Anouk Eijkelboom deed onderzoek naar de effecten van de COVID-19 pandemie op borstkankerzorg

Promotie Anouk Eijkelboom: borstkankerzorg in tijden van schaarste

Met meer patiënten en minder handen aan het bed dreigt zorg steeds schaarser te worden. Ingrijpen is noodzakelijk om de zorg van morgen kwalitatief goed, betaalbaar en toegankelijk te houden. Onderzoeker Anouk Eijkelboom (IKNL) keek naar dit vraagstuk voor de borstkankerzorg, onder meer door de effecten van de COVID-19-pandemie op de oncologische zorg in kaart te brengen. Ze promoveerde op 8 december.

Terugblik COVID-19 pandemie

Tijdens de pandemie werd de zorgsector plotseling geconfronteerd met capaciteitsdruk. Dat leidde tot tal van maatregelen, ook binnen de oncologie. Zo werden de bevolkingsonderzoeken tijdelijk stopgezet en veranderden behandelprotocollen. Voor borstkanker zag Eijkelboom de volgende ontwikkelingen:

Zorgsector is flexibel

Zorgpersoneel bleek erg adequaat te reageren op nieuwe behandelprotocollen die werden ingevoerd om de druk op de zorg te ontlasten. Zo werden meer vrouwen met neo-adjuvante endocriene therapie behandeld. Enerzijds om operaties uit te stellen, anderzijds om ziekenhuisbezoeken tot een minimum te beperken. Daarnaast nam de tijd tussen diagnose en eerste behandeling af.

Toegankelijkheid huisarts belangrijk, vooral tijdens de pandemie

Het aantal diagnoses borstkanker tijdens de eerste golf van de pandemie daalde fors. Dat kwam door het stopzetten van het bevolkingsonderzoek, maar ook door terughoudendheid bij patiënten om in geval van klachten contact met de huisarts op te nemen. Na oproepen in de media en de campagne ‘Kanker wacht niet’ nam het aantal mensen dat contact met de huisarts opnam weer toe wat leidde tot een toename in diagnoses. 

Aantal diagnoses neemt fors af door stopzetten bevolkingsonderzoek

De afname van het aantal diagnoses was het sterkst bij stadium I en II tumoren en bij DCIS (ductaal carcinoma in situ, een voorstadium van borstkanker). Na het opstarten van het bevolkingsonderzoek was het aantal borstkankerdiagnoses gelijk aan de trend van de jaren daarvoor, al was er geen sprake van een inhaalslag. Dit komt onder andere door de lagere screeningscapaciteit vanwege een tekort aan laboranten. Doordat het bevolkingsonderzoek vooral tumoren in relatief lage stadia ontdekt, is de impact van het tijdelijk stopzetten beperkt gebleven en werd er geen grote verschuiving in stadium bij diagnose gezien. Op individueel niveau kan dit natuurlijk anders zijn.

Lees ook: Borstkankerzorg veerkrachtig tijdens COVID-19 pandemie

Verschillen met Noorwegen

In Noorwegen werd het bevolkingsonderzoek ook tijdelijk stopgezet. Ten opzichte van Nederland nam Eijkelboom een aantal verschillen waar:

  • Het aantal borstkankerdiagnoses in Nederland daalde tijdens de eerste golf (maart-september 2020) sneller dan in Noorwegen (27,2 procent en 17,2 procent ten opzichte van 2017-2019).
  • In Noorwegen werd een daling in het aantal borstkankerdiagnoses gezien bij vrouwen die in aanmerking komen voor screening, vrouwen tussen de 50–69 jaar. In Nederland was de daling zichtbaar in alle leeftijdsgroepen. Dit suggereert dat in Noorwegen de daling veroorzaakt werd door het tijdelijk stopzetten van het bevolkingsonderzoek, terwijl deze in Nederland veroorzaakt werd door zowel het stopzetten van het bevolkingsonderzoek als de terughoudendheid van patiënten om de huisarts te bezoeken.
  • In Nederland was de incidentie van klinisch-gedetecteerde tumoren in de tweede golf (oktober 2020-april 2021) hoger bij vrouwen van 50–74 jaar. Dit duidt er mogelijk op dat tumoren die normaal gesproken door screening werden gedetecteerd, nu klinisch werden gedetecteerd.
  • Bij vrouwen van 50-69 jaar werd in Nederland een kleine en tijdelijke stijging gezien in de incidentie van stadium IV tumoren tijdens de tweede golf. Door de relatief lage absolute aantallen is het echter niet duidelijk of dit het gevolg is van de COVID-19-pandemie of van andere factoren (bijvoorbeeld andere diagnostische methoden).

