Gevolgen van kanker

Mensen kunnen – vaak jarenlang – te maken krijgen met uiteenlopende gevolgen van een behandeling tegen kanker. Denk aan chronische vermoeidheid, relationele en seksuele problemen, depressie, de angst voor terugkeer van de ziekte, problemen bij de terugkeer naar werk en sociale isolatie.  

IKNL en de Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties (NFK) beschreven de aard en omvang van deze gevolgen in het  rapport ‘Kankerzorg in beeld, over leven met en na kanker'. 

Cijfers over gevolgen en kwaliteit van leven komen veelal uit onderzoeken uitgevoerd via PROFIEL, een database van wetenschappelijke onderzoeken naar kwaliteit van leven bij mensen die kanker hebben of hebben gehad. IKNL stelt ook steeds meer gegevens uit PROFIEL per kankersoort beschikbaar voor zowel de patiënt als de zorgprofessional. 

Vroegtijdige herkenning en behandeling van gevolgen helpt zowel het individu (minder klachten) als de samenleving (minder zorggebruik op de lange termijn). Er komen steeds meer mogelijkheden om klachten te voorkomen. Denk aan een beweegprogramma tijdens behandeling, of een hoofdhuidkoeling om haaruitval te voorkomen. 
 
Een optimale leefstijl is nodig om de behandelingen te kunnen doorstaan, schade door de behandeling te beperken en het herstel zo goed mogelijk te ondersteunen. Denk bijvoorbeeld aan voeding en beweging. Zie nieuwsberichten over onderzoek naar leefstijl.  

Hulpvraag 

Een meerderheid van de patiënten met kanker (70%) heeft voor zijn psychosociale problemen voldoende aan de reguliere contacten met zorgprofessionals. Een kwart heeft behoefte aan verwijzing naar één of meerdere psychosociale/(para)medische zorgverleners en bij 5% is verwijzing naar medisch specialistische revalidatie nodig. 

De afbeelding laat zien dat de problemen die mensen met kanker ervaren, verschillend zijn. Een meerderheid (70%) heeft beperkte problemen. 25% heeft één of meerdere niet-samenhangende problemen en slechts 5% heeft complexe en samenhangende problemen waarvoor specialistische zorg nodig is. 

Lees meer over 



Onderhoudsbehandeling met CAP-B is beter, maar niet kosteneffectief

Onderhoudsbehandeling met capecitabine en bevacizumab bij patiënten met uitgezaaide dikkedarmkanker levert betere gezondheidseffecten op gemeten in quality-adjusted life years (QALY’s) en extra kosten per levensjaar vergeleken met patiënten die observationeel worden gevolgd. Daar staat tegenover dat onderhoudsbehandeling leidt tot relevante verhoging van de medische kosten, zo blijkt uit een studie van M. Franken (UMCU) en collega’s. Hoewel in Nederland geen consensus bestaat over het hanteren van een drempel voor de kosteneffectiviteit van oncologische behandelingen, kan onderhoudsbehandeling met CAP-B volgens de onderzoekers worden beschouwd als niet-kosteneffectief.

lees verder

Taskforce Cancer Survivorship wil betere zorg realiseren voor ex-patiënten

Dinsdag 19 januari is de Taskforce Cancer Survivorship van start gegaan, een initiatief van een groep zorgprofessionals, patiëntvertegenwoordigers, beleidsmakers en onderzoekers. Zij streven ernaar hun expertise en krachten te bundelen om de begeleiding en zorg voor mensen die leven met kanker en de gevolgen daarvan verder te verbeteren. Peter Huijgens, bestuursvoorzitter van IKNL, geeft 24 maart een toelichting op de plannen tijdens het 2e Nationale Kankeroverleverschap Symposium in de Jaarbeurs in Utrecht. “Er is een stortvloed aan initiatieven in het land. De volgende stap is dat er meer cohesie en focus nodig is op de hele belangrijke dingen. Daarom moeten we actie ondernemen.”

lees verder

Zorgplannen voor ex-patiënten vergen meer inhoudelijke afstemming

Het Amerikaans Institute of Medicine pleitte tien jaar geleden voor de implementatie van zorgplannen voor ex-patiënten die behandeld zijn vanwege kanker. In Nederland volgde de Gezondheidsraad destijds met een vergelijkbaar advies. Een decennium later blijkt dat het aantal implementaties van zorgplannen in klinische praktijk nog altijd minimaal is. Onderzoek door Lonneke van de Poll (IKNL) en collega’s wijst uit dat er nog steeds onvoldoende bewijs is voor grootschalige implementatie van zorgplannen. Echter, helemaal stoppen met het aanbieden van zorgplannen lijkt evenmin een optie.

