Nieuws
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
Jelly Swart werkt sinds 2008 en Lara Sijtsma sinds 1992 bij IKNL. Vanaf het begin registreren zij hoofd-halstumoren. Deze door en door ervaren datamanagers vertellen over deze complexe registratie. Hun werk, waarbij informatie uit het elektronisch patiëntendossier (EPD) wordt vertaald naar informatie voor de Nederlandse Kanker Registratie (NKR), is een belangrijke stap in het verbeteren van de kwaliteit van zorg voor patiënten.
lees verderIn een unieke studie waarin klinische data van de NKR (Nederlandse Kanker Registratie) en pathologische data van PALGA (Pathologisch-Anatomisch Landelijk Geautomatiseerd Archief)aan elkaar gekoppeld zijn, zijn onderzoekers in het UMC Utrecht op zoek naar op weefsel gebaseerde voorspellers voor recidieven bij patiënten met strottenhoofdkanker. Het gaat om een nationale studie, gefinancierd door KWF, waarbij ruim 3600 patiënten met de diagnose strottenhoofdkanker worden gevolgd om recidieven, die meestal binnen 3 jaar ontstaan, vast te stellen. Hiermee krijgen we inzicht in welke informatie ons kan helpen de kans op een recidief in te schatten.
lees verderPer september is Saskia Venlet gestart als senior adviseur in het tumorteam urogenitale tumoren bij IKNL. Zij zal zich onder andere bezighouden met (regionale) samenwerkingsverbanden, (landelijke) multidisciplinaire kwaliteitsregistraties, het opzetten van een (landelijke) multidisciplinaire wetenschapscommissie, de uitrol van beslissingsondersteuningssystemen binnen de urologie (Oncoguide) en het optimaliseren van patiënteninformatie voor uro-oncologische aandoeningen.
lees verderIn de eerste uitgave van Kerncijfers palliatieve zorg, gepubliceerd in augustus 2019 is beschikbare data over palliatieve zorg op een handzame en overzichtelijke wijze op een rij gezet. Vanuit PZNL beogen we beschikbare en betrouwbare data toegankelijk te maken om te voorzien in een behoefte van het werkveld palliatieve zorg. Naar verwachting kan deze informatie een bijdrage leveren aan bewustwording en beleidsontwikkeling.
lees verderMensen die na de behandeling van dikkedarmkanker gezonder eten en meer bewegen, ervaren een betere kwaliteit van leven dan lotgenoten. Patiënten krijgen echter vaak geen of weinig voorlichting over leefstijl en voeding. Merel van Veen (IKNL, Wageningen University) concludeert in haar proefschrift dat zorgprofessionals al tijdens de behandeling dienen te beginnen met het geven van voedingsinformatie en niet moeten wachten tot patiënten of naasten daar naar vragen. Een voorwaarde is dat zorgverleners meer kennis krijgen over voeding en leefstijl, want dat inzicht is momenteel beperkt. Artsen zouden het belang van een gezonde leefstijl bovendien meer moeten benadrukken, met een leidende rol voor diëtisten in dit proces.
lees verderOm te zorgen dat palliatieve zorg ondersteund wordt met passende financiering, is de huidige financiering van palliatieve zorg in kaart gebracht in de vorm van de 'Handreiking financiering palliatieve zorg 2020'. De Handreiking financiering palliatieve zorg is een handzaam overzicht van de regelgeving en structuur rond de financiering van palliatieve zorg in de meest gebruikelijke zorgsettingen, namelijk ziekenhuis, thuis, hospice, verpleeghuis en palliatieve terminale unit.
Het gebruik van chemotherapie is bij patiënten met vroeg stadium hormoonreceptorgevoelige borstkanker tussen 2013 - 2016 aanzienlijk gedaald, terwijl de inzet van genexpressieprofielen toenam. Dat blijkt uit een studie van Julia van Steenhoven (Diakonessenhuis, UMCU) en collega’s. De daling in chemotherapie trad op in een periode dat er geen wijziging plaatsvond in de landelijke richtlijn Borstkanker (2012). In internationale richtlijnen werd echter al voorzichtig geadviseerd om minder chemotherapie te geven aan geselecteerde patiënten (ER+/HER2-). Deze studie weerspiegelt de toenemende terughoudendheid tot het geven van aanvullende chemotherapie aan geselecteerde patiënten met een vroeg stadium van borstkanker.
lees verderEr bestaat in Nederland aanzienlijke variatie tussen ziekenhuizen als het gaat om de behandeling voor patiënten met borstkanker. Voorbeelden zijn verschillen in timing van chemotherapie (voor of na de operatie) en variatie in het bespreken van de mogelijkheid van een (directe) borstreconstructie. Deze variatie is niet geheel te verklaren door ziektekenmerken. Kelly de Ligt (IKNL, Universiteit Twente) onderzocht voor haar proefschrift of deze variatie het gevolg is van individuele voorkeuren van de patiënt of aanwijzingen bevat voor verbetering van de kwaliteit van zorg? Met name de informatievoorziening en gedeelde besluitvorming is vatbaar voor verbetering om de borstkankerzorg beter aan te laten sluiten op de persoonlijke wensen en behoeften van patiënten.
lees verder