Cijfers over borstkanker

Hieronder vindt u een overzicht van de incidentie-, overlevings-, prevalentie- en sterftecijfers gebaseerd op data uit de Nederlandse Kankerregistratie.

Informatie over borstkanker is te vinden op kanker.nl en via de website van de Borstkankervereniging Nederland (BVN). BVN is een patientenorganisatie voor mensen die te maken hebben (gehad) met borstkanker. De vereniging biedt betrouwbare informatie, persoonlijk advies en contact met lotgenoten.

Incidentie borstkanker

In 2024 kregen in Nederland 18.100 mensen de diagnose borstkanker, inclusief ductaal carcinoma in situ (DCIS). Daarmee is borstkanker de meest voorkomende kankersoort bij vrouwen (30%). Ongeveer 1 op de 7 vrouwen krijgt borstkanker in haar leven, 1 op de 27 vrouwen overlijdt eraan.

In 2020 was er een daling in de incidentie zichtbaar, als gevolg van de COVID-19 pandemie. Dit kwam vooral door de tijdelijke stop van het bevolkingsonderzoek en een afname van het aantal mensen dat zich met klachten bij de huisarts meldde. De daling betrof vooral laaggradige tumoren, die vaak via het bevolkingsonderzoek worden opgespoord.

Soorten borstkanker

Bij diagnose heeft het merendeel van de patiënten een hormoongevoelige, HER2-negatieve tumor:

  • 75% van de vrouwen
  • 88% van de mannen 

Stadiumverdeling

In 2024 werd 40% van de vrouwen gediagnosticeerd met een tumor in stadium I. Voor mannen lag het hoogste percentage in stadium II (40%). Vrouwen die via het bevolkingsonderzoek werden gediagnosticeerd, hadden een gunstigere stadiumverdeling dan vrouwen met een klinisch gediagnosticeerde tumor.

Uitleg over stadia
Op kanker.nl staat een toegankelijke uitleg over de stadia van borstkanker. Deze indeling helpt artsen om het stadium van ziekte te bepalen en vormt een belangrijk uitgangspunt voor behandeling en prognose.

Prevalentie borstkanker

Het aantal vrouwen dat 5 of 10 jaar na de diagnose nog in leven is, is in de afgelopen 20 jaar bijna verdubbeld.

5-jaarsprevalentie (incl. DCIS):

  • Van ruim 47.000 vrouwen in 2000 naar ruim 78.000 in 2024

10-jaarsprevalentie (invasief mammacarcinoom)

  • Van ruim 71.000 in 2000 naar ongeveer 123.000 vrouwen in 2024

Deze toename is het gevolg van eerdere opsporing en verbetere behandelmogelijkheden. Hierdoor leven meer mensen met borstkanker langer. Dit leidt tot een groei van het aantal patiënten dat langdurig in nacontrole en in nazorg is.Tegelijkertijd neemt het aantal vrouwen toe met lichamelijke en psychosociale klachten als gevolg van de ziekte en de behandeling.

Ook bij mannen steeg de prevalentie:

  • De 10-jaarsprevalentie van invasief mammacarcinoom steeg van circa 330 mannen in 2000 naar bijna 900 mannen in 2024.

Overleving borstkanker

Gepersonaliseerde overlevingscijfers

Op kanker.nl is de tool specifieke overlevingscijfers beschikbaar. Deze tool geeft inzicht in de overlevingskans van mensen in een vergelijkbare situatie. De cijfers zijn gebaseerd op gegevens uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) en bieden gepersonaliseerde informatie op basis van leeftijd, geslacht en stadium van de ziekte.

10-jaarsoverleving
De overleving wordt sterk bepaald door het stadium bij diagnose. Van de patiënten met een stadium I-tumor is 95 procent na 10 jaar nog in leven, terwijl patiënten met een stadium IV-tumor (uitgezaaide borstkanker) een 10-jaars-overleving hebben van 9 procent.

De 10-jaarsoverleving is de afgelopen jaren zichtbaar toegenomen. De sterkste verbetering is te zien bij patiënten met een stadium II- en III- borstkanker bij diagnose. De 10-jaars relatieve overleving voor deze patiëntengroepen is sinds 1989 gestegen met respectivelijk 21 en 26 procent.

Ongeveer 14 procent van de patiënten met een stadium IV-tumor (uitgezaaide borstkanker) bij diagnose in 2013, is 10 jaar na deze diagnose nog in leven. De 10-jaarsoverleving is sinds 1989 met slechts 10 procent toegenomen voor deze patiëntgroep. 

