Nieuws
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
De genprofieltest wordt in Nederland zowel binnen als buiten de kaders van de richtlijn Mammacarcinoom ingezet. Dat concluderen Kay Schreuder (IKNL, UTwente) en collega’s aan de hand van onderzoek met data uit de Nederlandse Kankerregistratie. In alle klinische risicocategorieën werd een meerderheid van de patiënten ingedeeld in een genomisch laag of intermediair risicoprofiel en was de naleving van het resultaat van de genprofieltest hoog. In geval van een discrepantie tussen het genomisch en klinisch risico, werden de patiënten behandeld in overeenstemming met de uitslag van de test. De onderzoekers signaleren dat het gebruik van de genprofieltest heeft geleid tot een afname van het gebruik van chemotherapieën.
lees verderBij patiënten met niet-kleincellige longkanker die op basis van een PET/CT-scan in aanmerking komen voor een eventuele longoperatie, dient eerst de aanwezigheid van lymfeklieruitzaaiingen te worden vastgesteld. Volgens de richtlijn gebeurt dat met een combinatie van EBUS/EUS (endo-echografie) én een mediastinoscopie (kijkbuisoperatie). In de MEDIASTrial wordt onderzocht of de mediastinoscopie (onder algehele narcose en met een groter risico op complicaties) achterwege kan blijven na een minder belastende, volledig uitgevoerde EBUS/EUS waarbij geen lymfkliermetastasen zijn gevonden. Arts-onderzoeker Jelle Bousema (MMC): “Op basis van de literatuur lijkt de toegevoegde waarde van mediastinoscopie bij deze patiënten relatief laag.”
lees verderEr is geen wetenschappelijk bewijs voor de hypothese dat er een relevant en oorzakelijk verband bestaat tussen Q-koorts en het ontwikkelen van non-hodgkinlymfoom. Dat concluderen Sonja van Roeden (UMC Utrecht) en collega’s op basis van een studie met gegevens uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) van patiënten gediagnosticeerd tussen 1 januari 2002 tot 31 december 2013. In 2009 werd wel een verband gevonden, maar in de jaren daarna niet meer. Omdat de meeste incidenties van Q-koorts in 2009 zijn geconstateerd zou slechts een zeer kort tijdsbestek tussen infectie en ontwikkeling van non-hodgkinlymfoom verantwoordelijk zijn geweest voor deze bevinding. Dat is volgens de onderzoekers niet waarschijnlijk.
lees verderHet standaard uitvoeren van een gastroscopie wordt niet aanbevolen bij deelnemers aan het bevolkingsonderzoek naar dikkedarmkanker met een positieve FIT-uitslag en een negatieve coloscopie. Uit onderzoek van Manon van der Vlugt (AMC) en collega’s blijkt namelijk dat minder dan 1% van de personen met een positieve FIT-uitslag binnen drie jaar een orale of upper GI-kanker ontwikkelen. Een routinematige gastroscopie wordt mede ontraden, omdat deze het risico op complicaties mogelijk kan vergroten. Zover bekend is dit de eerste studie, waarin onderzoek is gedaan naar het ontwikkelen van kanker in de mondholte, keel, slokdarm, maag en dunnedarm na deelname aan een screeningsprogramma naar dikkedarmkanker.
lees verderIn een recent artikel in het Ned. Tijdschrift voor Geneeskunde stellen Margreet van Putten (IKNL) en collega’s dat de besluitvorming rond de behandeling van patiënten met slokdarm- of maagkanker in Nederland vatbaar is voor verbetering gelet op de geconstateerde variatie in diagnostiek en behandeling tussen ziekenhuizen en het effect hiervan op de overleving van deze patiënten. De auteurs pleiten daarom voor invoering van regionale, tumorspecifieke multidisciplinaire overlegteams. Dergelijke teams kunnen mogelijk bijdragen aan betere selectie van patiënten die in aanmerking komen voor een curatieve behandeling.
lees verderSlechts een klein deel van alle intervalkankers (24/753) die tussen 2005-2015 zijn gevonden, behoort tot de synchrone, bilaterale intervalkankers. Dat blijkt uit een studie van Rob van Bommel (Catharina Ziekenhuis, Eindhoven) en collega’s, waarbij meer dan 450.000 mammografieën van het bevolkingsonderzoek naar borstkanker in Zuid-Nederland plus medische dossiers zijn onderzocht. Hoewel het aandeel synchrone, bilaterale intervalkankers gering is, blijft zorgvuldige onderzoek van de contralaterale borst noodzakelijk om interval borstkankers vroegtijdig te ontdekken en een optimale behandeling mogelijk te maken.
lees verderMoleculaire monitoring is een betrouwbare methode om de respons te evalueren van patiënten met chronische myeloïde leukemie (CML). Dat betekent dat het routinematig uitvoeren van cytogenetisch onderzoek tijdens de behandeling van CML veilig achterwege kan blijven. Dat concluderen Inge Geelen (Albert Schweitzer Ziekenhuis, Dordrecht) en collega’s. Voordeel van moleculaire monitoring is dat twijfelachtige classificaties voorkomen kunnen worden en dat er minder invasieve, voor de patiënt belastende, beenmergpuncties nodig zijn. Moleculaire monitoring is bovendien goedkoper. Cytogenetische herbeoordeling blijft echter nodig wanneer de moleculaire respons suboptimaal is.
lees verderEen aantal ziekenhuizen in Nederland werkt al enige tijd met moleculaire tumorboards. Een moleculaire tumorboard is een multidisciplinaire samenwerking om zeldzame vormen van kanker op moleculair niveau te analyseren met als doel overeenkomsten te vinden met andere vormen van kanker. Op deze manier kunnen mogelijk nieuwe behandelmethodes worden gevonden voor patiënten voor wie geen behandeling meer mogelijk is in de reguliere, oncologische zorg.
lees verder