Nieuws
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
Bijna de helft van de vrouwen met een gynaecologische vorm van kanker heeft na chirurgie te maken met klinisch significante vermoeidheid. Spontane afname van deze symptomen komt zelden voor, constateren Hanneke Poort (Dana-Farber Cancer Institute, Boston) en collega’s. Om de kwaliteit van leven van deze vrouwen te verbeteren, is onderzoek nodig naar schaalbare en effectieve interventies.
lees verderPatiënten met een vroeg stadium van baarmoederhalskanker, met name tumoren kleiner dan 2 cm, hebben een vergelijkbare overleving na behandeling met abdominale of laparoscopische radicale hysterectomie. Dat blijkt uit onderzoek van Hans Wenzel (IKNL, UMCG) en collega’s met data uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). Hoewel deze bevindingen in lijn zijn met de resultaten in recente literatuur, wordt prospectief, gerandomiseerd onderzoek aanbevolen om de exacte rol van de laparoscopische radicale hysterectomie vast te stellen.
lees verderHoewel de prognose van patiënten met een dun melanoom (Breslow-dikte 1 mm) uitstekend is op populatieniveau, kunnen sommige patiënten sterven aan de gevolgen van een dun melanoom. Daarom zouden deze patiënten beter gestratificeerd moeten worden in hoog of laag risico, omdat dit diagnostische en therapeutische consequenties heeft in tijden van gepersonaliseerde zorg. Dat stellen Loes Hollestein (Erasmus MC, IKNL) en Tamar Nijsten (Erasmus MC) in een commentaar in de British Journal of Dermatology.
lees verderPer 1 juli is de samenvoeging van netwerkzorgactiviteiten palliatieve zorg van IKNL en Fibula in het nieuwe Fibula een feit. Fibula richt zich dan, als lid van de Coöperatie Palliatieve Zorg Nederland (PZNL), specifiek op de organisatie van netwerkzorg in de palliatieve zorg.
lees verder
Welke medicatie is beter bij cytoreductieve chirurgie en HIPEC-behandeling bij patiënten met colorectale synchrone peritoneale metastasen, mitomycine C of oxaliplatin? Checca Bakkers (Catharina Ziekenhuis, Eindhoven) en collega’s concluderen op basis van NKR-data dat er geen significante verschillen zijn in de langetermijnoverleving na HIPEC met mitomycine C of oxaliplatin. Een unieke studie naar wereldwijd de meest gebruikte medicatie, mede mogelijk doordat alle centra in Nederland hetzelfde behandelprotocol hanteren.
lees verderTussen 2010 en 2016 werd slechts 4,5% van de patiënten met stadium IIIA niet-kleincellige longkanker (NSCLC) geselecteerd voor behandeling met neoadjuvante therapie gevolgd door een chirurgische resectie. Dat blijkt uit onderzoek van Pieter Joosten, Koen Hartemink (NKI-AvL) en collega’s. De absolute 5-jaarsoverleving van deze patiënten lag boven de 50%, wat relatief hoog is in vergelijking met recente fase-III-trials. In verband met mogelijke overstadiëring wordt overschatting niet uitgesloten.
lees verderPatiënten met ductaal carcinoom in situ en een vroeg stadium van prostaat-, borst-, huid-(melanoom), zaadbal- of schildklierkanker hebben in Nederland een vergelijkbare overleving als mensen uit de algemene bevolking gecorrigeerd voor leeftijd, geslacht en kalenderjaar. Dat concluderen Avinash Dinmohamed (IKNL) en collega’s met gegevens van ruim 225.000 patiënten uit de Nederlandse Kankerregistratie. In de Journal of Hematology & Oncology stellen zij dat overdiagnose en gezondheidsverschillen in Nederland minder groot zijn dan in de VS.
lees verderDoor groei van het aantal patiënten met kanker en tegelijkertijd stijging van het aantal overlevenden van kanker, wordt er steeds meer een beroep gedaan op zorgverleners in de eerstelijn. Dat leidt tot tal van nieuwe uitdagingen. Instrumenten als holistische evaluaties en (na)zorgplannen kunnen mogelijk een bijdrage leveren aan het opvangen en begeleiden van die zorgbehoeften. In Europese richtlijnen wordt de noodzaak genoemd om zorgteams in de eerstelijn over de volle breedte in te zetten.
lees verder