Meeste kinderen en jongvolwassenen behandeld in kinderoncologische centra
Een ruime meerderheid (82%) van de Nederlandse kinderen en jongvolwassenen met kanker kreeg tussen 2004 en 2013 een behandeling op een kinderoncologische afdeling van een academisch ziekenhuis. Van de overige behandelingen vond 12% plaats op een andere afdeling van een academisch centrum en 6% in een niet-academisch centrum, zo blijkt uit onderzoek van Ardine Reekdijk (Prinses Máxima Centrum) en collega’s. De keuze voor een behandellocatie hangt mede af de leeftijd van de patiënt, het tumortype en stadium bij diagnose. Hoewel de onderzoekers onder 15 tot 17-jarigen een toename zagen van het aandeel behandelingen in kinderoncologische centra, pleiten ze voor nog actievere samenwerking met andere centra.
Vanwege de complexiteit van diagnose en behandeling van kinderen met kanker, vindt de zorg voor kinderen en jongvolwassenen met kanker bij voorkeur plaats in centra gespecialiseerd in kinderoncologie met mogelijk betere kansen op genezing en minder bijwerkingen na de behandeling. In deze studie is onderzocht in welke centra kinderen met kanker in Nederland sinds 2004 zijn behandeld.
NKR & Dutch Childhood Oncology Group
De onderzoekers selecteerden alle patiënten jonger dan 18 jaar die tussen 2004 en 2013 zijn gediagnosticeerd met kanker uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). Deze data werden gecombineerd met gegevens uit de databank van de Dutch Childhood Oncology Group (DCOG). De samenhang tussen patiënt- en tumorkarakteristieken en zorgcentra werd vervolgens onderzocht met logistische regressieanalyses. De studiepopulatie bestond uit 6.021 kinderen met de diagnose kanker.
Aandeel behandelingen en tumorsoorten
Van alle patiënten kreeg 82% een behandeling in een kinderoncologisch centrum, 12% op een andere afdeling van een academisch centrum en 6% in een niet-academisch centrum. 94% van de patiënten jonger dan 10 jaar, 85% in de leeftijd van 10-14 jaar en 48% in de leeftijd 15-17 jaar kreeg een behandeling in een centrum gespecialiseerd in kinderoncologie.
In vergelijking met leukemie hingen alle soorten kanker (geclassificeerd volgens 3e editie van de ‘international classification of childhood cancer [ICCC-3]) uitgezonderd embryonale tumoren samen met een hoger risico op het krijgen van een behandeling buiten een kinderoncologisch centrum. Multivariabele analyses van de ICCC-3-categorieën lieten zien dat enkele specifieke tumortypen samenhingen met een grotere kans op behandeling buiten een kinderoncologisch centrum. Het ging hierbij om chronische myeloïde leukemie, embryonale carcinomen, bottumoren van een ander type dan osteosarcomen, niet-rhabdomyosarcomen, schildkliercarcinomen, melanomen en huidcarcinomen, evenals enkele andere zeer zeldzame tumoren.
Conclusies en aanbevelingen
Ardine Reekdijk en collega’s concluderen dat het centrum waar oncologische zorg voor kinderen met kanker in Nederland plaatsvindt, afhangt van de leeftijd van de patiënt, het tumortype en het stadium bij diagnose. In de loop van de tijd zagen ze een toename van het aandeel behandelingen in centra voor kinderoncologie bij 15 tot 17-jarigen, van wie 54% in 2013 werden behandeld in een kinderoncologisch centrum. De onderzoekers stellen dat actieve samenwerking nodig is tussen centra voor kinderoncologie en andere afdelingen in academische centra om de best mogelijke zorg voor deze patiënten op korte en lange termijn te waarborgen.
Aan deze studie is meegewerkt door specialisten en onderzoekers van het Prinses Máxima Centrum voor Kinderoncologie (Utrecht), Dutch Childhood Oncology Group (Den Haag), IKNL, Erasmus MC (Rotterdam) en Emma Kinderziekenhuis / AMC (Amsterdam).
-
Reedijk AMJ, van der Heiden-van der Loo M, Visser O, Karim-Kos HE, Lieverst JA, de Ridder-Sluiter JG, Coebergh JWW, Kremer LC, Pieters R: ‘Site of childhood cancer care in the Netherlands’. Eur J Cancer. 2017 Nov 3;87:38-46. * Meer informatie over deze publicatie is verkrijgbaar via bibliotheek@iknl.nl