
Met ICT-oplossingen slimmer de richtlijn actualiseren
De NVOG heeft haar proces voor richtlijnontwikkeling recent opnieuw ingericht. Door deze vernieuwingsslag ligt de verantwoordelijkheid bij de gynaecologische centra en hoeft niet meer de hele richtlijn gereviseerd te worden maar kan ook een klein stukje worden aangepast. Bijvoorbeeld het advies om bij een specifieke groep patiënten wel of juist niet te kiezen voor bestraling.
‘Dat is een enorme verbetering, daar word je veel slagvaardiger mee in je richtlijnaanpassingen’, zegt Cor de Kroon, gynaecoloog oncoloog bij het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC). Maar daardoor moet je als richtlijncommissie wel voor ál die beslismomenten in de gaten houden of er nieuwe inzichten zijn. Het up-to-date houden is dus ingewikkelder.
De NVOG gaat daarom samen met Stichting Olijf (patiëntenvereniging voor vrouwen met gynaecologische kanker) en IKNL slimme ICT-oplossingen ontwikkelen. Dit doen ze binnen het project ‘Actuele richtlijnen door structurele signalering’ voor de richtlijn baarmoederkanker. Cor de Kroon deelt zijn bevindingen in een interview met ZonMW.
Project Alertness – naar snellere en betere revisie van oncologische richtlijnen

Wat is voor déze patiënt op dít moment de beste behandeling? Medisch specialisten baseren zich bij die afweging op de geldende richtlijn. Nieuwe inzichten sijpelen daarin echter soms maar langzaam door. IKNL ondersteunt met het ZonMW project Alertness een sneller én beter revisieproces voor richtlijnen, om te beginnen voor baarmoederkanker.
lees verderIncidentie en voorspellers buikvliesuitzaaiingen bij gynaecologische kanker

Uitzaaiingen naar het buikvlies komen vooral voor bij patiënten met eierstokkanker en treden zelden op bij vrouwen met baarmoeder en/of baarmoederhalskanker. Dat tonen Lara Burg (Radboudumc) en collega’s aan in een retrospectieve studie met NKR-gegevens van bijna 95.000 patiënten. Het histologische subtype (sereus en clear cell) blijkt de sterkste voorspeller te zijn voor het krijgen van buikvliesuitzaaiingen. Daarom wordt voorgesteld nieuwe therapieën te onderzoeken op basis van histologische subtypen.
lees verder