Nieuws
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
Vrouwen zijn ondervertegenwoordigd als auteur en presentator van wetenschappelijke onderzoek naar kanker. Dat concluderen Willemieke Dijksterhuis (IKNL) en collega’s op basis van presentaties gehouden tijdens congressen van de American Society of Clinical Oncology (ASCO) en de European Society for Medical Oncology (ESMO) tussen 2008 en 2018. Slechts 28% van de auteurs van de besproken publicaties tijdens de belangrijkste sessies was vrouw en slechts 21% werd gepresenteerd door een vrouw. Gebrek aan zichtbaarheid van vrouwelijke presentatoren kan de erkenning van hun onderzoek en academische carrière schaden, en zelfs de heterogeniteit van wetenschappelijk onderzoek belemmeren.
lees verderBewegingsinterventies hebben statistisch significante, gunstige effecten op het verminderen van vermoeidheid bij (ex-)patiënten met kanker. Dat blijkt uit een uitgebreide studie (POLARIS) uitgevoerd door Jonna van Vulpen (UMCU) en collega’s uit Nederland, VS, Canada, Duitsland, Groot-Brittannië, Noorwegen en Australië. De waargenomen effecten zijn consistent ongeacht de demografische en klinische kenmerken van de deelnemers. Begeleide bewegingsinterventies blijken een significant groter effect te hebben op afname van vermoeidheid dan niet-begeleide. Mogelijk is dit het gevolg van betere uitvoering van de oefeningen, hogere therapietrouw, selectie van patiënten, trouwere monitoring en verschil in doelstellingen.
lees verderOudere patiënten met kanker (70 jaar en ouder) zijn goed in staat om een zelfgerapporteerde G8-vragenlijst in te vullen voor het bepalen van hun kwetsbaarheid (frailty). De uitkomsten hiervan zijn vergelijkbaar met de oorspronkelijke G8 die door zorgprofessionals wordt afgenomen. Dit geldt echter niet voor zelfgerapporteerde screenings door geriatrische patiënten, zo blijkt uit onderzoek van geriater Inez van Walree (Diakonessenhuis Utrecht) en collega’s. De uitkomsten van dit onderzoek geven aan dat een zelfgerapporteerde G8-screening door een oudere kankerpatiënt een goed alternatief kan zijn in de klinische praktijk. Het biedt ook mogelijkheden voor inzet van zelfgerapporteerde screenings in bijvoorbeeld klinische trials.
lees verderVrouwen van 75 jaar en ouder met T1-2N0 borstkanker hebben een laag risico op het ontwikkelen van een locoregionaal recidief, ondanks het feit dat slechts 39% van deze patiënten tussen 2003 en 2009 endocriene therapie kreeg voorgeschreven. Zelfs patiënten die behandeld zijn in ziekenhuizen met een lager dan gemiddelde inzet van radiotherapie, is het risico op een locoregionaal recidief laag. Deze bevindingen spreken volgens Anna de Boer (LUMC) en collega’s zorgen tegen dat het weglaten van radiotherapie bij oudere patiënten zonder endocriene therapie tot een onacceptabel hoog locoregionaal recidiefrisico zou leiden. Dat biedt redelijke gronden om radiotherapie achterwege te laten bij patiënten van 75 jaar en ouder.
lees verderDe overleving van oudere vrouwen (65-75 jaar) met gevorderde borstkanker is tussen 1990 en 2015 verbeterd. Dit is zeer waarschijnlijk het gevolg van ruimere inzet van chemotherapieën bij patiënten met stadium III borstkanker. Dat concluderen Nienke de Glas (LUMC) en collega’s op basis van een studie met gegevens van bijna 240.000 patiënten uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). Uit dit onderzoek blijkt echter ook dat de overleving van vrouwen (boven 75 jaar) met stadium I-III borstkanker níet is toegenomen. In toekomstige studies dient daarom meer rekening gehouden te worden met comorbiditeit(en) en geriatrische parameters, om de behandeling van deze oudste groep verder te personaliseren.
lees verderVariatie in de behandeling van patiënten met borstkanker kan zowel goed als slecht zijn en het onderzoeken van variatie kan de zorg verbeteren. Dit stelt Kelly de Ligt naar aanleiding van haar onderzoek waarop zij vrijdag 13 september promoveerde aan de Universiteit van Twente. Tijdens het symposium voorafgaand aan deze promotie werd duidelijk dat er grote ambities zijn om het perspectief van de patiënt meer te laten meewegen.
lees verderEr wordt ontzettend veel onderzoek gedaan naar borstkanker. Dankzij al dit onderzoek wordt borstkanker steeds beter en vroeger gediagnosticeerd, is er meer inzicht in het gedrag van verschillende typen borstkanker en wordt er steeds gerichter behandeld. De ontwikkelingen in de borstkankerzorg gaan ontzettend snel. Dit maakt dat het belangrijk is om de zorg te blijven evalueren. Heeft u affiniteit met borstkankeronderzoek en bent u benieuwd hoe de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) u hierin kan ondersteunen? Lees dan verder!
lees verderDe BOOG-studie Stop & Go vergeleek een onderbroken chemotherapieschema met een continu schema van acht opeenvolgende kuren voor uitgezaaide borstkanker. Op basis de resultaten van deze studie wordt een chemotherapie-vrije periode in de behandeling van patiënten met uitgezaaide borstkanker afgeraden. De effectiviteit van de eerstelijns chemotherapie nam af door het geven van een kleiner aantal chemotherapiekuren bij aanvang. Resultaten over de tweedelijnsbehandeling volgen binnenkort.
lees verder