Detectiemethoden en kans op terugkeer van ziekte

In een aantal studies belicht Eijkelboom de detectiemethoden van borstkanker, bij de diagnostische fase en bij de nacontrole van borstkanker.

Kans op terugkeer borstkanker kleiner na screening

Eijkelboom keek met collega De Munck naar de kans op terugkeer van borstkanker na diagnose. Bij ongeveer 1 op de 10 vrouwen keert borstkanker terug. Dat gebeurt vaker bij vrouwen die niet hebben deelgenomen aan de screening. Bij het onderzoek is rekening gehouden met de lead-time bias.

Lees ook: Kans op terugkeer borstkanker kleiner na diagnose binnen bevolkingsonderzoek

Geen verschil in agressie tumor bij nacontrole

De huidige richtlijn schrijft voor dat vrouwen de eerste vijf jaar na hun borstkankerbehandeling ieder jaar een nacontrolebezoek krijgen. Tijdens dit bezoek kan een locoregionaal recidief gedetecteerd worden. Maar dat kan ook bij tussentijdse bezoeken, bijvoorbeeld wanneer vrouwen klachten ervaren. Eijkelboom onderzocht of de ernst van een recidief samenhing met de detectiemethode: zijn tumoren die bij een tussentijds bezoek worden gevonden agressiever dan tumoren die tijdens een reguliere nacontrole worden gevonden? Er bleek geen verschil te zijn. Daarnaast was er geen verschil in de kans op een metastase op afstand tussen de twee groepen tumoren. Deze resultaten, en het feit dat maar een laag percentage recidieven bij een nacontrole ontdekt wordt, roepen de vraag op of het huidige nacontroleprogramma wel (kosten)effectief is. In tijden van schaarste ligt hier een kans om de druk op de zorg te verminderen. 

Lessen voor de zorg van morgen

Momenteel werkt één op de zeven mensen van de beroepsbevolking in de zorg. Als de huidige trends doorzetten, moet dat in 2040 één op de drie zijn: de druk op de zorg neemt dus toe, ook in de oncologische zorg. Als gevolg van vergrijzing, betere behandelingen en detectiemethoden neemt zowel de incidentie als prevalentie van borstkanker toe.

In de discussie van haar proefschrift gaat Eijkelboom in op actuele vraagstukken in de zorg. Om de huidige kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid te waarborgen, is in Nederland het Integraal Zorgakkoord opgesteld. Dat richt zich op technologische ontwikkelingen, preventie, het afschalen van niet-passende zorg en efficiënter inzetten van huidige middelen. In het kader van borstkankerzorg ziet Eijkelboom vijf ontwikkelingen:

1. De zorgsector helpen met technologische applicaties

Door de toegenomen druk op de zorg tijdens de COVID-19-pandemie werd er meer beroep gedaan op video- en teleconsults. Surveys toonden aan dat, in tijden van restricties, dit een goed alternatief was. Het inzetten van video- en teleconsults kan dus ook nu en in de toekomst de zorg efficiënter maken, waarbij zorgverleners de behoeften en wensen van patiënten niet uit het oog mogen verliezen. Daarnaast ziet Eijkelboom mogelijkheden in app-ontwikkelingen. De SkinVision-app blijkt een goed middel om kenmerken van melanoom te herkennen en op basis daarvan te adviseren of het verstandig is om de huisarts te bezoeken. Soortgelijke initiatieven kunnen ook ingezet worden voor borstkankerzorg. Eijkelboom wijst daarbij op dat de applicatie een hoge diagnostische accuraatheid moet hebben en gebruikt wordt door de juiste groep vrouwen, om juist onnodig huisartsenbezoek te voorkomen.

