Helft vrouwen met gynaecologische kanker is klinisch significant vermoeid

Helft vrouwen met gynaecologische kanker is klinisch significant vermoeid

Bijna de helft van de vrouwen met een gynaecologische vorm van kanker heeft na chirurgie te maken met klinisch significante vermoeidheid. Spontane afname van deze symptomen komt zelden voor, constateren Hanneke Poort (Dana-Farber Cancer Institute, Boston) en collega’s. Om de kwaliteit van leven van deze vrouwen te verbeteren, is onderzoek nodig naar schaalbare en effectieve interventies.

Vermoeidheid is een veelvoorkomend en belemmerend symptoom voor patiënten met gynaecologische kankers. In slechts een beperkt aantal studies is empirisch onderzocht of deze symptomen spontaan verdwijnen zonder interventie. Het doel van deze prospectieve studie was het identificeren van langetermijnpatronen van vermoeidheid en voorspellers van klinisch significante vermoeidheid één jaar na afronding van de behandeling.

Studieopzet

Het studiecohort bestond uit vrouwen met nieuw gediagnosticeerde eierstokkanker (n= 81) of baarmoederkanker (n= 181) zonder progressie of terugkeer van de ziekte binnen een jaar na de behandeling. Symptomen van vermoeidheid, depressie en angst werden geëvalueerd na chirurgische behandeling en vervolgens na 6 en 12 maanden met de FAS-schaal (Fatigue Assessment Scale) en HADS-schaal (Hospital Anxiety and Depression Scale). De vermoeidheidsscore in de tijd werd ingedeeld in klinisch significant (22-50) of niet-klinisch significant (10-21). Met logistische regressiemodellen bepaalden de onderzoekers de samenhang tussen vermoeidheid en patiëntkenmerken.

Resultaten

Van de 262 deelnemers rapporteerden bijna de helft (48%) klinisch relevante vermoeidheid na chirurgie. Na een jaar was dat nog 39%. Over de tijd waren er zes vermoeidheidspatronen zichtbaar: altijd laag (37%), altijd hoog (25%), hoog en daarna opgelost (18%), nieuwe aanvang (10%), fluctuerend (6%) en incidenteel (5%). Bij patiënten met vermoeidheid na chirurgie was het waarschijnlijker dat zij na 12 maanden vermoeidheid rapporteerden in vergelijking met anderen (waarschijnlijkheidsverhouding 6,08; 95% betrouwbaarheidsinterval 2,82-13,11).

Patiënten met depressieve symptomen hadden ook een hogere kans op vermoeidheid (waarschijnlijkheidsverhouding 3,36; 95% betrouwbaarheidsinterval 1,08-10,65) hoewel slechts een derde van vermoeide patiënten depressieve symptomen rapporteerde.

Conclusie en aanbevelingen

Hanneke Poort en collega’s concluderen dat bijna de helft van de vrouwen met een gynaecologische vorm van kanker na chirurgie te maken heeft met klinisch significante vermoeidheid. Na zes maanden is dat 44% en na een jaar nog 39%. Dit suggereert dat spontane afname van deze symptomen zelden voorkomt. Vrouwen die vermoeidheid en depressieve symptomen rapporteren of twee of meer medische comorbiditeiten, hadden een hogere kans om een jaar later nog vermoeidheid te rapporteren.

Deze bevindingen benadrukken volgens de onderzoekers het belang van het ontwikkelen van schaalbare en effectieve transdiagnostische interventies om vermoeidheid te reduceren bij overlevenden van gynaecologische tumoren. Begin maart 2020 is een aanvullend onderzoek gestart door Hanneke Poort en collega’s in samenwerking met het National Comprehensive Cancer Network in de Verenigde Staten.

Aangezien bijna een derde van de patiënten met vermoeidheid ook depressieve symptomen rapporteren na chirurgische behandeling, zijn psychologische interventies gericht op vermoeidheid en geestelijke gezondheid mogelijk de meest effectieve strategie om de kwaliteit van leven te verbeteren van vrouwen met eierstok- en baarmoederkanker.