Nieuws
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
Onderzoek naar kanker wordt steeds specifieker en de behandeling complexer. De coronapandemie onderstreept daarbij nog eens dat zorgverleners en beleidsmakers vaker behoefte hebben aan actuele en relevante data. Jaap Feijer, teamleider registraties bij IKNL, vertelt hoe hij en zijn team de kwaliteit borgen en wat er nodig is om ook aan de datavraag van de toekomst te kunnen voldoen.
Vrouwen met stadium I of II borstkanker en een hogere sociaaleconomische status hebben meer kans op het krijgen van een directe borstreconstructie na een mastectomie (borstamputatie). Dat blijkt uit onderzoek van het Erasmus MC, het Universitair Medisch Centrum Utrecht en Universiteit Twente op basis van NKR-data. Wat de onderliggende oorzaken rond verschillen tussen de sociaaleconomische klassen zijn, is nog terrein van nader onderzoek; de conclusies onderstrepen echter het belang van gelijke kansen op behandeling, ongeacht sociaaleconomische status.
Verlengen van leven, behoud van kwaliteit van leven en verminderen van tumorgerelateerde klachten. Dat zijn vaak de behandeldoelen van vrouwelijke patienten met uitgezaaide borstkanker. De TIBET-studie onderzoekt of het gebruik trifluridine/tipiracil (TAS-102) tot de behandelopties van de toekomst behoort. De studie is eind juli van start gegaan in het ErasmusMC. Patiënten kunnen nog deelnemen aan de studie.
De werkgroep Standaardisering Verslaglegging van het NABON (Nationaal Borstkanker Overleg Nederland), NVvR (Nederlandse Vereniging voor Radiologie) en IKNL hebben een landelijke standaard ontwikkeld voor de gestructureerde radiologieverslaglegging van patiënten met borstkanker.
Vrouwen met stadium I en II borstkanker en een hogere sociaaleconomische status (SES) hebben in Nederland meer kans op het krijgen van een directe borstreconstructie na een borstamputatie (mastectomie). Dat blijkt uit onderzoek van Mando Filipe (UMCU) in samenwerking met collega’s van Erasmus MC en Universiteit Twente uitgevoerd met gegevens uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). Extra onderzoek moet aantonen of leefstijlfactoren, taalbarrières, gezondheidsvaardigheden en informatievoorziening hierbij een rol spelen.
Een kleine groep patiënten is 10 jaar na de diagnose van uitgezaaide borstkanker nog steeds in leven. Het aantal uitzaaiingen speelt een belangrijke rol bij de overleving. Uit onderzoek van het Nederlands Kanker Instituut (NKI) blijkt dat drie of minder uitzaaiingen het optimale afkappunt zijn om lange overlevers te kunnen identificeren.
De polygenetische risicoscore op basis van 313 veelvoorkomende genetische varianten (PRS313-score) is een onafhankelijke factor samenhangend met het risico op het ontwikkelen van contralaterale borstkanker. Dat concluderen onderzoekers van het Nederlands Kanker Instituut in een uitgebreide studie. De PRS313-score kan ingebouwd worden in bestaande predictiemodellen en op die manier bijdragen aan het identificeren van vrouwen met een laag of hoog risico op contralaterale borstkanker.
lees verderZorgpaden voor patiënten met kanker leveren een belangrijke bijdrage aan het verbeteren van de kwaliteit van zorg en uitkomsten van deze zorg. Dat concludeert Jolanda van Hoeve in het proefschrift dat zij 29 oktober 2020 verdedigde aan de Universiteit Twente. De ontwikkeling en implementatie van zorgpaden kan echter niet los worden gezien worden van andere ontwikkelingen. “Sterker nog: een zorgpad dient juist gebaseerd te zijn op actuele landelijke richtlijnen en beroepsnormen.”
lees verder