Vaker complete respons na chemoradiotherapie gevorderde rectumkanker

Bij patiënten met een gevorderd stadium van rectumkanker die behandeld zijn met chemoradiotherapie komt vaker een complete pathologische respons voor dan bij vergelijkbare patiënten die radiotherapie kregen. Dat blijkt uit een studie van Anouk Rombouts (Radboudumc Nijmegen) en collega’s met behulp van gegevens van patiënten die tussen 2005 en 2014 zijn gediagnosticeerd afkomstig uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). Patiënten die behandeld werden met (chemo)radiotherapie kregen meestal een totale mesorectale excisie, terwijl bij een deel van deze patiënten orgaanpreservatie mogelijk haalbaar was geweest. De onderzoekers adviseren om aanvullende, prospectieve studies uit te voeren om de invloed van overige uitkomstparameters vast te stellen.

Inzicht in de werkzaamheid van preoperatieve therapieën is cruciaal in een tijd waarin gestreefd wordt naar orgaanpreservatie strategieën bij de behandeling van rectumkanker. In deze studie is de tumorrespons onderzocht en vergeleken bij patiënten met rectumkanker op basis van het type preoperatieve therapie.

Opzet en resultaten

In de studie werden alle patiënten met rectumkanker die tussen 2005 en 2014 zijn gediagnosticeerd en die behandeld werden met kortdurende radiotherapie (5 x 5 Gy, n = 764) of chemoradiotherapie (n = 5.070) gevolgd door een totale mesorectale excisie (TME) na een interval van 5 tot 15 weken. De gegevens van deze patiënten waren afkomstig uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). Multivariabele analyses werden uitgevoerd met behulp van logistische regressie. De mediane leeftijd van patiënten die radiotherapie kregen was 76 jaar (spreiding 28 – 92 jaar) tegenover 64 jaar (spreiding 21 – 92 jaar) van patiënten die behandeld werden met chemoradiotherapie.

Patiënten die radiotherapie kregen, hadden een significant lager klinisch stadium (p <0,001). Een complete, pathologische respons (ypT0N0) werd waargenomen bij 9,3% van de patiënten die radiotherapie kregen. Dat was significant minder dan bij patiënten die chemoradiotherapie volgden (17,5%). Een goede pathologische respons (ypT0 - 1N0) werd gezien bij 17,5% van de patiënten die behandeld werden met radiotherapie en bij 22,6% van de patiënten met chemoradiotherapie. Histologisch subtype, klinisch stadium en afstand van de tumor tot de anus werden geïdentificeerd als onafhankelijke voorspellers voor de tumorrespons.

Conclusies en aanbevelingen

Anouk Rombouts en collega’s concluderen dat, ondanks een verder gevorderd klinisch stadium, een complete pathologische respons vaker voorkwam bij patiënten die een behandeling met chemoradiotherapie kregen ten opzichte van patiënten die kortdurende radiotherapie kregen met een lang interval tot aan de operatie. Deze patiënten kregen een totale mesorectale excisie, terwijl een methode om organen te behouden mogelijk haalbaar was geweest in een deel van de patiënten. Volgens de onderzoekers zijn aanvullende, prospectieve studies nodig om de verschillen van de overige uitkomstparameters vast te stellen, inclusief de impact van orgaanpreservatie strategieën.

De onderzoekers wijzen er op dat de uitkomsten van dit onderzoek, gelet op het retrospectieve karakter van de studie, voorzichtig geïnterpreteerd dienen te worden vanwege mogelijke heterogeniteit in de radiotherapieschema’s en andere mogelijke verstorende factoren. De studie omvat bovendien een periode waarin richtlijnen voor stadiëring, radiotherapie en pathologierapportages zijn veranderd. Ook registreerde de NKR tijdens de eerdere jaren van de studie nog geen tijdsintervallen tussen de behandelingen, waardoor een groot aantal patiënten werd uitgesloten van de analyses. Dit kan geleid hebben tot selectiebias.

Aan deze studie werkten mee specialisten en onderzoekers van Radboudumc (Nijmegen), IKNL en Institut Curie (Parijs).

  • Rombouts AJM, Hugen N, Verhoeven RHA, Elferink MAG, Poortmans PMP, Nagtegaal ID, de Wilt JHW. ‘Tumor response after long interval comparing 5x5Gy radiation therapy with chemoradiation therapy in rectal cancer patients’. Eur J Surg Oncol. 2018 Mar 27. pii: S0748-7983(18)30986-7.

  • Meer informatie over deze publicatie is verkrijgbaar via bibliotheek@iknl.nl

Gerelateerd nieuws

Aanzienlijke variatie ziekenhuizen in voorbehandeling bij endeldarmkanker

Aanzienlijke variatie ziekenhuizen in voorbehandeling bij endeldarmkanker

Tussen ziekenhuizen in Nederland bestaat aanzienlijke variatie in het geven van voorbehandeling bij endeldarmkanker voorafgaand aan een eventuele operatie. Dat blijkt uit een studie van Tijmen Koëter (Radboudumc) en collega’s. Deze verschillen werden waargenomen in alle risicogroepen. In ziekenhuizen die vaak neoadjuvante chemoradiotherapie geven aan patiënten met hoogrisico endeldarmkanker, werd een verbeterde algehele overleving gevonden. De onderzoekers pleiten voor implementatie van regionale tumorbesprekingen en verder onderzoek naar deze variatie.

lees verder