Vrouwen met borstkanker rapporteren een betere kwaliteit van leven, wanneer zij na een borstamputatie direct een borstreconstructie hebben gekregen. Uit onderzoek van Annelotte van Bommel (LUMC, DICA) en collega’s blijkt dat deze vrouwen een hogere mate van psychosociale, seksuele en fysieke welbevinden ervaren. Deze uitkomsten ondersteunen de aanbeveling om een directe borstreconstructie als optie te bespreken met patiënten die in aanmerking komen voor een borstamputatie.
Kanker heeft grote impact, niet alleen lichamelijk, maar ook psychisch en sociaal. Circa 30% van de mensen die leeft met of na kanker heeft behoefte aan professionele ondersteuning voor de gevolgen van kanker. Maar deze ondersteunende zorg bereikt hen helaas nog niet altijd optimaal. Voor goede afstemming van psychosociale zorg, het uitvragen van behoefte en eventuele verwijzing, is het nodig dat hierover informatie gestandaardiseerd wordt vastgelegd in het medisch dossier.
Overlevenden van gedifferentieerde schildklierkanker met negatieve ziektepercepties rapporteren een slechtere gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven. Deze percepties hangen onder andere samen met een algeheel slechter emotioneel en sociaal functioneren en meer vermoeidheidssymptomen, zo blijkt uit onderzoek van Dounya Schoormans (Tilburg University) en collega’s. Er zijn aanwijzingen dat psychologische interventies kunnen bijdragen aan verbetering van de gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven en gezonde levensstijl.
Bijna de helft van de vrouwen met een gynaecologische vorm van kanker heeft na chirurgie te maken met klinisch significante vermoeidheid. Spontane afname van deze symptomen komt zelden voor, constateren Hanneke Poort (Dana-Farber Cancer Institute, Boston) en collega’s. Om de kwaliteit van leven van deze vrouwen te verbeteren, is onderzoek nodig naar schaalbare en effectieve interventies.
Door groei van het aantal patiënten met kanker en tegelijkertijd stijging van het aantal overlevenden van kanker, wordt er steeds meer een beroep gedaan op zorgverleners in de eerstelijn. Dat leidt tot tal van nieuwe uitdagingen. Instrumenten als holistische evaluaties en (na)zorgplannen kunnen mogelijk een bijdrage leveren aan het opvangen en begeleiden van die zorgbehoeften. In Europese richtlijnen wordt de noodzaak genoemd om zorgteams in de eerstelijn over de volle breedte in te zetten.
Het terugkoppelen van patiëntgerapporteerde uitkomsten aan patiënten met lymfeklierkanker (lymfoom) komt tegemoet aan hun wensen om meer inzicht te krijgen in persoonlijke uitkomsten zonder dat dit leidt tot vergroting van zorgen en angsten over de ziekte. Ook kan terugkoppeling een nuttig hulpmiddel zijn voor het beter detecteren van symptomen en patiënten motiveren om deze te bespreken met een zorgverlener. Dat concludeert Lindy Arts in haar proefschrift dat zij 24 juni 2020 (online) verdedigt aan Tilburg University.
Gerandomiseerde trials waarin patiënten zelf mogen bepalen of zij wel of niet deelnemen aan een online interventie voor zelfmanagement, zijn niet representatief voor vergelijkbare lotgenoten. Volgens Lindy Arts (IKNL) en collega’s is daarom het belangrijk om de uitkomsten van dergelijke trials voorzichtig te interpreteren. Patiënten die deelnemen aan online interventies zijn doorgaans jonger, vaker man en hoger opgeleid vergeleken met niet-deelnemers. Juist deze laatste groep rapporteert hogere niveaus van psychische/psychologische stress.
Patiënten die na de behandeling van kanker terugkeren naar werk, hebben vaak te maken met cognitieve symptomen. Uit onderzoek van Johanna Ehrenstein (UMCG Groningen) en collega’s blijkt, dat dergelijke symptomen door patiënten worden gerapporteerd onafhankelijk van het type behandeling. Ook trad er geen verbetering op in de eerste 18 maanden na terugkeer naar hun werkomgeving. Volgens de onderzoekers is meer aandacht nodig voor de impact van cognitieve symptomen bij werkende patiënten met kanker.