Nieuws
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
In Nederland worden steeds meer maagkankeroperaties uitgevoerd in ziekenhuizen die niet alleen gespecialiseerd zijn in maagkankerchirurgie, maar ook in slokdarm- en alvleesklierkankerchirurgie. Uitgebreide praktijkervaring met deze complexe (en samenhangende) chirurgische technieken zou ook tot betere postoperatieve resultaten bij maagkanker moeten leiden, zo beredeneerden Linde Busweiler (LUMC, Leiden) en collega’s. Zij onderzochten daarom het verband tussen de algehele ervaring in ziekenhuizen met complexe maagdarmkanaalresecties (upper GI) en belangrijke uitkomsten van maagkankeroperaties. Dit verband blijkt vermoedelijk te bestaan bij oudere patiënten die in deze ziekenhuizen een lagere 30-dagenmortaliteit hadden.
lees verderKennis vergaren over de beste zorg voor oudere patiënten met kanker, waardoor deze mensen naast een goede overleving, de best mogelijke kwaliteit van leven kunnen behouden. Dat is de ambitie van Maryska Janssen-Heijnen, klinisch epidemioloog in VieCuri Medisch Centrum. Vrijdag 23 juni sprak ze haar oratie uit ‘Tijd voor actie – goud voor zilver’ tijdens de inauguratie als hoogleraar aan de Universiteit Maastricht. De titel van haar leerstoel is ‘Klinische Epidemiologie, in het bijzonder Kanker bij Ouderen’. Voorheen heeft Janssen veel epidemiologisch onderzoek verricht bij IKNL.
Uitzaaiingen in de okselklieren zijn een belangrijke prognostische indicator bij patiënten met invasieve borstkanker. Voorheen werden alle okselklieren chirurgisch verwijderd, wat tot serieuze complicaties en bijwerkingen kon leiden. Met echogeleide okselklierbiopsie of een schildwachtklierprocedure kan nu nauwkeuriger worden vastgesteld of er wel of geen uitzaaiingen in de oksel aanwezig zijn, zodat een okselklierdissectie achterwege kan blijven. Nicole Verheuvel promoveert 21 juni op een proefschrift, waarin ze de paradigmaverschuiving beschrijft sinds de introductie van deze technieken. Er bestaan echter nog grote verschillen bij de behandeling van diverse groepen patiënten met positieve klieren, waardoor een okselklierdissectie soms noodzakelijk blijft.
lees verderEr is in Nederland minimale ongelijkheid wat betreft de sociaaleconomische status van patiënten met een vroeg stadium van borstkanker en de naleving van richtlijnen voor chemotherapie na een borstoperatie. Dat blijkt uit een studie van Anne Kuijer (Diakonessenhuis) en collega’s met gegevens uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). Over het algemeen hebben patiënten met een lage sociaaleconomische status een iets kleinere kans om chemotherapie na de operatie te krijgen, maar dat is volgens de onderzoekers niet te wijten aan een gebrek aan financiële mogelijkheden. Het verschil wordt waarschijnlijk veroorzaakt doordat patiënten met een hoge sociaaleconomische status meer geneigd zijn om alle therapeutische opties te doorlopen, zelfs als het voordeel daarvan onzeker is.
lees verderZorgplannen (“Survivorship Care Plans”) lijken bij patiënten met eierstokkanker geen bijdrage te leveren aan de tevredenheid over de informatievoorziening of de ontvangen zorg. Het verstrekken van zorgplannen kan zelfs leiden tot een geringer vertrouwen in de behandeling. Dat blijkt uit een gerandomiseerde studie van Belle de Rooij (IKNL) en collega’s in twaalf ziekenhuizen in Zuid-Nederland. Deze bevindingen liggen in lijn met eerdere resultaten van de ROGY care trial, waarin is gevonden dat zorgplannen bij patiënten met baarmoederkanker kunnen leiden tot extra zorgen, een hogere emotionele impact en meer ervaren symptomen.
lees verderDe tumorgrootte op het moment van diagnose is de belangrijkste voorspeller voor een volledige pathologische respons na neoadjuvante chemotherapie bij invasieve borstkanker. Die conclusie staat te lezen in een studie van Briete Goorts (Maastricht UMC) en collega’s, waarin het effect is onderzocht van de tumorgrootte (klinisch tumorstadium) na behandeling met neoadjuvante chemotherapie op volledige pathologische respons. Patiënten met een kleinere tumorgrootte vertonen een significant hogere kans op een volledige pathologische respons dan patiënten met een grotere tumor, onafhankelijk van de HER2-status, oestrogeen- en progesteronreceptorstatus. Verder hangt een volledige pathologische respons samen met een 20% hogere ziektevrije en algehele 5-jaarsoverleving.
Oudere patiënten met uitgezaaide dikkedarmkanker en patiënten met buikvliesuitzaaiingen mogen op voorhand niet als ‘onbehandelbaar’ worden beschouwd. Uit promotieonderzoek van Lieke Razenberg (Catharina Ziekenhuis, IKNL) blijkt dat operatief verwijderen van alle zichtbare tumorweefsel in combinatie met het spoelen van de buik met verwarmde chemotherapie (CRS-HIPEC) bij geselecteerde patiënten met buikvliesuitzaaiingen een overleving van meer dan 32 maanden kan opleveren. Daarnaast dient volgens de promovenda bij oudere patiënten die niet in aanmerking komen voor combinatie-chemotherapie meer rekening gehouden te worden met alternatieven, zoals doelgerichte therapie.
lees verderDe overleving van patiënten met maagkanker is tussen 1989 en 2013 sterk gestegen. Deze verbetering hangt waarschijnlijk samen met de sterke toename van het aandeel patiënten dat een maagoperatie plus chemotherapie kreeg aangeboden. Uit onderzoek van Stijn Nelen (Radboudumc) en collega’s blijkt echter dat jonge patiënten (tot 70 jaar) vaker een operatie en chemotherapie krijgen dan oudere patiënten. Waarschijnlijk is daardoor de overlevingskloof tussen beide patiëntengroepen toegenomen. Volgens de auteurs is er meer onderzoek nodig naar behandelopties voor (kwetsbare) ouderen met maagkanker om hun overlevingskansen te verbeteren.
lees verder