Nieuws baarmoederkanker
Project Alertness – naar snellere en betere revisie van oncologische richtlijnen

Wat is voor déze patiënt op dít moment de beste behandeling? Medisch specialisten baseren zich bij die afweging op de geldende richtlijn. Nieuwe inzichten sijpelen daarin echter soms maar langzaam door. IKNL ondersteunt met het ZonMW project Alertness een sneller én beter revisieproces voor richtlijnen, om te beginnen voor baarmoederkanker.
lees verderMet ICT-oplossingen slimmer de richtlijn actualiseren

De NVOG heeft haar proces voor richtlijnontwikkeling recent opnieuw ingericht. Door deze vernieuwingsslag ligt de verantwoordelijkheid bij de gynaecologische centra en hoeft niet meer de hele richtlijn gereviseerd te worden maar kan ook een klein stukje worden aangepast. Bijvoorbeeld het advies om bij een specifieke groep patiënten wel of juist niet te kiezen voor bestraling.
lees verderIncidentie en voorspellers buikvliesuitzaaiingen bij gynaecologische kanker

Uitzaaiingen naar het buikvlies komen vooral voor bij patiënten met eierstokkanker en treden zelden op bij vrouwen met baarmoeder en/of baarmoederhalskanker. Dat tonen Lara Burg (Radboudumc) en collega’s aan in een retrospectieve studie met NKR-gegevens van bijna 95.000 patiënten. Het histologische subtype (sereus en clear cell) blijkt de sterkste voorspeller te zijn voor het krijgen van buikvliesuitzaaiingen. Daarom wordt voorgesteld nieuwe therapieën te onderzoeken op basis van histologische subtypen.
lees verderBetere preoperatieve risicostratificatie bij baarmoederkanker met ENDORISK

Integratie van klinische en moleculaire biomarkers en resultaten van pathologisch onderzoek in een Bayesiaans computermodel (ENDORISK) kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan het preoperatief inschatten van de risico’s en uitkomsten van baarmoederkanker. Dat concludeert Casper Reijnen in zijn proefschrift waarop hij 8 september cum laude is gepromoveerd aan de Radboud Universiteit te Nijmegen. “Met ENDORISK kunnen over twee jaar álle patiënten met baarmoederkanker individueel worden geïnformeerd en betrokken bij het besluitvormingsproces.”
lees verderHelft vrouwen met gynaecologische kanker is klinisch significant vermoeid

Bijna de helft van de vrouwen met een gynaecologische vorm van kanker heeft na chirurgie te maken met klinisch significante vermoeidheid. Spontane afname van deze symptomen komt zelden voor, constateren Hanneke Poort (Dana-Farber Cancer Institute, Boston) en collega’s. Om de kwaliteit van leven van deze vrouwen te verbeteren, is onderzoek nodig naar schaalbare en effectieve interventies.
lees verderVijf gynaecologisch oncologische richtlijnen in de commentaarfase

Gynaecologische oncologie telt momenteel 15 gynaecologische oncologische richtlijnen, allen eigendom van de NVOG. In 2018 en 2019 heeft de NVOG SKMS-financiering ontvangen om negen gynaecologische oncologische richtlijnen te reviseren. Inmiddels zijn we met vijf richtlijnen zover dat de modules deze maand voor commentaar worden aangeboden aan de betrokken wetenschappelijke verenigingen.
lees verderRuud Bekkers: 'Gynaecologische kankers voorkomen & de gevolgen verminderen'

We moeten meer doen om gynaecologische kanker en de gevolgen ervan te voorkomen. Dat zegt prof. dr. Ruud Bekkers, gynaecoloog bij Catharina Ziekenhuis Eindhoven en sinds een half jaar hoogleraar aan de Universiteit Maastricht. ‘Preventie betekent het aantal kankerpatiënten verminderen. Voor het voorkomen van baarmoederhalskanker werkt de HPV-vaccinatie heel goed. Ook bij eierstokkanker lijkt er een kans te zijn door opportunistisch verwijderen van eileiders bij vrouwen met een voltooide kinderwens. Preventie gaat ook over de gevolgen van de kanker zo beperkt mogelijk houden. We moeten blijven zoeken naar minder belastende behandeling met minder late gevolgen.
lees verderImpact comorbiditeiten en leeftijd op kwaliteit van leven na baarmoederkanker

Cumulatie van comorbiditeiten hangt bij vrouwen met baarmoederkanker sterk samen met verslechtering van de gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven; niet de leeftijd van deze patiënten. Dat concluderen Inez van Walree (Diakonessenhuis Utrecht) en collega’s. Welke specifieke comorbiditeit(en) hierbij een rol spelen is niet duidelijk. Daarom adviseren zij om niet alleen tijdens de behandeling van baarmoederkanker, maar ook tijdens de follow-up meer aandacht te schenken aan vrouwen met comorbiditeiten.
lees verder