Recidieven

Van alle patiënten die in 2012 de diagnose invasieve borstkanker kregen, was 91% vijf jaar later nog ziektevrij.

Sterfte borstkanker

De sterfte aan borstkanker is de afgelopen decennia licht gedaald, terwijl de incidentie is toegenomen. Ondanks verbeterde behandelingen en vroege opsporing via het bevolkingsonderzoek is er geen sprake van een duidelijke daling in de sterfte. Mogelijk leven mensen langer met borstkanker, maar overlijden zij uiteindelijk alsnog aan de ziekte. De prognose voor vrouwen met uitgezaaide borstkanker is bovendien beperkt verbeterd.

Het monitoren van de sterfte is van belang, juist vanwege de beperkingen van de overlevingscijfers. Sinds de invoering van het bevolkingsonderzoek kan een verbetering in overleving vertekend zijn door zogenoemde lead time bias en length time bias.

  • Bij lead time bias wordt de diagnose eerder gesteld, waardoor de overlevingstijd langer lijkt, zonder dat de daadwerkelijke levensduur toeneemt.
  • Bij length time bias worden door screening vaker langzaam groeiende tumoren opgespoord die van nature een gunstiger beloop hebben. Dit leidt tot een langere overleving, niet door effectievere behandeling, maar doordat deze tumoren een betere prognose hebben.

Deze vorm van vertekening wordt ook wel overdiagnose genoemd: een deel van de langzaam groeiende tumoren zou zonder bevolkingsonderzoek niet zijn ontdekt en mogelijk nooit gezondheidsproblemen hebben veroorzaakt. Het is lastig vast te stellen in welke mate deze vormen van bias de overleving beïnvloeden. De sterfte aan borstkanker blijft daarom een belangrijk en robuustere maat om de effectiviteit van borstkankerzorg te volgen.

Zeldzame vormen van borstkanker

Er zijn een aantal vormen van zeldzame borstkanker. Volgens de RARECARE-definitie is een kanker zeldzaam als er minder dan 6 nieuwe gevallen per 100.000 personen per jaar zijn. Deze vormen worden in de Nederlandse Kankerregistratie nauwkeurig gevolgd.

De incidentie van zeldzame vormen van borstkanker, waaronder de ziekte van Paget, borstkanker bij mannen en ‘overige zeldzame borstkanker is toegenomen: van 699 patiënten in 2008 naar 854 patiënten in 2017.

Ziekte van Paget

Het aantal patiënten met de ziekte van Paget fluctueert over de jaren. De ziekte komt het meest voor bij vrouwen tussen de 35 en 70 jaar, gevolgd door vrouwen van boven de 70 jaar. De ziekte wordt vaak in een vroeg stadium ontdekt (stadium I of stadium II). De hoofdbehandeling voor de ziekte van Paget is chirurgie (met mogelijk voor- of nabehandeling). Chirurgie werd de afgelopen 10 jaar veelal uitgevoerd in een algemeen of topklinisch ziekenhuis. De overleving voor de ziekte van Paget is relatief hoog: 5 jaar na de diagnose is 90% van de patiënten nog in leven.

Overige zeldzame vormen van borstkanker

Het aantal patiënten met overige zeldzame vormen van borstkanker is toegenomen (van 554 patiënten in 2008 naar 656 in 2017). Voorbeelden van overige zeldzame vormen van borstkanker zijn mucineuze en papillaire tumoren. Het aantal mucineuze en papillaire tumoren is toegenomen (mucineuze borstkanker: van 247 patiënten in 2008 naar 322 in 2017 en papillaire borstkanker: van 69 patiënten in 2008 naar 79 in 2017). Daarnaast is het aantal maligne phyllodestumoren* stabiel gebleven voor de periode 2008-2017 met een incidentie van 10 tot 20 patiënten per jaar.

*Phyllodestumoren zijn zeldzame tumoren in Nederland, maar zijn in de figuren niet meegenomen bij ‘overige zeldzame borstkanker’, aangezien ze niet in de Europese RARECARENet-lijst onder borstkanker worden geplaatst. Phyllodestumoren vallen in deze lijst onder de sarcomen.

Borstkanker in 2032

In oktober 2022 publiceerde IKNL het rapport 'Kanker in Nederland, trends en prognoses tot en met 2032', met daarin ook de prognoses voor borstkanker.

Lees hier het hele rapport 'Kanker in Nederland, trends en prognoses tot en met 2032'

Lees ook ons rapport met kerncijfers (over ondermeer incidentie, overleving en behandelingen) van borstkanker:

borstkanker.png