
IKNL en OECI ontwikkelen standaarden netwerkvorming zeldzame kanker
Netwerkvorming en het ontwikkelen van expertise omtrent zeldzame kanker is onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het lage volume maakt het creëren van expertise en het doen van onderzoek complex en vraagt (inter)nationale samenwerking. Uiteindelijk stelt Europa tot doel dat elke Europese burger toegang heeft tot de best mogelijke beschikbare zorg in Europa. In dit kader heeft IKNL samen met de OECI en het Centro di Riferimento Oncologico di Aviano (Aviano) binnen de Joint Action on Rare Cancers (JARC) van Europa de opdracht gekregen om te komen tot nationale en internationale standaarden voor netwerkvorming voor zeldzame kanker.
Netwerkstandaarden
In maart kwamen internationale experts, waaronder specialisten, patiëntvertegenwoordigers, onderzoekers en vertegenwoordigers van de verschillende Europese Referentie Netwerken (ERN’s) voor zeldzame kankers op Sicilië bij elkaar om de door IKNL, Aviano en OECI ontwikkelde standaarden met elkaar af te stemmen. Hiermee zijn eenduidige standaarden vastgesteld die uiteindelijk bijdragen aan de kwaliteit van zorg en toegang tot de hoogst mogelijke expertise voor alle Europese patiënten met een zeldzame kanker.
De ontwikkeling van deze standaarden voor zorgnetwerken voor zeldzame vormen van kanker richten zich met name op het delen van de best practices en het toegankelijk maken van zorg waar de expertise niet altijd binnen een Europees lidstaat aanwezig is. Dit heeft geresulteerd in een set van standaarden voor de ERN’s en een set van standaarden voor Nationale netwerken voor zeldzame kankers. De standaarden richten zich o.a. op de infrastructuur, coördinatie, multidisciplinair handelen, kwaliteitscontrole en onderzoek. Voor Nationale netwerken, ook binnen Nederland, zijn deze standaarden praktisch in te zetten voor de evaluatie van het netwerk, maar ook als leidraad voor de oprichting van netwerken waar deze nu nog niet bestaan.
Consensus
Tijdens de bijeenkomst werden alle standaarden bediscussieerd. Dit leidde tot kritische, maar constructieve discussies waardoor we uiteindelijk voor nagenoeg alle standaarden consensus hebben bereikt. De uitkomsten van de JARC, waaronder de netwerkstandaarden, zijn op 10 en 11 september gepresenteerd en uitgebracht in boekvorm.
Contact
Neem voor vragen en opmerkingen contact op met Saskia Duijts, senior onderzoeker, of Ria de Peuter, senior adviseur.
Beter onderscheid tussen agressieve en minder agressieve carcinoïden van de long

Het correct diagnosticeren van atypische versus typische carcinoïden (zeldzame, neuro-endocriene tumoren van de long) enkel op basis van een preoperatief biopt blijkt lastig. Dit terwijl atypische carcinoïden een slechtere prognose hebben – die lange follow-up vereist - dan typische carcinoïden én de diagnose de omvang van de operatieve behandeling mogelijk beïnvloedt. Extra (preoperatieve) biomarkers zorgen voor betere prognostische voorspelling bij longcarcinoïden, waardoor voor een deel van de patiënten jarenlange follow-up in de toekomst mogelijk vermeden kan worden. Dit concludeert Laura Moonen (MUMC+) in haar proefschrift, onder andere op basis van gekoppelde data uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) en Palga. Moonens onderzoek werd gefinancierd door KWF.
lees verderPatiënten met zeldzame kanker ervaren lagere kwaliteit van leven in alle fasen van het ziektetraject

Patiënten met een zeldzame kanker ervaren over het algemeen een lagere kwaliteit van leven dan patiënten met een veelvoorkomende vorm van kanker - in alle fasen van het ziektetraject, bij curatieve en ongeneeslijke kanker. Dit blijkt uit de onderzoeken van Esmee Driehuis en Anouk van Oss (beiden IKNL). Zij onderzochten beiden het verschil in de ervaren kwaliteit van leven tussen patiënten met zeldzame kanker en patiënten met een veelvoorkomende kanker. Van Oss focuste specifiek op de palliatieve fase.
lees verder