2. Minder nieuwe patiënten door preventie

Een wereldwijde studie uit 2019 toonde aan dat 25,4 procent van alle borstkankerdiagnoses te relateren is aan beïnvloedbare risicofactoren zoals overgewicht, te weinig beweging en overmatig alcoholgebruik. Deze risicofactoren zijn vermijdbaar, maar lang niet altijd verwijtbaar. Overgewicht kan immers genetisch bepaald zijn en de mate van alcoholinname hangt sterk samen met de sociale omgeving waarin iemand is opgegroeid. Het verminderen van deze risicofactoren door het bevorderen van een gezonde leefstijl is een complexe opgave, maar wel heel kansrijk om het aantal diagnoses te verminderen.

3. Personaliseren van screening en verminderen werkdruk

Eijkelboom ziet in het personaliseren van de screening mogelijkheden om de druk op de zorg te verminderen. Daarbij verwijst ze onder andere naar de PRISMA-studie, die nader onderzoek doet naar risicofactoren van borstkanker. Ook AI-technieken, ter ondersteuning van het werk van radiologen, laten in studies veelbelovende resultaten zien.

4. De-escaleren van behandeling

Tijdens de pandemie werden behandelaars gedwongen om meer na te denken over de-escalatie van behandeling. De-escalatie is al langer een onderwerp in de borstkankerzorg. Zo is de intensiteit van DCIS-behandeling de afgelopen jaren gedaald, een ontwikkeling waar ook de LORD-trial een belangrijke rol bij speelt. Ook de-escalatie van radiotherapie is onderwerp van studie, bijvoorbeeld in de RAPCHEM-trial. Tijdens de pandemie werd aangeraden om minder frequente bestralingsschema’s gegeven, en werd meer neo-adjuvante endocriene therapie gegeven. De uitkomsten hiervan op langere termijn, in klinische uitkomst, overleving en terugkeer van ziekte, kunnen helpen om de patiënt én borstkankerzorg in de toekomst beter in te richten.

5. Meer persoonlijke nacontrole

Binnen de geldende richtlijnen worden weinig locoregionale recidieven gevonden. Het risico op terugkeer van ziekte is daarnaast sterk afhankelijk van patiënt-, tumor- en behandelkenmerken. Daarnaast blijkt dat de tumoren die gevonden worden buiten nacontroles om niet agressiever zijn dan tumoren die binnen de nacontrole worden ontdekt. Eijkelboom ziet daarmee dat nacontrole op maat kan bijdragen aan minder belastende zorg voor de patiënt, die bovendien ook minder kosten met zich meebrengt. De Shout BC-studie is hier een eerste stap voor.

Gerelateerde projecten

De impact van de COVID-19 uitbraak op de diagnostiek en behandeling van kankerpatiënten

Welke impact heeft de COVID-19 uitbraak de zorg voor mensen met symptomen van kanker en de zorg voor mensen met kanker. Welke factoren spelen hierbij een rol en welke lessen kunnen we leren voor de toekomst? Sinds de COVID-19 uitbraak daalde het aantal diagnoses kanker enorm. Door verminderde capaciteit en beperkende maatregelen is de toegankelijkheid, logistiek en inhoud van de zorg aangepast. Het project Covid Cancer Care NL betreft een analyse van de effecten op het hele zorgpad voor kanker om te komen tot concrete aanbevelingen bij het (re)organiseren van zorg. 

lees verder
Medewerkers

Sabine Siesling

Sabine Siesling

hoofdonderzoeker

lees verder
Gerelateerd nieuws

Minder chemotherapie bij vroegstadium borstkanker door actiever immuunsysteem

Infuus chemotherapie borstkanker Het immuunsysteem kan helpen voorspellen welke patiënten met stadium I triple-negatieve borstkanker baat hebben bij chemotherapie. Dat blijkt uit een studie van Veerle Geurts (NKI) en collega’s, die gepubliceerd is in JAMA oncology.  lees verder

Samen beslissen over nacontrole na borstkanker: goed voor patiënt, uitdagingen bij implementatie

In haar proefschrift onderzoekt Jet Ankersmid samen beslissen in de praktijk De prognose van borstkanker is de afgelopen decennia sterk verbeterd. Dat betekent dat meer mensen te maken krijgen met nazorg en nacontrole. Gepersonaliseerde nacontrole en samen beslissen over de nacontrole biedt voordelen voor patiënten, maar de implementatie hiervan brengt uitdagingen met zich mee. Dat concludeert Jet Ankersmid, die op 14 juni promoveert aan de Universiteit Twente.  lees verder