Filters Filter Created with sketchtool.
  • Kankersoort
  • Stadium
  • Behandelsoort
  • Zorgfase
  • Pathologie
  • Epidemiologie
  • Onderzoeksdomein
  • Patiëntgroep
  • Persberichten

Nieuws

Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein. 

Samen tegen Darmkanker’ roept patiënten op meer data en kennis te delen

Het nieuwe platform ‘Samen tegen darmkanker’ wil met meer data de behandeling van darmkanker verbeteren. ‘Laat kennis niet verloren gaan’ is voor dit platform het ultieme doel. Het roept alle patiënten met darmkanker op om met medisch specialisten en onderzoekers samen te werken tegen deze veelvoorkomende ziekte. Toekomstige patiënten met darmkanker kunnen beter behandeld worden als patiënten die nu darmkanker hebben hun gegevens delen.

lees verder

Behoeften voedingsondersteuning verschilt bij overlevenden dikkedarmkanker

Niet alle overlevenden die behandeld zijn voor dikkedarmkanker hebben behoefte aan voedingsondersteuning. Deze behoefte is er vaak wel bij jongere overlevenden, personen zonder partner, patiënten met een stoma of met diabetes en mensen met overgewicht of obesitas. Dat blijkt uit een studie van Meeke Hoedjes (VU, Tilburg University) en collega’s. Op basis van deze studie geven de auteurs  aanbevelingen om de behoefte aan voedings- en leefstijlondersteuning beter te identificeren en af te stemmen op de persoonlijke situatie van dikkedarmkanker overlevenden. Verder adviseren zij deze ondersteuning direct na de diagnose aan te bieden en aan te blijven bieden gedurende het gehele behandelproces en tijdens de follow-up. 

lees verder

Patiënt met synchrone colorectale carcinomen heeft slechtere overleving

Circa 5% van alle patiënten met dikkedarmkanker (incl. endeldarmkanker) in Nederland heeft te maken met synchrone colorectale carcinomen. Deze diagnose hangt samen met uitgebreidere chirurgie, minder (neo)adjuvante therapie en lagere overlevingskansen in vergelijking met patiënten met één dikkedarmtumor. Dat blijkt uit een landelijke studie van Amanda Bos (IKNL) en collega’s gepubliceerd in Annals of Surgical Oncology met data uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). Volgens de onderzoekers onderstrepen deze bevindingen het belang van preoperatieve diagnostiek van synchrone colorectale carcinomen, omdat deze informatie invloed heeft op het type operatie en eventueel aanvullende behandelingen. 

lees verder

Hogere leeftijd bij dikkedarmkanker geen reden voor onthouden van stoma

Een hogere leeftijd hoeft op zichzelf geen reden te zijn om patiënten met dikkedarmkanker een stoma te onthouden. Hoewel oudere patiënten (tot 76 jaar) met een stoma significant meer beperkingen rapporteren in hun dagelijks functioneren ten opzichte van patiënten zónder stoma, is de klinische relevantie hiervan beperkt. Dat concluderen Norbert Verweij (Diakonessenhuis, Utrecht) en collega’s in een publicatie in Colorectal Diseases. Een mogelijke verklaring dat ouderen met een stoma minder beperkingen ervaren ligt waarschijnlijk aan hun bekendheid met toenemende lichamelijke beperkingen, waardoor zij ‘minder veeleisend’ zijn vergeleken met jongere patiënten. Omgekeerd is de impact van een stoma daardoor prouominenter bij jongere patiënten. 

lees verder

Naleving richtlijn hoog-risico stadium II en III dikkedarmkanker suboptimaal

De naleving van richtlijnen bij de behandeling van patiënten met hoog-risico stadium II en stadium III dikkedarmkanker is in Nederland suboptimaal. Die conclusie trekken Lotte Keikes (AMC) en collega’s op basis van een vragenlijst uitgezet onder een selectie van medisch oncologen in alle Nederlandse ziekenhuizen. Het niet-naleven van de richtlijnen had voornamelijk betrekking op overbehandeling met adjuvante chemotherapie bij patiënten met stadium II en III dikkedarmkanker en onderbehandeling met doelgerichte therapie bij gemetastaseerde dikkedarmkanker. De onderzoekers noemen een aantal mogelijke oorzaken en doen aanbevelingen om de implementatie en monitoring van richtlijnen te verbeteren. 

lees verder

Impact BMI en middelomtrek op kwaliteit van leven na dikkedarmkanker

Overlevers van dikkedarmkanker met een hogere BMI en een verhoogde middelomtrek rapporteren een slechter functioneren, een lagere algehele gezondheidsstatus en meer vermoeidheidssymptomen. Verder blijkt een verhoogde middelomtrek geassocieerd te zijn met een lager fysiek en sociaal functioneren, ongeacht de BMI-status. Dat staat te lezen in een publicatie van Pauline Vissers (IKNL) en collega’s in Nutrition and Cancer. De onderzoekers doen de aanbeveling om bij toekomstig onderzoek naar kwaliteit van leven rekening te houden met de BMI en middelomtrek. In studies ter preventie van overgewicht dient daarom naast gewichtsverlies, ook gelet te worden op de vermindering van het buikvet. 

lees verder

AGE-CRC-studie: betere kwaliteit van leven voor ouderen met darmkanker

Het Sint Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein is 31 Augustus 2017 gestart met de AGE-CRC-studie (Advanced Geriatric Evaluation-ColoRectal Cancer). Doel is ouderen met dikkedarmkanker voorafgaand aan de operatie op efficiënte en eenduidige wijze te screenen om complicaties tijdens en na de operatie te voorkomen en de kwaliteit van leven van deze ouderen te waarborgen en te verbeteren. De studie zal initieel starten in zes centra. Donderdag 28 september 2017 kreeg Ellen van der Vlies (AIOS interne geneeskunde)een subsidie uitgereikt van €114.375 voor dit onderzoek van stichting Vrienden Integrale Oncologische Zorg (VIOZ). 

lees verder

Kankergerelateerde vermoeidheid: rekening houden met klassen en subtypen

Patiënten die behandeld zijn vanwege kanker hebben vaak last van vermoeidheid. Uit onderzoek van Melissa Thong (AMC) en collega’s blijkt dat kankergerelateerde vermoeidheid ingedeeld kan worden in drie klassen met specifieke kenmerken. Dit betekent volgens de onderzoekers dat bij toekomstige interventies rekening gehouden dient te worden met deze subtypen kankergerelateerde vermoeidheid. Eerst is echter aanvullend onderzoek nodig om te kijken of de geïdentificeerde subtypen stabiel blijven of wijzigen tijdens de follow-up, omdat veranderingen gevolgen kunnen hebben voor de ontwikkeling van interventies. 

lees verder