek borstkanker start medio juni. Het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker start begin juli weer op.
- Week 20: vanaf maandag11 mei mogen contactberoepen weer aan de slag, waaronder fysiotherapeuten, ergotherapeuten en andere paramedici. Psychologen gaan ook weer vaker patienten live zien ipv via video. Lees meer over mogelijkheden voor ondersteunde zorg op de VerwijsgidsKanker.nl. Oproep zoveel mogelijk thuis te blijven wordt gewijzigd naar blijf thuis bij klachten en vermijd drukte. Samenkomsten tot 10 man toegestaan.
- Week 21: Nieuws over het stap voor stap opstarten reguliere zorg. Nog lang niet alle operatiekamers zijn in gebruik. Poliklinieken worden weer geopend, maar draaien niet op volle kracht.
- Week 22: Vanaf 2 juni hebben een aantal inloophuizen, met de nodige voorzorgsmaatregelen, hun deuren weer geopend voor mensen die leven met en na kanker. Zie VerwijsgidsKanker.nl.
Beperken van de impact
IKNL presenteert deze cijfers samen met de Taskforce Oncologie. De partijen die hierin vertegenwoordigd zijn, zetten zich in om samen de impact van de coronacrisis voor patiënten met kanker zoveel mogelijk te beperken. De Taskforce Oncologie wordt gevormd door de Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties (NFK), Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ), de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU), het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG), de Stichting Oncologische Samenwerking (SONCOS) (die de Federatie Medisch Specialisten, FMS, vertegenwoordigt) en IKNL.