lees verder

Ex-patiënten hebben voorkeur specifieke zorgverlener tijdens follow-up

Ex-patiënten die behandeld zijn vanwege prostaatkanker of een melanoom, hebben uiteenlopende voorkeuren als het gaat om specifieke zorgverleners tijdens de follow-up. Deze voorkeuren hangen onder andere samen met leeftijd, opleidingsniveau, geslacht en tevredenheid met de huisarts. Dat blijkt uit onderzoek van Lotte Huibertse (IKNL) en collega’s met behulp van het patiëntenvolgsysteem PROFILES. Volgens de onderzoekers geeft de gevonden variatie in voorkeuren aan dat er behoefte is aan follow-up-trajecten die meer zijn toegesneden op kankergerelateerde problemen. Daarnaast is er een dringende noodzaak om patiënten beter te informeren over (toekomstige) veranderingen in de nazorg. 

lees verder

Overlevenden blaaskanker hebben beperkte kennis risicofactoren ziekte

De meeste overlevenden van blaaskanker hebben geen enkel idee wat de mogelijke oorzaken kunnen zijn voor de ontwikkeling van blaaskanker. Dat blijkt uit een studie van Ellen Westhof en collega-onderzoekers van Radboudumc en IKNL gepubliceerd in de European Journal of Cancer. Vastgestelde risicofactoren, zoals het roken van sigaretten, worden meestal niet herkend, zelfs niet door diegenen met deze risicofactoren. Deze uitkomst duidt op beperkte kennis onder de Nederlandse bevolking over risicofactoren voor het ontstaan van blaaskanker. Volgens de onderzoekers blijft effectieve voorlichting over de preventie van (blaas)kanker om die reden belangrijk.

lees verder

Meer onderzoek nodig naar basaalcelcarcinoom bij ouderen 80-plus

Er zou meer onderzoek gedaan moeten worden naar basaalcelcarcinoom bij de alleroudsten (80 jaar en ouder). In deze toekomstige studies dient specifiek aandacht te zijn voor de relatie tussen het bepalen van de prognose en kwaliteit van leven van deze patiënten op zowel korte als langere termijn. Dat stellen onderzoekers van Radboudumc in samenwerking met IKNL op basis van een uitgebreide literatuurstudie. Volgens de onderzoekers zijn de epidemiologische en klinisch-pathologische gegevens in de bestaande literatuur te schaars en te heterogeen om dermatologen adequate ondersteuning te bieden bij klinische besluitvorming in de dagelijkse praktijk.

lees verder

Lagere follow-up bij melanoom is veilig en heeft geen effect op welzijn patiënt

Het verlagen van de follow-up frequentie bij patiënten met stadium IB-II melanoom heeft geen negatief effect op het mentaal welbevinden van deze patiënten. Ook is de detectie van recidieven één jaar na diagnose bij een aangepast follow-up schema vergelijkbaar met de recidiefdetectie gevonden bij de in de huidige richtlijn aanbevolen frequentie. Dat blijkt uit een gezamenlijke studie van onderzoekers van UMC Groningen, IKNL, Isala Zwolle, Antoni van Leeuwenhoek Amsterdam en UMC Leiden. De resultaten suggereren dat een lagere frequentie veilig kan worden aanbevolen in evidence-based richtlijnen. Verder zagen de onderzoekers een significante daling van de ziekenhuiskosten bij verlaagde follow-up.

lees verder

ENSURE: studie naar minder intensieve follow-up bij baarmoederkanker

IKNL voert momenteel in samenwerking met ziekenhuizen wetenschappelijk onderzoek uit naar het aantal bezoeken aan de gynaecoloog tijdens de follow-up van patiënten die behandeld zijn vanwege een vroeg stadium van baarmoederkanker. Het doel is na te gaan of patiënten die minder follow-up-bezoeken krijgen even tevreden zijn met de zorg vergeleken met patiënten die de reguliere aantal follow-up bezoeken krijgen. Medisch gezien is een follow-up niet nodig bij een vroeg stadium van baarmoederkanker, omdat de kans op een recidief erg klein is. Daarnaast gaat een recidief bijna altijd gepaard met duidelijke klachten, zoals bloedverlies.  

lees verder