Hieronder vindt u een overzicht van de incidentie-, overlevings-, prevalentie- en sterftecijfers gebaseerd op data uit de Nederlandse Kankerregistratie.
Op kanker.nl vindt u informatie over baarmoederhalskanker voor patiënten en naasten.
Incidentie baarmoederhalskanker
Het totale aantal vrouwen met baarmoederhalskanker is na een laagste punt in 2013 weer gestegen, zo blijkt uit cijfers van de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). Zowel de absolute incidentie (bovenste figuur) als gestandaardiseerde incidentie (gecorrigeerd voor groei en vergrijzing van de bevolking; ESR; onderste figuur) is licht gestegen. Het is onzeker of deze trend zich zal blijven voortzetten.
Momenteel wordt er naar oorzakelijke verbanden gezocht om de lichte stijging te kunnen verklaren. Mogelijk heeft het te maken met veranderingen in bevolkingssamenstelling of gedrag, bijvoorbeeld door een stijging van risicofactoren in de jaren ‘90, zoals roken bij vrouwen. Roken verzwakt het immuunsysteem en versterkt daarmee de invloed van het HPV-virus, de meest belangrijke risicofactor voor het ontstaan van baarmoederhalskanker. Er zijn vooralsnog geen duidelijke aanwijzingen dat baarmoederhalskanker echt steeds vaker voorkomt.
Prevalentie baarmoederhalskanker
Er zijn in Nederland meer dan 3.500 vrouwen in leven die in de afgelopen vijf jaar een diagnose baarmoederhalskanker hebben gehad.
Overleving baarmoederhalskanker
Van alle vrouwen met baarmoederhalskanker is ongeveer 70% na vijf jaar nog in leven. Dertig jaar geleden lag dat percentage rond de 63%. Het gaat hierbij om de relatieve overleving. Die houdt in dat de overleving van patiënten met kanker gecorrigeerd is voor de verwachte sterfte in de Nederlandse bevolking op basis van geslacht, leeftijd en kalenderjaar.
Ander stadium, andere overleving
Bij het voorspellen van het ziektebeloop en de overleving bij baarmoederhalskanker zijn het stadium van de ziekte bij diagnose en de aanwezigheid van lymfekliermetastasen de belangrijkste factoren. De 5-jaarsoverleving varieert van circa 95% voor vrouwen met vroeg stadium ziekte tot ongeveer 15% als de ziekte is uitgezaaid naar andere delen van het lichaam.
Voor patiënten en hun naasten is op kanker.nl uitleg te vinden over de stadia van baarmoederhalskanker. Daarin wordt onder andere uitgelegd hoe de FIGO/TNM-indeling werkt. Deze indeling wordt door artsen gebruikt om het stadium van ziekte te bepalen en vormt een belangrijk uitgangspunt voor behandeling en prognose.
Sterfte baarmoederhalskanker
In de afgelopen decennia overleden gemiddeld circa 200 vrouwen per jaar aan baarmoederhalskanker. Ongeveer de helft was jonger dan 60 jaar. Er is een duidelijk daling van de sterfte te zien in de afgelopen drie decennia. Dat geldt voor de sterfte die gecorrigeerd is voor groei en vergrijzing van de bevolking en voor de absolute cijfers: 30 jaar geleden overleden nog gemiddeld 300 vrouwen per jaar aan baarmoederhalskanker.
IKNL bracht in 2022 een rapport uit met kerncijfers (over onder meer incidentie, overleving en behandelingen) rond baarmoederhalskanker:
.png)