
Aanvullende registratie voor bijnierschorskanker
De diagnose bijnierschorskanker wordt ongeveer 20 keer per jaar gesteld in Nederland. Om onderzoek voor deze kleine groep patiënten te stimuleren hebben IKNL en het Bijniernetwerk Nederland (BNN) de krachten gebundeld. Sinds juni 2019 worden voor patiënten met bijnierschorskanker in de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) niet alleen basisgegevens geregistreerd, maar ook tumorspecifieke items zoals hormoonproductie en de dosering van het medicijn mitotaan. Met deze gegevens kan onder meer onderzoek worden gedaan naar optimale behandelstrategieën.
Bijnierschorskanker is een zeldzame vorm van kanker in de schors van de bijnieren. Deze vorm van kanker vereist een specialistische en deskundige aanpak. Vanwege de specifieke zorgbehoeften van deze kleine groep patiënten is de zorg in Nederland grotendeels gecentraliseerd in de expertisecentra van het Bijniernetwerk Nederland (BNN), bestaande uit de universitair medische centra en Máxima MC Veldhoven/Eindhoven. Eerder onderzoek van BNN in samenwerking met IKNL heeft bijvoorbeeld aangetoond dat een operatie in één van de BNN-centra een betere uitkomst geeft dan een operatie in een niet-gespecialiseerd ziekenhuis. [1]
Meer gegevens over bijnierschorskanker
Bijnierschorskanker heeft een grote impact op patiënten. De helft van hen heeft problemen met de hormoonproductie. Patiënten met gevorderde ziekte bij diagnose hebben een slechte prognose. Om meer onderzoek voor deze kleine groep patiënten te faciliteren zijn BNN en IKNL opnieuw de samenwerking aangegaan. Bij alle patiënten met bijnierschorskanker vanaf 2014 worden extra gegevens vastgelegd in de NKR. Met deze gegevens kan voor deze groep patiënten onder meer de verdeling van zorg in Nederland in kaart worden gebracht; onderzocht worden wie baat heeft bij welke behandeling; en het gebruik en effectiviteit van het medicijn mitotaan beter worden vastgelegd.
Eén van de onderzoekers die gebruik zal gaan maken van deze data is Rebecca Steenaard. Zij is bezig met haar promotieonderzoek naar bijnierschorscarcinoom onder leiding van Professor Harm Haak in Máxima Medisch Centrum. Voor haar onderzoek kijkt ze onder andere naar de behandeling van bijnierschorskanker en welke impact deze behandeling kan hebben op de kwaliteit van leven van patiënten. Voor haar onderzoek naar optimale behandelstrategieën gaat ze gebruik maken van de nieuw geregistreerde gegevens. Het onderzoek naar de kwaliteit van leven zal plaatsvinden in samenwerking met de Profielstudie van IKNL. De eerste resultaten van beide studies worden verwacht in 2020.
-
[1] Kerkhofs TM, Verhoeven RH, Bonjer HJ, et al. Surgery for adrenocortical carcinoma in The Netherlands: analysis of the national cancer registry data. Eur J Endocrinol. 2013 Jun 7;169(1):83-9. doi: 10.1530/EJE-13-0142.
Beter onderscheid tussen agressieve en minder agressieve carcinoïden van de long

Het correct diagnosticeren van atypische versus typische carcinoïden (zeldzame, neuro-endocriene tumoren van de long) enkel op basis van een preoperatief biopt blijkt lastig. Dit terwijl atypische carcinoïden een slechtere prognose hebben – die lange follow-up vereist - dan typische carcinoïden én de diagnose de omvang van de operatieve behandeling mogelijk beïnvloedt. Extra (preoperatieve) biomarkers zorgen voor betere prognostische voorspelling bij longcarcinoïden, waardoor voor een deel van de patiënten jarenlange follow-up in de toekomst mogelijk vermeden kan worden. Dit concludeert Laura Moonen (MUMC+) in haar proefschrift, onder andere op basis van gekoppelde data uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) en Palga. Moonens onderzoek werd gefinancierd door KWF.
lees verderPatiënten met zeldzame kanker ervaren lagere kwaliteit van leven in alle fasen van het ziektetraject

Patiënten met een zeldzame kanker ervaren over het algemeen een lagere kwaliteit van leven dan patiënten met een veelvoorkomende vorm van kanker - in alle fasen van het ziektetraject, bij curatieve en ongeneeslijke kanker. Dit blijkt uit de onderzoeken van Esmee Driehuis en Anouk van Oss (beiden IKNL). Zij onderzochten beiden het verschil in de ervaren kwaliteit van leven tussen patiënten met zeldzame kanker en patiënten met een veelvoorkomende kanker. Van Oss focuste specifiek op de palliatieve fase.
lees verder