Nieuws
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
Allerlei ontwikkelingen en veranderingen in de palliatieve zorg maken het noodzakelijk dat de consultatiefunctie van IKNL blijft meeveranderen. Mede daardoor is een centraal aangestuurde, telefonische consultatie niet langer toereikend en ontstaat daarnaast steeds vaker intensievere ondersteuning via lokale, transmurale teams en samenwerkingsverbanden. Het gevolg is dat de consulenten meer en meer onderdeel worden van én partner zijn bij het organiseren en verlenen van palliatieve zorg, zo blijkt uit het jaarverslag 2015 van de consultatievoorziening palliatieve zorg.
lees verderDe oncologie ontwikkelt zich razendsnel. De hoeveelheid informatie maakt het haast onmogelijk om deze altijd op het juiste moment ter beschikking te hebben. Hierdoor is het mogelijk dat individuele patiënten niet altijd de behandeling krijgen die voor hen optimaal werkt. Bij onderbehandeling worden de gewenste gezondheidsresultaten niet behaald, terwijl bij overbehandeling de belasting voor de patiënt en de kosten hoger zijn dan nodig. IT-gebaseerde beslissingsondersteuning kan erbij helpen om de relevante kennis op het juiste moment op een handige manier ter beschikking te hebben. Hierdoor worden artsen en patiënten ondersteund in het maken van de beste keuze voor een behandeling. Daarnaast kan Nederland zo zijn vooraanstaande positie behouden op het gebied van data en medische technologie.
lees verderStichting PAL en IKNL hebben woensdag 1 juni in Utrecht een samenwerkingsovereenkomst getekend om de palliatieve zorg voor kinderen verder te verbeteren. IKNL richt zich op de palliatieve zorg in het algemeen, terwijl de werkzaamheden van stichting PAL specifiek gericht zijn op palliatieve zorg voor kinderen. Door de overeenkomst verwachten IKNL en stichting PAL een impuls te geven aan het verbeteren van de kwaliteit van de palliatieve zorg door kennisuitwisseling en meer gebruik te maken van elkaars kennis, expertise en infrastructuur.
lees verderStichting Roparun heeft een subsidie toegekend aan IKNL voor wetenschappelijk onderzoek naar de kwaliteit van zorg en kwaliteit van leven zoals patiënten die ervaren. Het gaat om patiënten in de palliatieve fase met een oncologische ziekte. Roparun heeft hiervoor een bedrag van maximaal 412.000 euro beschikbaar gesteld over een periode van vier jaar. Doel is tot heldere aanbevelingen te komen ter verbetering van de palliatieve zorg.
lees verderSinds de introductie van de schildwachtklierprocedure en de vernieuwde TNM-classificatie in 2002 worden bij patiënten met invasief lobulair mammacarcinoom vaker geïsoleerde tumorcellen gediagnosticeerd dan bij patiënten met invasief ductaal carcinoom. Dat blijkt uit een studie van Wilfred Truin (Máxima Medisch Centrum) en collega’s. De klinische consequenties hiervan moeten worden onderzocht in aanvullend onderzoek. Volgens de auteurs kan dit mogelijk implicaties hebben voor het voorschrijven van adjuvante systemische therapieën in de klinische praktijk.
lees verderKlinische predictiemodellen kunnen behulpzaam zijn bij het opstellen van een gepersonaliseerd behandelplan voor de oksel bij patiënten met borstkanker. Dat blijkt uit het proefschrift ‘Clinical prediction models and the changing role of axillary treatment in breast cancer’ waarop Ingrid van den Hoven donderdag 2 juni promoveert aan Maastricht University. Hierin beschrijft de promovenda de veranderingen die de afgelopen jaren hebben plaatsgevonden in de okselbehandeling bij borstkankerpatiënten en evalueert zij de rol en waarde van diverse predictiemodellen.
lees verderHoewel de richtlijnen zijn aangepast, is het aandeel patiënten met een vroeg stadium van borstkanker (ER+ / HER2) dat chemotherapie krijgt voorgeschreven op basis van een gen-expressieprofiel vrijwel gelijk gebleven in de periode 2012-2014 ten opzichte van 2004-2006. Dat blijkt uit onderzoek van Anne Kuijer (Diakonessenhuis Utrecht) en collega’s. Sinds verbreding van de indicaties worden echter 13% méér patiënten geschikt geacht om in aanmerking te komen voor chemotherapie. Het consistente aandeel chemotherapie duidt erop dat aanpassingen van richtlijnen in de praktijk niet automatisch worden gevolgd. In de discussie gaan de onderzoekers in op mogelijke oorzaken.
lees verderFrequent voorkomende complicaties na chirurgie, zoals naadlekkage, (buik)sepsis en overmatig bloedverlies, hebben bij patiënten met dikkedarmkanker ernstige gevolgen voor de uitkomsten op korte en lange termijn. Die conclusie staat te lezen in een publicatie van Anne Breugom (LUMC) en collega’s op basis van een studie in vijf ziekenhuizen in West-Nederland. De studie bevestigt de langdurige effecten van chirurgische complicaties die onder meer leiden tot een verminderde 1-jaarsoverleving, daling van de algehele 5-jaarsoverleving en toegenomen kans op recidieven bij deze patiënten.
lees verder