Nieuws
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
Patiënten krijgen na de diagnose kanker te maken met verschillende zorgverleners. Goede samenwerking rondom (na)zorg is dan essentieel. Steeds meer zorgverleners uit de eerste en tweede lijn werken samen in lokale oncologienetwerken. Deze netwerken voor aanvullende zorg en begeleiding kunnen vanaf 4 februari 2020 opgenomen worden in de Verwijsgids Kanker. Dit om beter zichtbaar te zijn voor patiënten en verwijzers. Oncologienetwerken kunnen zich hier aanmelden.
lees verderDe meest voorkomende kankersoorten in 2019 waren huidkanker, borstkanker, longkanker, prostaatkanker en darmkanker. Dat blijkt uit de cijfers van de Nederlandse Kankerregistratie beheerd door IKNL. In 2019 kregen ongeveer 118.000 mensen de diagnose kanker, ruim 2.000 meer dan in 2018. Deze stijging komt door bevolkingsgroei, vergrijzing, omdat mensen op oudere leeftijd een grotere kans op kanker hebben, en risicofactoren. Huidkanker is de meest voorkomende kankersoort en het aantal diagnoses huidkanker is ook in 2019 weer gestegen. Longkanker veroorzaakt verreweg de meeste sterfte aan kanker.
lees verderPatiënten met zeldzame dunne darm- en appendixkanker krijgen in de klinische praktijk vaak nog eenzelfde behandeling als patiënten met maag- en dikkedarmkanker. De onderbouwing hiervoor ontbreekt grotendeels concludeert Laura Legué in haar proefschrift. Daarin toont ze aan dat dunne darm- en appendixkanker unieke kankersoorten zijn, met elk een zeer verschillend ziektebeloop. Verder blijkt dat bij gemetastaseerde dunnedarmkanker slechts een minderheid van de patiënten palliatieve chemotherapie ontvangt. En bij appendixkanker met uitzaaiingen naar het buikvlies heeft het histologisch subtype een belangrijke prognostische waarde.
lees verderAcute promyelocyten leukemie lijkt vaker voor te komen bij mensen met een Spaanse achtergrond. Dat blijkt uit onderzoek van Avinanash Dinmohamed en Otto Visser (IKNL) met behulp van gegevens van RARECAREnet, een Europese databank waarin informatie over zeldzame vormen van kanker is opgeslagen. Extra onderzoek is volgens de onderzoekers nodig om de etiologisch factoren tussen groepen met verschillende genetische achtergronden en leefomgevingsfactoren nader te specificeren.
lees verderIKNL verzorgt in opdracht van het RIVM de monitoring van de bevolkingsonderzoeken naar darm-, borst- en baarmoederhalskanker met als doel de kwaliteit van deze screenings te bewaken en waar nodig te verbeteren. Uit deze monitoring blijkt onder andere dat deze bijdragen aan vroege opsporing van kanker en dat de deelnamegraad hoog is. Dit duidt op een hoog vertrouwen in deze bevolkingsonderzoeken.
lees verderOverlevenden van prostaatkanker die behandeld zijn of worden met antidepressiva hebben een 51% hoger risico op het ontwikkelen van een cardiovasculaire aandoening. Dat blijkt uit onderzoek van Barbara Wollersheim (NKI-AvL, Amsterdam) en collega’s. Volgens de onderzoekers is het belangrijk dat artsen naast traditionele cardiovasculaire risicofactoren meer aandacht schenken aan patiënten die farmacologische middelen gebruiken voor angst en depressie, voorafgaand aan de besluitvorming over de behandeling van prostaatkanker.
lees verderEen minder intensieve nacontrole bij patiënten met melanoom (stadium IB-IIC) is een passend, veilig en kosteneffectief alternatief ten opzichte van het conventionele follow-up-schema zoals momenteel wordt geadviseerd in de Nederlandse melanoomrichtlijn. Dat concluderen Eric Deckers (UMC Groningen) en collega’s op basis van de uitkomsten van de melanoom follow-up studie (MELFO). Volgens de onderzoekers heeft een minder intensieve nacontrole, aangepast aan het stadium, geen negatief effect op enerzijds de kwaliteit van leven en anderzijds het tijdstip waarop patiënten een recidief ontwikkelen of komen te overlijden ten gevolge van melanoom.
lees verderHet percentage incomplete excisies is hoog (51%) bij patiënten met dermatofibrosarcoma protuberans (DFSP) in Nederland. Ook het aandeel patiënten dat na chirurgische behandeling te maken krijgt met recidieven (10%) is klinisch relevant. Die conclusies trekken Lotte van Lee (Erasmus MC) en collega’s op basis van gegevens uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) en het pathologisch anatomisch landelijk geautomatiseerd archief (PALGA). Om het aantal recidieven te verminderen, adviseren de onderzoekers de Europese richtlijn te volgen door patiënten vaker te behandelen met Mohs-microchirurgie.
lees verder